Voornamen in het buitenland 13 juli 1998

In andere culturen gaat het om de betekenis

Een goede naam is goud waard

Door Marie van Beijnum
Het Zweedse jongetje was al zes en had nog altijd geen naam. De ouders wilden dat hun kind als Brfxxccxxmnpckcccc111mmnprxvcImnckssqlbb11116 door het leven zou gaan, uit te spreken als Albin. De burgerlijke stand weigerde de naam in te schrijven. In 1996 legde de rechter de ouders een boete van ongeveer 1300 gulden op. Daarop deden zij het voorstel van de naam A. Maar Zweden accepteert geen voornamen van één letter.

Bovenstaand voorbeeld illustreert dat het geven van namen niet altijd van een leien dakje gaat. De ouders zeiden een „betekenisvolle en expressionistische formule te hebben gekozen, die wij als een nieuwe, kunstzinnige schepping beschouwen in de patafysische traditie waarin wij geloven”. De naam waarmee zij hun telg wilden bedelen, stond echter haaks op de wet.

Zowel in Nederland als in het buitenland kan de burgerlijke stand invloed aanwenden bij de naamgeving van baby's. In een serie artikelen nemen correspondenten en redacteuren van deze krant de komende weken het fenomeen naamgeving onder de loep. Welke tradities zijn er met betrekking tot naamgeving? Welke namen zijn in onbruik geraakt en waardoor? Zijn er trends te bespeuren?

Uit het Oude Testament kennen we de namenregisters. Te beginnen met Genesis 3 vers 20, waar staat dat Adam de naam van zijn vrouw Heva noemt, omdat zij moeder aller levenden is. Van geslacht op geslacht blijven familienamen als een beloftenisvolle rode draad zichtbaar. In latere tijden verbonden koningen en keizers hun wapenfeiten aan hun namen. Als er op de deuren werd gebonsd onder de roep: „In naam van Oranje, doe open de poort”, werd je geacht te gehoorzamen. Je kunt te goeder naam en faam bekend staan, maar ook een slechte naam hebben. Een goede naam is nog altijd goud waard. Namen zijn gewichtig, al beweerde Shakespeare het tegendeel.

Elftal
Wie in Nederland aankondigingen van geboorten of kinderbladen leest, zal niet ontkennen dat naamgeving alles te maken kan hebben met traditie en vernieuwing, behoudzucht en trends. De afzender van een ingezonden brief in het dagblad Trouw constateerde spijtig dat er helemaal geen oer-Hollandse namen meer voorkwamen in het Nederlandse elftal. De Johans en Ruuds van weleer heten tegenwoordig Patrick, Ronald, Dennis en Phillip. Blijde aankondigingen zijn eveneens een dankbare indicatie van wat in de mode is: Barshul, Mirdin of het multifunctionele Arte (kunst), om eens wat te noemen.

In de jaren zestig deed zich in Nederland op het namenfront een revolutie voor met de intrede van de buitenlandse namen. De tijd van Annie en Mien leek voorgoed verleden tijd. Er waren mensen die zich opeens anders lieten noemen, Doris bijvoorbeeld, of die hun naam bij de burgerlijke stand lieten wijzigen (hetgeen voor een bedrag nog steeds een optie is voor degenen die gefrustreerd zijn over hun naam).

Nu zijn vooral Engelse namen gewild en bestaat er een voorkeur voor korte, eenvoudige namen. Femmie Goudzwaard uit Petten schreef voor het blad Ouders van Nú over typische en vreemde namen. Zo had een creatief Italiaans ouderpaar na vele bevallingen de veronderstelde laatste boreling Ultima genoemd. Mevrouw Goudzwaard koppelt namen aan een sociale geleding. De voorkeur voor Machteld, Sanne, Julia en Emma hoort volgens haar bij het chiquere, het parelkettingengenre. Een kind dat Djazzy heet, komt ongetwijfeld uit een muzikaal milieu. Namen als Sharon, Shelly en Kelly –vooral als ze niet correct worden uitgesproken– wekken een bepaalde associatie op met geblondeerde haren.

Regelgeving
Veel kinderen krijgen twee of drie voornamen. Het is verwarrend wanneer zowel de voornamen als de roepnaam in de akte worden opgenomen, zegt Marijke Versteeg, ambtenaar van de burgerlijke stand in de gemeente Amersfoort. „Vaak heb je dan de naam dubbel: zoals Johannes Willem Johan. Dat schept onduidelijkheid”. Met doopnamen heb je daar minder last van.

Ambtenaren hebben zich te houden aan regelgeving op het gebied van namen. In het Burgerlijk Wetboek ligt het recht op de naam vervat. Naar het Nederlands recht heeft ieder de voornamen die hem of haar in de geboorteakte zijn gegeven. Er zijn beperkingen. Hoewel het aantal voornamen niet aan een limiet is gebonden, lijkt het echter „ongepast een kind een ongebruikelijke hoeveelheid voornamen te geven”. Dat de mazen van de wet rekbaar zijn, moge blijken uit het feit dat er ergens in Amsterdam een spruit ronddoolt die de elf namen van de spelers uit de voetbalploeg Ajax met zich meedraagt.

In principe is men bij de keus van de voornamen vrij. Voornamen die ongepast zijn of die overeenstemmen met een geslachtsnaam (zoals Jansen) worden geweigerd. Het Parool berichtte begin dit jaar dat een Amsterdamse ambtenaar overstuur raakte van de naam die het liefdeswonder moest verpersoonlijken: Panther Fonny Miracle of Love. Dat kon niet door de beugel. „Als ambtenaar kun je enigszins sturend optreden”, aldus Marijke Versteeg. Zelf maakte ze een Chinees echtpaar mee dat aangifte deed van hun dochter Pik. Na veel geredeneer werd besloten er Peggy van te maken. Ook gebeurt het dat ouders op een verkapte manier hun kind een titel proberen mee te geven. „Onlangs hebben we de voornaam Graaf afgewezen”, merkt de Amersfoortse ambtenaar op.

De een meent dat bij een polder-Hollandse achternaam een welluidende Franse naam past, de ander houdt het liever bij Bart en Nienke. Het geven van namen is allesbehalve een sinecure. Sommigen, aldus het blad Kinderen, weten al ruim voor ze zwanger zijn hoe hun kind gaat heten. Anderen verkeren tot op het moment dat de vliezen breken in staat van opperste en emotionele twijfel. Het komt voor dat een kind nog een paar uur naamloos in de wieg ligt omdat vader en moeder het niet eens kunnen worden. „Helaas maken we dat vaak mee”, verzucht Marijke Versteeg.

Voor kinderen kan het prettig zijn als hun vader en moeder zo schrander zijn geweest erop te letten dat de initialen geen vreemde combinatie opleveren. Over het algemeen klinken namen minder mooi als de laatste letter van de voornaam dezelfde is als de eerste letter van de achternaam, luidt een tip van het blad Kinderen. Een naam moet simpelweg smaakvol van de tong rollen. Bij een lange achternaam past een korte voornaam, bij een korte achternaam mag een langere voornaam.

Vernoemen
Vernoemen blijkt voor veel ouders nog altijd doorslaggevend bij de naamgeving van hun kind. Omdat de gezinnen minder talrijk zijn, wordt eerder naar praktische constructies gegrepen dan in het verleden. Mevrouw Doreen Gerritzen, die onderzoek deed naar het verschijnsel voornamen, vertelde tegenover het magazine Kinderen dat 45 procent van de kinderen de naam krijgt van een familielid, meestal van een grootouder. Alleen was er een verandering gekomen in de tot dusver vrij strak gehanteerde regels over dat vernoemen en wordt soepeler omgegaan met de roepnaam, die best mag afwijken van de officiële geboorte- of doopnaam.

Minder Nederlanders laten de betekenis van de naam meewegen, iets wat in andere culturen juist erg belangrijk is. In protestants-christelijke kring valt een voorkeur voor bijbelse en Hebreeuwse namen waar te nemen. Hoewel ook op dat terrein selectieve voorkeuren waarneembaar zijn. Een jongen noem je eerder Iddo, dat vriend van God betekent, dan Judas, de verrader van Jezus Christus. Voor meisjes is Rachel in trek, maar dan met de Engelse uitspraak, weet Marijke Versteeg, die dat aan de invloed van de media wijt. Johannes wordt trouwens verbasterd tot Joevanni (Italiaans voor Johannes is Giovanni).

Eind 1994 bevroeg het instituut voor marktonderzoek NIPO ruim 3000 ouders over de namen van hun kinderen. Idolen als fotomodellen, popsterren en voetballers bleken populair onder een bepaald segment van de bevolking. Toppers voor jongens zijn Jeroen, Niels, Nick, Mark, Tom, Stefan, Kevin, Jasper, Mike, Tim, Rick en Martijn. Michel mag ook als Maikel worden uitgesproken. Opvallend is dat achternamen van tijdsgoden opeens een eigen leven gaan leiden als voornaam: Dylan. En dat terwijl de Haagse rechtbank in 1970 een verzoek tot toevoeging als voornaam van de naam Stephenson afwees met de redenering dat dat een ook in Nederland als zodanig bekende buitenlandse achternaam was.

Meisjesnamen die hoog scoren op de NIPO-lijst zijn Lisa, Laura, Denise, Kelly, Naomi, Suzanne, Sanne, Iris, Eva en, ja heus, het in Engeland volstrekt uit de gratie geraakte Sharon. Uit het NIPO-onderzoek blijkt dat ouders vooral een naam kiezen omdat ze die fraai vinden. Op hedendaagse geboortekaartjes kan dat dus zowel Evert Jan, Floris Adriaan als Reinier zijn, maar ook Barbara, Willemijne, Boris, Beer en Fleur.

Al met al zou Marijke (Marijke Jeannette) Versteeg graag zien dat de burgerlijke stand meer aan voorlichting deed over de mogelijkheden van de naamkeuze. „Het geven van een naam is niet zomaar iets. Je kunt je geloof erin tot uitdrukking brengen. Een kind moet er zijn leven lang mee doen. Je kunt er een kind mee straffen of het juist een plezier doen. Daarom is het o zo belangrijk wanneer de naamkeuze op een zinvolle wijze vorm krijgt”.