Opinie 27 april 2000

Werken vanaf
je veertiende

Stelling: Vmbo-leerlingen die liever werken dan balend in de klas zitten, moeten de mogelijkheid krijgen al vanaf hun veertiende jaar een leer-werktraject te gaan volgen.

K. Adelmund, staatssecretaris OCW:

„Mee eens. Vmbo-leerlingen hebben recht op onderwijs dat hen maximaal uitdaagt en hen voorbereidt op een actieve rol in de samenleving. In het Nederlandse onderwijssysteem geldt het vbo op dit moment nog te veel als de onderste la in de sorteermachine. Het is in de ogen van velen een onderwijssoort waar je vooral terechtkomt als je dingen niet goed kunt. Dat beeld is ongewenst en onjuist.

Om dit beeld bij te stellen zijn veranderingen in het onderwijs nodig, maar ook een opwaardering van ”leren door doen”, van manuele intelligentie. Dat moet gebeuren in arbeidsorganisaties en in de samenleving. De tekorten aan geschoold personeel en de technologische ontwikkelingen waardoor het simpele onderscheid tussen witte en blauwe boorden allang verdwenen is, bieden in dit opzicht kansen. Lerende organisaties hebben straks juist de ”lerende doeners” hard nodig.

Nu de conjunctuur verder aantrekt en veel jongeren hun heil buiten het onderwijs kunnen zoeken, vind ik dat we enerzijds (geclausuleerd) moeten inspelen op de ontwikkeling van „liever werk dan balend in de klas” en anderzijds ervoor moeten zorgen dat leerlingen in het onderwijs maximaal worden uitgedaagd.

Voor leerlingen die in schools verband weinig motivatie kunnen opbrengen, zou de basisberoepsgerichte leerweg anders ingevuld kunnen worden. Daarom heb ik voorgesteld leer-werktrajecten in te richten, aansluitend bij de praktijk zoals die zich op een aantal scholen reeds heeft ontwikkeld. In een leer-werktraject kunnen leerlingen vanaf 14 jaar buitenschoolse leerervaring opdoen. Ze leren en werken volgens een gestructureerde benadering onder verantwoordelijkheid van de school. Uiteraard onder randvoorwaarden.

Voor delen van het vmbo-programma zouden daarbij trajecten van ”uitgesteld leren” kunnen worden ontwikkeld. Een deel van het programma kan dan verschoven worden naar later, zodat leerlingen certificaten kunnen halen en later het complete examen kunnen behalen.”

U. Lambrechts, kamerlid voor D66:

„Oneens. Twee weken geleden werden we onaangenaam verrast door grote krantenkoppen die wisten te melden dat staatssecretaris Adelmund de leerplicht naar 14 jaar wil verlagen om ongemotiveerde jongeren de kans te bieden te gaan werken onder het motto: „Liever werken dan balen in de klas.”

Hoewel inmiddels duidelijk is geworden dat verlagen van de leerplichtige leeftijd niet aan de orde is, omdat uitzonderingen met toestemming van de leerplichtambtenaar ook nu al mogelijk zijn, is aanhoudende zorg wel degelijk op zijn plaats.

Natuurlijk, voor drop-outs of onverbeterlijke spijbelaars zullen we altijd bereid moeten zijn te zoeken naar onorthodoxe oplossingen. Alles beter dan zwerven op straat. Maar waar we ons wel zorgen over moeten maken is dat deze „vluchtweg voor sommigen” ontaardt in een „snelweg voor velen”, zoals een directeur van een vmbo uit Rotterdam dat zo treffend typeerde. Dat gevaar dreigt wel degelijk voor een grote groep leerlingen voor wie het huidige praktijkonderwijs te makkelijk en de basisberoepsgerichte leerweg waarschijnlijk te theoretisch is. Deze jongeren dreigen in het nieuwe vmbo dus tussen de wal en het schip te raken. Ruim een jaar geleden heeft de Onderwijsraad, een gezaghebbend adviesorgaan, de staatssecretaris hier ook al voor gewaarschuwd. Tot nu toe heeft dat echter niet tot aanpassingen van de lesprogramma's in het vmbo geleid.

Dan zegt D66: Het kan toch niet zo zijn dat we eerst grote groepen jongeren met veel te theoretische en overladen programma's de schoolbanken uit jagen en vervolgens tegen hen zeggen: Ga maar lekker werken. Is dat de manier om kansarme jongeren hun achterstand te laten inhalen? Wij vinden van niet. De staatssecretaris had er beter aan gedaan vorig jaar het advies van de Onderwijsraad ter harte te nemen, in plaats van nu een oplossing buiten het vmbo te zoeken.”