Het jaar 1998

„Beleid ministerie bevordert concurrentie tussen scholen”

De computer als lokkertje

Door E. van Dijkhuizen
Ze zitten in hetzelfde gebouw, hebben ongeveer evenveel leerlingen en staan al jaren op goede voet met elkaar. De Jagersplas, een openbare basisschool in Zaandam, en haar christelijke buurvrouw, De Vuurvogel, hebben veel gemeen. Sinds kort echter zien zij zich geconfronteerd met een belangrijk verschil. De Vuurvogel bezit twee keer zoveel computers als De Jagersplas. Ouders kijken ernaar bij hun schoolkeuze. Wordt het beeldscherm een nieuw concurrentiemiddel? In Zaandam zijn ze er bang voor.

Een smalle gang verbindt De Vuurvogel met De Jagersplas. Dat maakt het extra makkelijk voor de teams van beide scholen om over en weer bij elkaar binnen te lopen. Dat gebeurt dan ook. Er valt genoeg te overleggen en samen te doen, ook al is de ene een openbare en de andere een interconfessionele school. Sinds kort kunnen beide weer een onderwerp aan hun gezamenlijke bespreeklijstje toevoegen: het computeronderwijs.

De Vuurvogel, 311 leerlingen, is sinds 1 augustus voorhoedeschool op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT). In snel tempo wordt de school uitgerust om leerlingen vertrouwd te maken met de computer en de multimediale mogelijkheden ervan, zoals cd-rom en Internet. De Vuurvogel heeft op kosten van de overheid voor 57.000 gulden aan pc's aan mogen schaffen. Voor elke tien leerlingen is er nu één computer beschikbaar. Binnenkort krijgt de school de digitale faciliteiten om in een landelijk educatief netwerk mee te doen. Kosten: 40.000 gulden. Verder mag De Vuurvogel haar personeelsleden voor 11.000 gulden laten scholen om handig(er) met de pc te worden. Inclusief geld voor de aanschaf van software en printers kreeg de Zaandamse school in totaal 110.000 gulden op haar bankrekening gestort.

Een bedrag waar de zogenaamde volgscholen –De Jagersplas (300 leerlingen) is er een van– verlekkerd naar kijken. Zij genieten al deze voorrechten niet. De vorige minister van onderwijs, Ritzen, heeft hun wel beloofd dat zij binnen vier jaar –dus voor 2002– dezelfde faciliteiten krijgen als de voorhoedescholen. Die toezegging staat echter sinds kort op losse schroeven. De overheid heeft geen geld voor het ambitieuze plan, “Investeren in voorsprong”, van Ritzen. De huidige bewindsman, Hermans, gaat een nieuw computerplan schrijven, zo heeft hij aangekondigd. In januari moet het klaar zijn. De volgscholen zien de bui al hangen. Van de belofte om binnen vier jaar net zo modern te zijn als de voorhoedescholen komt niets terecht, vrezen zij.

Het nieuwste
Op De Vuurvogel staan op dit moment veertig computers. Daarvan zijn er 32 in gebruik voor onderwijsactiviteiten als reken-, taal- en wereldoriëntatieprogramma's. Op de overige acht apparaten mogen de leerlingen spelletjes doen. Verreweg de meeste pc's zijn Pentiums II en behoren tot het nieuwste van het nieuwste. In de kleuterklassen staan er vier, de middenbouw (groep 3/4) heeft er zes op de gang staan en vanaf groep 5 staat er een in elke klas. Daarnaast is er nog een apart computerlokaal met veertien pc's. De acht speelcomputers zijn verspreid over de school.

De Jagersplas heeft nu achttien beeldschermen staan. Op zich een redelijk aantal op 300 leerlingen –omgerekend één pc op ruim zestien leerlingen– maar het zijn bijna allemaal afdankertjes van het bedrijfsleven, aldus schooldirecteur Erik Wit. „Een allegaartje”, voegt zijn computerspecialist, onderwijzer Dirk de Lange, eraan toe. „Er zitten 286'ers, 386'ers, 486'ers tussen en slechts twee Pentiums. Ik heb de indruk dat bedrijven het onderwijs als dumpplaats voor hun afgeschreven pc's gebruiken”.

Het is vaak een toer om de apparaten weer aan de praat te krijgen, ervaart De Lange. „Er zit ook heel verschillende software op. Die moet ik er eerst afhalen. Daarna installeer ik MS-Dos en Windows 3.1. Ik heb de schijfjes daarvan nog liggen van de vorige computeractie in het onderwijs, het Comeniusproject”. In januari krijgt De Jagersplas er twee multimediacomputers, Pentiums, bij. Het totale aantal pc's komt dan op twintig. De computers staan allemaal in de klassen: vanaf groep 5 twee per klas, in de onderbouw en op de kleuterschool een per klas.

Offertes
Omdat De Vuurvogel voorhoedeschool is, krijgt zij binnenkort een aansluiting op het KennisNet. Dat is een landelijk computernetwerk van scholen, bibliotheken, musea en andere culturele instellingen, die op digitale wijze elkaars informatie kunnen raadplegen. Begin deze maand stelde minister Hermans het KennisNet officieel in gebruik op een basisschool in Hellevoetsluis.

Uiteraard is De Vuurvogel blij met de komst van de digitale communicatiemogelijkheid, maar zij kost haar ook de nodige hoofdbrekens. Directeur Wil de Wolf: „De overheid heeft drie supplyers aangewezen: bedrijven die het netwerk en de bijbehorende server op de scholen mogen installeren. Dat zijn KPN, GTI en Issue. Wij moeten als school zelf offertes opvragen, met elkaar vergelijken en een keus maken. Dat zijn we helemaal niet gewend, zeker niet op een zo specialistisch terrein als de informatie- en communicatietechnologie”.

„Vooral de bekende kleine lettertjes, waarin leveranciers hun aanvullende voorwaarden vermelden, geven problemen”, vult Hans Kroes, ICT-coördinator op De Vuurvogel, aan. „Daar komen wij echt niet uit, dus raadplegen we maar ouders die in de computerbranche werken”.

Creatieve leerkracht
Beiden vragen zich af waarom de overheid de installatie van het netwerk en de server niet centraal regelt, ook om op die manier de kosten te drukken. De Vuurvogel loopt nu tegen het probleem aan dat geen van de drie supplyers een voor de school acceptabele offerte wil uitbrengen.

Directeur De Wolf: „Van de 110.000 gulden die we van de overheid als voorhoedeschool hebben gekregen, is 40.000 gulden bestemd voor het netwerk en de server. KPN wil voor dat bedrag niet eens een offerte uitbrengen –veel te weinig, zeggen ze– en de andere twee zitten er ver boven. Nu kunnen we twee dingen doen: bijbetalen uit eigen zak of genoegen nemen met spullen van mindere kwaliteit. Dat laatste betekent dat de kans op storingen groter wordt. Wie verhelpt die?”

De Vuurvogel heeft er zelf naar gesolliciteerd om voorhoedeschool te worden. De Wolf: „We waren al zo enthousiast met computers bezig, dat we het leuk vonden ons aan te melden. Van de 471 basisscholen die zich lieten inschrijven, zijn er uiteindelijk 103 uitgekozen”. Als De Wolf van tevoren had geweten hoe het project zou uitpakken, had hij zich nog een keer flink bedacht. „Het blijkt nu dat we te veel dingen zelf moeten uitzoeken. Er is wel een landelijke helpdesk, het Procesmanagement ICT in Zoetermeer, maar dat het project zo'n extra belasting met zich mee zou brengen, hadden wij niet verwacht”.

„De overheid probeert voor de zoveelste keer een onderwijsvernieuwing op de rug van de creatieve leerkracht af te wentelen”, meent Kroes. „Dat is het knullige”.

Vruchten plukken
De Vuurvogel moest bij het ministerie een plan inleveren waarin zij aangeeft wat er met het computergeld de komende twee jaar allemaal wordt gedaan. Om het halfjaar moet de school een verslag maken van de resultaten. De Wolf: „We worden op ons eigen projectplan beoordeeld. Dat vind ik een goede zaak”.

Eén dag per week is ICT-coördinator Hans Kroes vrijgeroosterd om het computeronderwijs op De Vuurvogel verder te ontwikkelen, zijn collega Dirk de Lange van De Jagersplas slechts één dag per maand. Hoe kijkt De Jagersplas daartegen aan? Directeur Erik Wit: Als het goed is, plukken wij straks de vruchten van wat de voorhoedescholen hebben uitgevogeld. Daar heb ik best vertrouwen in. Waar ik mij echter grote zorgen over maak, is de vraag of wij over vier jaar dezelfde faciliteiten zullen hebben. Of heeft de minister dan geen geld en worden wij gedwongen via andere kanalen, bijvoorbeeld sponsoring, computers aan te schaffen?”

Brandbrief
Als dat laatste het geval is, komen de volgscholen gedwongen in een problematische achterstandsituatie, aldus Wit. „Nu al merken wij dat ouders die overwegen hun kind bij ons aan te melden, vragen naar ons computeronderwijs. Wij doen daar best al veel aan, maar kunnen niet concurreren met de faciliciteiten die De Vuurvogel heeft. Natuurlijk laten ouders hun schoolkeuze niet afhangen van het aantal computers, maar het gaat wel een rol spelen in hun afweging, merken wij”.

Wit vindt dat een verkeerde ontwikkeling. Niet omdat hij computers in het onderwijs onbelangrijk acht, maar het belang ervan wordt door velen overdreven, meent hij. „Ik vind dat computers je onderwijs kunnen verrijken. Leerlingen moeten er ook mee om leren gaan, want dat vraagt de samenleving nu eenmaal. Maar zonder computers geef ik geen slechter onderwijs. Daarom heb ik helemaal geen zin in een zielig verhaal alsof voorhoedescholen goed en volgscholen slecht zijn. We moeten er wel voor waken dat computers geen rol in de concurrentie tussen scholen gaan spelen”.

Om zijn zorgen kenbaar te maken, heeft Wit op 28 september een brandbrief geschreven aan het Procesmanagement ICT in Zoetermeer. Hij stelt daarin drie vragen: Kunnen er maatregelen worden genomen om te voorkomen dat het ICT-project de concurrentie tussen voorhoede- en volgscholen vergroot? Is het mogelijk om De Jagersplas in versneld tempo dezelfde faciliteiten als De Vuurvogel te geven? En: Klopt het dat er een tweede groep voorhoedescholen komt?

Zwak
Wit moest tweeëneenhalve maand op antwoord wachten. Pas half december kreeg hij een reactie van het procesmanagement. In de brief wordt hem meegedeeld dat komend voorjaar zal blijken hoe het nieuwe computerplan van minister Hermans voor de volgscholen zal uitpakken. Tot die tijd moet Wit zichzelf maar op de hoogte houden door de media te volgen, de nieuwsbrief van het procesmanagement te lezen en de Internet-site te bezoeken. Een antwoord waar De Jagersplas weinig mee kan.

Ook naar de pers maakt het procesmanagement een zwakke indruk. Een medewerkster van de organisatie adviseert deze krant om eventuele vragen en kritiek te faxen, dan zal het procesmanagement zo snel mogelijk reageren. Een schappelijk voorstel. Drie werkdagen na verzending van de fax is het echter nog steeds stil aan de andere kant. Na vier keer doorverbinden komt er een voorlichter van het ministerie van onderwijs aan de lijn. Die maakt duidelijk dat het procesmanagement zelf helemaal niet mag communiceren met de pers. Met andere woorden: de fax is naar het verkeerde adres gestuurd.

Geen zorgen
De voorlichtster van het ministerie is bereid een kopie van de brief aan De Jagersplas te faxen, met daarin het eerdergenoemde nietszeggende antwoord. Op de kritiek van de Zaandamse school dat er voor 40.000 gulden geen fatsoenlijke server met netwerk te koop is, antwoordt ze: „Dan moet de school maar kiezen voor minder aansluitingen”. Dat KPN voor het genoemde bedrag zelfs geen offerte wil maken, klinkt haar vreemd in de oren. „Als dat echt zo is, moet De Jagersplas dat melden bij het procesmanagement, dan kan dat rechtstreeks met KPN contact opnemen”.

Er is op dit moment geen reden voor volgscholen om zich zorgen te maken, benadrukt de voorlichtster van het ministerie. Maar of deze scholen binnen vier jaar dezelfde faciliteiten zullen hebben als de voorhoedescholen, zoals aanvankelijk beloofd, durft zij niet te bevestigen. „Minister Hermans heeft gezegd dat de ambities van Ritzens plan overeind blijven, maar dat de uitwerking op een andere manier zal gaan”. En daarmee is de cirkel weer rond.