Het jaar 1998

Zie ook: Dagboek van 'onnozelen' en doormodderscenario's

Gekrakeel over Schiphol zwol aan tot oorverdovend niveau

„Het ritselt van de misverstanden”

Door N. Sterk
Als één onderwerp de voorpagina's in 1998 domineerde, was dat Schiphol. Is de vermeende Gateway to Europe al sinds vele jaren ook de nationale splijtzwam, in het afgelopen jaar bereikte het gekrakeel het geluidsniveau van een startend toestel uit de meest lawaaiige categorie. Vriend en vijand schreeuwden zich hees en liepen zich muurvast in cijfers, metingen, herijkingen, prognoses en scenario's. Woordvoerders in het parlement hieven vertwijfeld hun handen en beleden openlijk hun 'onnozelheid'. Wie als lezer geen duidelijke mening heeft over Schiphol of het allemaal niet begrijpt: hij schame zich niet al te zeer. Hij bevindt zich in goed gezelschap.

Citaat één: „Is het goedkoop vervoeren van miljoenen vakantiegangers, vaak naar weerzinwekkende oorden van zon, beton en liederlijkheid, een kwestie van algemeen maatschappelijk nut? En het vervoeren van snijbloemen en sperziebonen tussen continenten? (...) We zijn een hebzuchtig volk, meer dan welke andere Europese natie. De reden daarvan is dat we een succesvolle industrie hebben opgebouwd. Economisch gezien behoren we tot de top-vijf in de wereld. Wat ons parten speelt, is de grote aardgasreserve. Dat is zo'n verslavend infuus dat we aan onze economie hebben gelegd, dat we in onze manier van denken lui zijn geworden”. Wouter van Dieren, lid van de Club van Rome en directeur van het Instituut voor Milieu- en Systeemanalyse (IMSA) in Amsterdam, eind november in Hervormd Nederland. Volgens hem vertoont de discussie rond Schiphol pathologische trekjes. „Geen wonder dat een medicus als directeur is benoemd”.

Citaat twee: „Wij gaan van incident naar incident. Dat irriteert en maakt onzeker. De politiek is verdwaald in de cijfers. Niemand die het nog begrijpt. Ik heb er maanden over gedaan om het te snappen. Iedere avond dacht ik: nu heb ik het door. De volgende ochtend begreep ik er toch weer niets van. Dan vroeg ik de specialisten om het me nog een keer allemaal uit te leggen en dan ontdekte ik dat verschillende mensen die het me uitlegden ook niet zeker waren van hun zaak. (...) Het lijkt wel of na de kruisraketten en de kerncentrales Schiphol het nieuwe politieke issue is geworden. (...) Ik weet niet of er consensus uitkomt, maar we moeten het proberen, naar elkaar luisteren, want het ritselt van de misverstanden”. Gerlach Cerfontaine, de nieuwe Schiphol-directeur, voormalig directeur van het Academisch Ziekenhuis Utrecht, eind oktober in de Volkskrant.

Schiphol sloopt, bouwt en renoveert. Dat is jaar in jaar uit al zo. Een van de belangrijkste oorzaken waardoor het debat in 1998 nauwelijks meer is te volgen, is dat er diverse discussies tegelijk worden gevoerd. Er moet worden beslist over de korte termijn tot 2003, over de middellange termijn van 2003 tot 2015 of 2020 en over de periode daarna.

Jorritsma wakker
Begin 1998 ligt in elk geval minister Jorritsma letterlijk wakker van Schiphol, zo vertelt ze aan deze krant. Ze vreest dat ze een klus moet klaren die niet te klaren is, omdat hij te gecompliceerd is en er geen oplossing is die geen nieuwe, onoverbrugbare problemen en tegenstellingen oproept. Even nadien huurt ze een man in die wel de vader van het 'groene poldermodel' wordt genoemd: ir. J. van der Vlist, prominent PvdA-lid, dijkgraaf van de Uitwaterende Sluizen in Noord-Holland, maar tot 1995 milieugedeputeerde in Zuid-Holland. In die functie bracht hij overleg tot stand tussen Shell en omwonenden over de uitbreiding van de raffinaderij in Pernis. Van der Vlist trekt het overleg tussen regering en milieubeweging weer vlot met zijn model “Schiphol als bedrijf”. Uitgangspunt daarbij is dat Schiphol net als elk ander bedrijf een milieuvergunning krijgt waar de luchthaven zich aan dient te houden. Het overleg loopt weer, om even later weer muurvast te raken.