Dossier MKZ | 26 april 2001 |
Vragen over schadeloosstellingen aan boeren en bedrijvenMkz-schade niet altijd vergoedVan onze redactie economie Krijgen zelfstandigen de schade vergoed? Minister Jorritsma van Economische Zaken vindt de inkomstenderving door het mkb behoren tot het ondernemersrisico. MKB-Nederland is het daarmee niet eens. Het wil dat er een vergoedingsregeling komt zoals bij de watersnood in 1995 waaruit de gedupeerden de schade vergoed krijgen. Waar kan een zelfstandige in financiële nood terecht? Ondernemers die door de mkz-crisis tijdelijk geen inkomen hebben, moeten eerst hun reserves aanspreken of bij de bank extra geld lenen. Is dat niet meer mogelijk, dan kunnen zij een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Dit is een onderdeel van de Algemene bijstandswet. Op grond daarvan kan de ondernemer een uitkering voor levensonderhoud krijgen. De uitkering komt overeen met het nettominimumloon. Ook kan de bijstand een lening van maximaal 335.000 gulden verstrekken als er behoefte is aan bedrijfskapitaal. Welke rol speelt het eigen vermogen in zo'n geval? Het eigen vermogen van de zelfstandige staat een uitkering op grond van het Bbz niet in de weg. Wel wordt de bijstand bij een eigen vermogen boven een bepaalde grens uitsluitend in de vorm van een lening verstrekt. Krijgt de veehouder een vergoeding voor de geruimde dieren? Ja. De dieren van een bedrijf dat geruimd wordt, worden getaxeerd door twee taxateurs: een van de overheid en een onafhankelijke. Beiden dienen het rapport te ondertekenen. Binnen een maand doet de AID onderzoek of de veehouder zich aan de regels heeft gehouden. Op grond van het rapport en het AID-onderzoek betaalt de overheid schadevergoeding aan de veehouder. Bij boeren die zich niet aan de regels houden, kan de vergoeding gekort worden. Schade die boeren lijden doordat zij door de ruiming zonder inkomsten zitten, wordt niet vergoed. Wie betaalt de vergoeding aan de boeren? De veehouders draaien via het Diergezondheidsfonds voor een groot deel zelf op voor de kosten. Dit fonds hebben de overheid en de boeren vorig jaar opgericht voor gevallen van nood. Omdat het fonds nog over weinig geld beschikt, staat een bank garant voor ruim 1 miljard gulden. De boeren betalen via een heffing aan het fonds. Die heffing gaat per 1 mei flink omhoog. Per rund betaalt een boer jaarlijks 20 gulden (was 4,60 gulden); per varken 4,50 gulden (was 50 cent). Wat vergoedt het fonds? Het fonds keert alleen de schade uit die boeren lijden doordat hun vee door een crisis veel minder waard is geworden. De overheid wil niet dat het fonds gebruikt wordt om de inkomstenderving van boeren te vergoeden. Welke rol speelt de Europese Unie? Brussel betaalt flink mee aan de vergoeding, zolang het in kan stemmen met het door Nederland gevoerde beleid. Van elke gulden die de getroffen veehouder krijgt, is tussen de 50 en 70 procent afkomstig van de Europese Unie. Als de Nederlandse veehouders via het Diergezondheidsfonds 1 miljard gulden kwijt zouden zijn aan de mkz-crisis, dan legt Brussel ruimschoots het dubbele bedrag op tafel. Wat houdt de opkoopregeling in? Voor veehouders buiten de zogenaamde toezichtsgebieden, de driehoek Zwolle-Apeldoorn-Deventer en het gebied rond het Friese Ee, kunnen gebruikmaken van een opkoopregeling. Zij moeten gevestigd zijn in gebieden waaruit het vlees niet geëxporteerd mag worden. Voor blanke kalveren geldt een vergoeding van 475 gulden per dier, voor roze kalveren is dat 650 gulden. Voor varkens bedraagt de vergoeding 55 gulden per big. Het dier moet voor 20 april geboren zijn. Bovendien dient de boer zeugen die minder dan veertig dagen drachtig zijn te laten aborteren. Met name deze voorwaarde en het fokverbod stuiten op veel tegenstand bij de varkenshouders. Voor dieren binnen de toezichtsgebieden gelden andere prijzen. De vergoeding voor een kalf zal rond de 1100 gulden bedragen. Voor varkens wordt 45 gulden per dier en 2 gulden per kilo betaald. |
![]() |