Binnenland 25 mei 2000

Identificatieteam staakt verdere zoekacties

Bezoek rampgebied
schokt bewoners

Van onze redacteuren
ENSCHEDE – Het Rampen Identificatie Team (RIT) heeft het onderzoek in het rampgebied in Enschede beëindigd. Drie mensen worden nog vermist. Het RIT gaat ervan uit dat zij om het leven zijn gekomen en niet meer kunnen worden geïdentificeerd.

„We weten dat deze vermisten zeer dicht bij de plek van de explosies waren. Wij gaan ervan uit dat hun lichamen bij de detonatie volledig zijn versplinterd”, aldus onderzoeksleider De Jong van het RIT. Het team zal nog wel DNA-onderzoek verrichten aan de hand van gevonden resten. Daarvoor zal erfelijk materiaal van familieleden van de vermisten worden afgenomen. De nu nog vermiste personen zijn: Marjolein Schreurs (geboren in 1983), D. A. Verdam-Vis (1919) en H. Vinke (1957).

Aanvankelijk stond er nog een vierde vermiste op de lijst, maar die bleek niet te bestaan. Politie en justitie onderzoeken of valse aangevers van vermisten strafrechtelijk kunnen worden vervolgd. Burgemeester Mans van Enschede verklaarde dat er sinds de ramp vanuit het hele land mensen als vermist zijn opgegeven, terwijl zij niet vermist waren.

Het officiële dodental van de ramp staat op achttien. In ziekenhuizen liggen nog dertien gewonden, van wie vier op de intensive care. Nu de kans op het vinden van de drie vermisten nihil is, acht de gemeente Enschede de tijd rijp voor een herdenkingsdienst. De voorbereidingen zijn inmiddels in gang gezet.

Op 14 juni wordt een nationaal benefietconcert gegeven voor de slachtoffers op het terrein van de Universiteit Twente in Enschede.

Restanten
Circa driehonderd bewoners zijn gistermiddag geconfronteerd met de restanten van hun woningen in de binnenring van het rampgebied in Enschede. Gestoken in beschermende werkkleding en mondkapjes mochten ze even de bus uit om te zien wat er van hun huis was overgebleven. Hulpverleners reisden mee met de bewoners. Die kwamen diep geschokt, verdoofd en verbijsterd terug. Een enkeling huilde en vond troost in de armen van een hulpverlener. Bijna niemand wilde iets zeggen.

Bij het gisteren geopende Informatie- en Adviescentrum aan het Molenplein in Enschede liep het direct storm. Bewoners hebben de meest uiteenlopende vragen over onder meer uitkeringen, verzekeringen, huisvesting en psycho-sociale klachten. Het centrum blijft drie tot vijf jaar open.

Inmiddels is vastgesteld dat tijdens en na de ramp geen grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen zijn gemeten die schade opleveren voor de volksgezondheid. De concentraties gevaarlijke stoffen waaronder asbestvezels, fijne stof en zware metalen waren in het gebied van de ramp weliswaar tijdelijk verhoogd, maar daar hebben de bewoners slechtskorte tijd aan blootgestaan.

Pronk
De Tweede Kamer reageerde gisteren verbaasd op het bericht dat minister Pronk van Milieu een advies over strengere regels voor de vuurwerkbranche naast zich neer heeft gelegd. PvdA en D66 willen zo snel mogelijk opheldering van de bewindsman en openbaarmaking van het advies. De partijen zullen de kwestie aan de orde stellen tijdens het eerstkomende debat in de Kamer over de ramp in Enschede. De verwachting is dat de Kamer de strengere regels alsnog wil afdwingen.

Het televisieprogramma Nova onthulde dinsdagavond dat Pronk de adviezen van de Beoordelingsgroep Erkenning Vuurwerkbedrijf niet had opgevolgd, terwijl de groep door het ministerie zelf was ingesteld. Naar verluidt zou de bewindsman vinden dat de sector een te grote eigen verantwoordelijkheid zou krijgen.

Zie ook:
Predikant Bijlmer adviseert collega's in Enschede