Jacob Brouwer: Theologiestudie geen aanval op overtuiging
Opgescherpt in de tapijtfabriekDoor J. M. D. de Heer Op zondagavond zit je in de kerk, de volgende dag hoor je op college een visie die lijnrecht strijdt met wat de dominee de vorige dag voorhield. Hoe gaat een theologiestudent daarmee om? Jacob Brouwer, vijfdejaarsstudent in Leiden: Ik vind het gevaarlijk als je in twee werelden gaat leven; als het geloof van de zondag en de wetenschap van de andere dagen los van elkaar komen te staan.
Nog een krap jaar voor de afronding van zijn doctoraalstudie, vervolgens een kleine twee jaar voor de kerkelijke opleiding en dan hoopt Jacob Brouwer (23) een plaats te krijgen als predikant binnen de Nederlandse Hervormde Kerk. Want dat is het doel van zijn studie theologie. Ik wilde eerst geschiedenis studeren en leraar worden, maar in de laatste jaren van het vwo werd het me duidelijk dat het theologie zou worden. Veel theologiestudenten ervaren een behoorlijke kloof tussen wat ze van huis en school hebben meegekregen en de colleges aan de rijksuniversiteit. Jacob werd hiervoor ook gewaarschuwd. Sommigen hebben het beeld dat de studie theologie een regelrechte aanval op je geloof is. De studie is dan iets ergs, waar je zo snel mogelijk doorheen moet. Ik vind het een beetje jammer dat sommige predikanten dat beeld in stand houden. Maar de colleges zijn soms toch behoorlijk confronterend? Je hoort opeens beweren dat Mozes niet echt bestaan heeft en dat allerlei bijbelse geschiedenissen sagen of mythen zouden zijn. Dat is waar. Het voordeel is dat zulke opvattingen al heel snel, bij de inleidingen op de bijbelvakken, aan de orde komen. Je weet dan direct waar je aan toe bent. Ik heb mezelf proberen voor te houden dat kritische theorieën ook maar reconstructies zijn. En daarom staan ze voor mij op het tweede plan. Eerst wil ik luisteren naar wat de bijbelse geschriften mij te zeggen hebben. Als je weet waar je staat, als je ervan doordrongen bent dat God de wereld regeert, dat Hij door Zijn Woord tot je spreekt, dan hoef je, denk ik, niet bang te zijn dat je tijdens de studie onderuit gaat. Het valt de Leidse student op dat er bijna altijd openheid is voor een redelijk gesprek. Hij vindt het belangrijk dat orthodoxe studenten dat gesprek aangaan. Het lijkt me niet goed om direct in je schulp te kruipen. Maar een echt gesprek ontstaat pas als je goed naar elkaars argumenten luistert. Jacob benadrukt dat zijn persoonlijke overtuiging aan de universiteit wordt gerespecteerd. Er is soms wel verbazing over het feit dat je zo'n sterk traditiebesef hebt. Maar je merkt ook interesse in je persoonlijke overtuiging. Vage voorstelling Toen hij op de Scholengemeenschap Pieter Zandt zat, was Jacobs voorstelling van de studie theologie nog behoorlijk vaag. Ik had er wel eens over gesproken met mijn godsdienstleraar, met ouderejaarsstudenten en ook met ds. W. Pieters, die toen nog in Genemuiden stond. Ik begreep van ouderejaars uit Leiden dat de studie daar gedegen-wetenschappelijk is. En dat sprak me aan. Andersom is het hem opgevallen dat doorsnee kerkmensen zich niet zo kunnen voorstellen wat de theologiestudie inhoudt. Toch leven mensen bij ons uit de hervormde gemeente van Genemuiden best mee. Ook vond ik het fijn dat twee ouderlingen belangstellend naar mijn keuze informeerden. Het meest spreekt Jacob evenwel met medestudenten. Vooral de contacten met ouderejaars vindt hij waardevol. Je moet oppassen dat je niet in de boeken opgesloten raakt. Maar ook waardeert hij de gesprekken met medewerkers in de fabriek waar hij vakantiewerk heeft gedaan. Die jongens denken op een heel ander niveau dan jij. Maar dat scherpt je juist op. Niet ondersteboven Jacob moest wennen aan de afstandelijke manier waarop aan een universiteit over godsdienst en de Bijbel wordt gesproken. Nu hij alweer enkele jaren studeert, waardeert hij deze scheiding tussen kerk en wetenschap juist positief. In de kerk kun je zeggen dat God de wereld leidt, maar aan een staatsopleiding niet. Daar gelden de normen van de wetenschap. Maar Voetius had toch een ander ideaal van de universiteit, waar kerkelijk geloof en wetenschap in zijn ogen hand in hand gingen? Dat is in deze tijd niet realistisch. Wij hebben nu eenmaal te maken met openbare universiteiten. Meer persoonlijke vragen komen op een kerkelijk seminarie wel aan de orde. Als die aan de universiteit de boventoon zouden voeren, raakte je overgeleverd aan allerlei subjectieve opvattingen. Nee, ik vaar wel bij het wetenschappelijke karakter van de studie. Zijn oude wens om leraar te worden, is Jacob nog niet helemaal vergeten. Ik zou, voordat ik een gemeente inga, best wat godsdienstlessen willen geven. Juist dan leer je om je boodschap aan jongeren door te geven. Onlangs moest ik onverwacht een bijbelverhaal vertellen aan de kleuters van de zondagsschool. Toen dacht ik: Je hebt de boodschap van de Bijbel pas goed begrepen als je hem aan kinderen kunt uitleggen. Wat studeer jij? Dit is het zesde artikel in een zevendelige serie over studenten en hun opleiding. |