„Ministerie hield mkz
in 1999 onder de pet”

KOOTWIJKERBROEK – De Stichting Boer en Vee beschuldigt het ministerie van Landbouw ervan twee eerdere gevallen van mond- en klauwzeer in Kootwijkerbroek „onder de pet” te hebben gehouden. De stichting baseert zich op documenten van het onderzoeksinstituut ID-Lelystad. Het ministerie ontkent de aantijgingen en spreekt van een „storm in een glas water.”

Volgens voorzitter mr. Willem baron van Tuyll van Serooskerken, voorzitter van de Stichting Boer en Vee, blijkt uit stukken van het ID dat op het bedrijf van boer Theunissen in Kootwijkerbroek, waar vorige maand mkz werd vastgesteld, twee keer eerder een positief geval van mkz is geconstateerd. Dat was op 16 november 1999 „en eenmaal daarvoor.” ID-onderzoeker Aldo Dekker zou drs. P. van der Wal van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) destijds in een brief hebben gemeld dat ingezonden blaarwandmateriaal twee keer positief was bevonden na virusisolatie op lammernieren.

Oorlogsgeschal
De Stichting Boer en Vee kreeg na een beroep op de Wet openbaarheid bestuur ID-documenten (UBN-nummer 1211771 en DSU-nummer 578763) in handen. Deze documenten zijn op 1 april 2001 door het ID naar Van der Wal gefaxt en refereren volgens de Stichting Boer en Vee aan een brief die op 16 november 1999 door Aldo Dekker werd verzonden. Die brief handelt over een positief mkz-geval in Kootwijkerbroek.

Volgens Van Tuyll is dit voorbeeld een teken dat „voortdurende individuele mkz-uitbraken” in Europese lidstaten door lokale overheden „onder de pet” worden gehouden om exportbelangen niet te schaden. Zo ook in Kootwijkerbroek, aldus Van Tuyll. „Het bewijs is geleverd dat uitbraken in Nederland intern en extern werden verzwegen. Pas toen een grootscheepse uitbraak in Oene niet binnenskamers te houden viel, brak het paniekvoetbal van de grootschalige ruimingen en het oorlogsgeschal los.”

Woordvoerder Westerhof van het ministerie van Landbouw zegt in een reactie op de hoogte te zijn van de bewuste brieven en faxen. Volgens hem is er sprake van een misverstand. „Het betreft een verkeerde datum, 16 november 1999 moet 1 april 2001 zijn.” Hoe een dergelijke afwijkende datum op een recent document terecht kan komen, is Westerhof ook een raadsel. „Ik vermoed dat er gebruik is gemaakt van een oude conceptbrief. Onze lezing is dat alle documenten waar nu over wordt gesproken betrekking hebben op het recente geval van mond- en klauwzeer bij boer Theunissen aan de Kerkweg in Kootwijkerbroek.”

De woordvoerder noemt de beschuldiging van de Stichting Boer en Vee een „storm in een glas water.” ID-Lelystad geeft dezelfde verklaring af: „Het is een fout in ons systeem van faxen. Ook op andere faxen wordt telkens op het tweede document een verkeerde datum afgedrukt”, aldus een woordvoerder.

De Stichting Boer en Vee eist echter een „diepgravend onderzoek” en heeft de inmiddels beschikbare stukken vanmorgen overhandigd aan het openbaar ministerie in Arnhem.

Moszkowicz
De vereniging Verenigde Boeren Kootwijkerbroek heeft ondertussen contact opgenomen met mr. A. Moszkowicz. De boeren willen een contra-expertise van het bloedmonster van het met mkz besmette kalf. Een opdracht voor de Amsterdamse advocaat ligt er nog niet, aldus de vereniging, maar vandaag zou verder worden overlegd over een plan van aanpak. De kosten van te voeren gerechtelijke procedures hoeven volgens betrokkenen geen probleem te zijn.

In Kootwijkerbroek worden 90.000 dieren geruimd als gevolg van het ene mkz-geval dat het dorp trof en waarover grote twijfels heersen. Moszkowicz wil nagaan of een nieuw onderzoek van de monsters mogelijk is, zo zei hij vanmorgen. „Dat zal wel enige moeite kosten. In dat verband is het zeer van belang te weten of het originele bloedmonster nog aanwezig is.” Moszkowicz zegt overigens ook dat het ruimen van de veestapel in Kootwijkerbroek niet kan worden voorkomen.