Het jaar 1998

Tientallen mensen miljonair na notering van bedrijf aan Damrak

Aandelenkoersen gaan op en neer

Door Marc van Dinther (ANP)
Een niet te stuiten opmars, gevolgd door een gezonde campingdip, die uitmondde in 'bloedige' maandag. Het beursjaar 1998 is met een top van 1323,65 en een dip van 807,83 punten zeer onstuimig geweest. Voor de belegger die op 2 januari is ingestapt, rest per saldo een winst van 16 procent (stand 16 december). In 1997 was dat nog ruim 40 procent.

Tot aan de zomer leek er niets aan de hand. De financiële zwaargewichten ING en Aegon sleepten de beurs dagelijks van 'all time high' naar slotrecord. De 1100-, 1200-, en 1300-hordes gingen er moeiteloos aan. „The sky is the limit”, jubelde een beurshandelaar dan ook toen de AEX, graadmeter van de belangrijkste beursfondsen, eind juli op 1323,65 punten piekte.

Campingdip
Menig bestuursvoorzitter keek hier verlekkerd naar en begon serieus te zinspelen op een beursgang. Twintig bedrijven waagden de stap, waardoor Nederland enkele tientallen miljonairs rijker werd. Zes kleine automatiseerders gingen naar de babybeurs NMAX, de rest kreeg een officiële notering aan de Amsterdamse effectenbeurs.

Op het Damrak keerde het optimistische tij eind juli, begin augustus. In twee weken verloor de beurs ruim 10 procent aan waarde. „Een gezonde campingdip”, oordeelden kenners. Dit klimaat stond in schril contrast met dat van een jaar eerder. Vakantiegangers die vanaf de camping met hun “mobile” orders plaatsten, namen toen bijna de helft van het rendement over 1997 (40 procent) voor hun rekening. Deze zomer lieten campingbezoekers door de Aziatische crisis, die overwaaide naar Rusland en Latijns-Amerika, Beursplein 5 voor wat het was.

Recessie
De vrije val zette zich na de zomer versterkt voort. Het optimisme sloeg om in vrees voor een economische recessie. De miljardenproblemen bij het Amerikaanse “hedge fund” Long Term Capital Management (LTCM) en Europa's grootste bank UBS, die veel zaken deed met het riskante fonds, markeerden de omslag. Vooral de financiële waarden in Europa kregen het zwaar te verduren, omdat Amerikaanse beleggers huiswaarts keerden.

De malaise bereikte op 21 september haar hoogtepunt, 'bloedige' maandag was geboren. Een turbulente week op Wall Street en een winstwaarschuwing van Philips hakten die dag erg hard in op de beurskoersen. Vergelijkingen met de rampspoed van de beurskrach van 1987 drongen zich op.

„De huidige crisis heeft dezelfde kracht als tien jaar geleden”, stelde een beursveteraan. „Maar het grote verschil is dat de malaise uitgesmeerd is over enkele weken. We zijn niet in één klap onderuitgegaan”. De beurscrisis kreeg dan ook niet het predikaat “crash”, handelaren spraken over “minicrash” of “stille krach”.

Beleggers in Amsterdam reageerden hevig. Zo hevig zelfs, dat de commissaris voor de notering tweemaal in korte tijd aan de noodrem moest trekken door de handel een kwartier stil te leggen. Het Damrak tuimelde in de weken daarna naar een laagste punt van 807 punten op 8 oktober.

Winstwaarschuwingen
Stonden beursintroducties symbool voor de goede gang van zaken in het eerste halfjaar, winstwaarschuwingen typeerden de laatste maanden van het jaar. Grootmachten als Koninklijke/Shell, Philips, KLM, Hoogovens, ING, ABN Amro en laatstelijk Elsevier volgden elkaar in rap tempo op. Producent van chipmachines ASM Lithography stelde zelfs tot tweemaal toe zijn prognose naar beneden bij.

De averij die de winstwaarschuwingen bij deze multinationals berokkenden, viel in het niet bij de schade die Baan opliep. Medio oktober maakte de voormalige beurslieveling bekend over het derde kwartaal een verlies te verwachten van tientallen miljoenen dollars. Daarvoor lag de automatiseerder al zwaar onder vuur wegens de onduidelijke structuur van het bedrijf. De broers Baan stapten daarom op. Ook beleggers namen afscheid en deden hun stukken massaal in de verkoop. De automatiseerder verloor in twee dagen 40 procent op ƒ 17,30. In april stond Baan nog op ƒ 108,70.

De drie renteverlagingen die voorzitter Alan Greenspan van de Amerikaanse Fed afkondigde en de georkestreerde renteverlaging in tien EMU-landen hielden de mondiale effectenbeurzen in het vierde kwartaal op de been. Toen ook de Japanse regering miljarden uittrok om de economie te steunen en het IMF een hulppakket van 40 miljard dollar in Brazilië stak, trok de effectenhandel weer aan.

De Amerikaanse Dow Jones ging weer op recordjacht. Amsterdam hervond zich tussen de 1050 en 1100. Een niveau dat experts ook voor 1999 voorzien. Zij verwachten dat volgend jaar nog turbulenter zal zijn. De eeuwwisseling, de overvloed aan geld in de wereld en de Amerikaan die veelvuldiger Europa zal opzoeken, zijn daar de oorzaak van.