Voornamen in het buitenland 20 augustus 1998

Meeste Zoeloes dragen ook een Europese naam

Ons baas speel lekker vandaag

Door E. J. Landheer
Zuid-Afrika is een multiculturele samenleving in de breedste zin van het woord. Dat is ook zichtbaar in het gebruik van voornamen. Van Europees, Aziatisch tot Afrikaans en van christelijke tot moslimnamen, je vindt ze allemaal terug.

Aandoenlijk is soms de verschuiving die te zien is in het gebruik van aanspreektitels. Zo waren zwarte werkers altijd gewend hun blanke chef met “baas” aan te spreken. Nog steeds hebben veel zwarten, vooral de armere, problemen om een blanke bij de voornaam te noemen, zelfs als daar nadrukkelijk om wordt gevraagd. Opmerkelijker is dat bij voetbal, dat voornamelijk door zwarten wordt gespeeld, een wat oudere blanke speler ook baas wordt genoemd. „Baas speel lekker vandaag”, hoor je dan. Het woord baas, dat in de apartheidsjaren een stigma had gekregen, is zo onder andere omstandigheden een koosnaam geworden.

Afrikaners geven hun kinderen vaak namen die uit de Nederlandse achttiende eeuw stammen. Ook geven ze dubbele namen of worden namen vervormd zodat ze minder formeel klinken. Zo wordt K(C)atherina omgevormd tot Karin of Rina en Gerhardus wordt Gerhard of Gert. Onbekender voor Nederlanders klinken vervormingen als Fanie, van Stefanus. Afrikaners hebben de neiging hun naam te verkleinen. Zo moet niemand opschrikken als iemand zich voorstelt met Japie, terwijl er een boom van kerel voor je staat.

Heidi en Tinneke
Afrikaners vernoemen hun kinderen eveneens naar televisiehelden. Vandaag de dag zitten de middelbare schoolklassen vol met Heidi's, vernoemd naar de succesvolle serie die hier in de begin jaren tachtig op het scherm werd vertoond. Thans is voor dochters de naam Amanda gewild, afkomstig van de populaire Zuid-Afrikaanse tennisster Amanda Coetzer. Politici zijn eveneens in. Zo was begin jaren negentig de naam Marike razend populair, naar Marike de Klerk, de ex-vrouw van oud-president F. W. de Klerk. De Zuid-Afrikaanse ambassadeur in Nederland, Carl Niehaus, noemde zijn dochter weer naar de bekende antiapartheidstrijdster Helen Joseph.

Soms zie je combinaties. Zo worden de namen Johanna en Maria omgevormd tot Hanri. Interessant vindt de Afrikaner het gebruik van het accent: Celester wordt Celesté en Salome wordt Salomé. Eind jaren tachtig was de naam Frede populair, van vrede. Het land smachtte toen naar het eind van het politieke geweld.

Dat mensen zoeken naar aparte namen wordt duidelijk met Tinneke. Dat moet eigenlijk Tineke zijn, maar deze naam stond verkeerd gespeld in een Afrikaans namenwoordenboekje van Willem Steenkamp, dat begin jaren negentig verscheen. Veel ouders namen niet eens moeite om te checken of de naam wel bestond.

Zoeloe
De van oorsprong Engelsen in Zuid-Afrika volgen grotendeels de Britse voornamentraditie, evenals de Ieren en de Schotten. De moslims in Zuid-Afrika gebruiken zelden westerse namen. Daar zie je vooral namen als Abdul, Farieda, Ismail en Fatima en bij de hindoegemeenschap onder andere Dayal, Anil en Jay.

De Afrikanen hebben twee namen, een Europese en een Afrikaanse. De voornaamsystemen van de Xhosa, de Sotho, de Tswana, de Swazi en de Zoeloe komen grotendeels overeen. Prof. Adrian Koopman van de universiteit van Durban specialiseerde zich in Zoeloe-namen.

„De gemiddelde Zoeloe heeft drie namen”, aldus prof. Koopman, „de igama lasekhaya (de Zoeloe-naam), de igama lesilungu (de Europese naam) en de isibongo (de clannaam of achternaam)”.

De Europese naamkeuze komt overeen met de Engels- of Afrikaanssprekenden. Je ziet veel bijbelse namen, net zoals bij de Afrikaners. Maar de Zoeloes kiezen vaak wat minder bekende personen als Cleopas, Aäron en Abednego. Sommige namen refereren aan gewenste attributen of eigenschappen, zoals Bargain, Insurance en Prettygirl.

In de familie
De echte Zoeloe-naam wordt meestal alleen in de familie gehanteerd. Deze wordt zelden door buitenstaanders gebuikt, en vaak spreken zelfs de man en vrouw elkaar niet met hun Zoeloe-namen aan. Ze zeggen bijvoorbeeld: Mama kaSibongile (refererend aan de oudste dochter) of Baba kaSipho (refererend aan de oudste zoon).

De Zoeloe-namen gaan zelden van vader op zoon of van moeder op dochter over. Soms wordt verwezen naar de positie van het kind in de familie, zoals bij Mfanufikile (een andere jongen) of Ntombifikile (eindelijk een dochter – na zoveel zonen).

Ziningi (er zijn er veel) of Zanele (er zijn er genoeg) zijn veelgebruikte namen voor vierde of vijfde dochters. Zelfs het gegeven dat het op de geboortedag regende, wordt gebruikt: Nomvula (prinses van de regen) voor een meisje. In de familie wordt de Zoeloe alleen door een ouder iemand bij zijn Zoeloe-naam genoemd. In andere situaties wordt de Europese naam gebruikt of Mfowethu (broer) en Baba (vader), ongeacht of de persoon echt de vader of broer is.

De geboorte van een kind wordt gezien als een gift van God. Dus namen als Siphosenkosi (gift van God) of afgekort Sipho (gift) zijn gebruikelijke Zoeloe-namen. Een andere veelvoorkomende naam is Mandlenkosi (de kracht van God), meestal verkleind tot Mandla (kracht). En ook nog: Unkosinathi (de Heere is met ons) of Nkosinomusa (de Heere is vergevingsgezind).

Bijnamen
Een enkele keer vernoemen de ouders hun kind in verband met onenigheid in de familie: Funani (wat wil je van me) of Thulani (blijf stil). In het Zoeloe krijgen namen altijd een “u” vooraf, dus Mandela wordt uMandela. In het Engels wordt de letter weggelaten.

Zelden worden in het Zoeloe kinderen naar politieke leiders of sporthelden vernoemd. Dat gebeurt wel bij de Europese naam, dan zie je bijvoorbeeld Washington, Churchill of Lincoln.

Opmerkelijk is dat de bewoners van het platteland vaak creatiever zijn in het bedenken van namen dan de inwoners van de stedelijke gebieden. En ten slotte houden Afrikanen ervan om bijnamen te geven. De bekendste is natuurlijk die van Mandela: Madiba (de wijze oude man).