Ramp Enschede 15 mei 2000

„Weinig hoop op overlevenden”

Dreigend watertekort
rond Enschede

ENSCHEDE – In Enschede, Hengelo en Oldenzaal dreigt een watertekort te ontstaan. De bewoners wordt opgeroepen zuinig met leidingwater om te springen en af te zien van het wassen van de auto en besproeien van de tuin.

Volgens de Waterleiding Maatschappij Overijssel is het dreigend tekort het gevolg van de grote hoeveelheid water die bij de bluswerkzaamheden is gebruikt, in combinatie met het warme weer. „Daardoor is er onvoldoende reserve opgebouwd om de komende dagen de normale waterlevering optimaal te kunnen garanderen”, aldus het waterleidingsbedrijf.

Ondertussen is er weinig hoop meer op het vinden van overlevenden onder de puinhopen als gevolg van de explosie in Enschede. Dat heeft D. de Jong, leider van het Rampen Identificatie Team (RIT) vanmiddag gezegd. Het bergen van de slachtoffers zal volgens hem een hele tijd vergen.

Het team van De Jong (144 leden) houdt zich bezig met berging en identificatie. De hulpverleners hebben te maken met totaal vernielde huizen die zijn ingestort en daarna uitgebrand. Het team heeft nu vier straten onderzocht. Het aantal huizen en straten dat is onderzocht wilde De Jong niet vrijgeven.

Als een slachtoffer is gevonden, wordt de exacte vindplaats geregistreerd. „Die plaats kan ons al heel veel zeggen over de identiteit van een slachtoffer. Maar er kunnen natuurlijk ook omstanders zijn getroffen die niet in het gebied woonden.”

Vervolgens wordt gekeken naar kleding, sieraden en lichamelijke kenmerken. Ook worden gesprekken gevoerd met nabestaanden die kenmerken kunnen geven van hun familieleden. „Daarom is van groot belang over een goede lijst van vermisten te beschikken”, aldus De Jong.

Lijst
Ondanks de puinhopen en de brand zijn er altijd nog kenmerken van de dodelijke slachtoffers te herkennen, zegt De Jong. Als voorbeeld noemde hij de brand in de Mont Blanctunnel. De temperatuur liep daar op tot 1500 graden, maar toch konden slachtoffers geïdentificeerd worden.

De lijst van vermisten telt nog altijd tweehonderd namen, maar het is een wisselende samenstelling. Het centrale registratie- en informatiebureau noteert alle telefoontjes die binnenkomen, gebruikt de gemeentelijke administratie en houdt nauw contact met ziekenhuizen en opvangcentra om een zo compleet mogelijke lijst te krijgen.

J. Geval van het registratiebureau verwacht dat het aantal vermisten onder de tweehonderd en mogelijk tot onder de honderd zal dalen. Hij vermoedt dat er veel dubbele namen, door verschillend gespelde namen, op de lijst voorkomen.