Dossier MKZ28 maart 2001

Generaal Brinkhorst volgt instructies uit hoofdkwartier Brussel

Strijd over strategie in mkz-oorlog

Door A. de Jong
DEN HAAG – De oppositie deed intens haar best, maar kwam er gisteren toch niet doorheen. „Het is oorlog”, had Brinkhorst immers al eerder gezegd. In die oorlog is híj de generaal. De onderofficieren mogen wel meepraten over de strategie in de strijd tegen mond- en klauwzeer, maar de minister neemt de beslissingen. In lijn met hoofdkwartier Brussel.

Niemand mocht gisteren in het debat tussen Kamer en minister de indruk krijgen dat er fundamentele verschillen bestonden. Nee, in de kern was men het eens, meende Brinkhorst. „Iedereen vindt de ruimingen verschrikkelijk. Iedereen hoopt op een kanteling in het beleid van de Europese Unie.”

Daarover ging het debat dus niet, maar over de te kiezen beleidslijn, gegéven het Brusselse kader. Moeten we ons bij de EU-aanpak volledig neerleggen en pas na deze crisis een fundamenteel debat over het landbouwbeleid starten (Brinkhorst en Kok)? Of kunnen we nu alvast een klein, klein beetje tegen dat beleid ingaan door dieren die een noodvaccinatie hebben gehad voorlopig niet te doden (ChristenUnie en CDA)? Of gaan we daarmee niet eens tegen Brussel in, maar kunnen we via een andere interpretatie van de Europese regels onmiddelijk stoppen met het huidige, rigoureuze ruimen van gezond vee (SGP)?

In leven laten
ChristenUnie-kamerlid Stellingwerf wierp maandag voor het eerst het balletje op. Aangespoord door toenemende protesten in de samenleving en door zijn eigen afkeer van het doden van gezond vee, stelde hij voor een klein beetje tegen het Europese non-vaccinatiebeleid in te gaan. Laat de dieren die een noodvaccin hebben gekregen gewoon in leven, aldus Stellingwerf. „Dat mag niet van Brussel, maar misschien kunnen we hierdoor in de EU een discussie op gang brengen. De knuppel moet in het hoenderhok.”

CDA-kamerlid Atsma sloot hier gisteren met enkele sterke argumenten bij aan. Was het niet zo dat de Europese bestrijdingsrichtlijn voorschrijft dat geënt vee binnen twee maanden gedood en verbrand moet worden? Wat belet ons dan om die twee maanden volledig te benutten door de dieren in die acht weken allemaal in leven te laten, in de hoop dat in die tijd de EU-lidstaten tot een ander standpunt komen? Natuurlijk moet daarbij de garantie gegeven worden dat alle geënte dieren en hun eindproducten in Nederland blijven, aldus de CDA'er.

Grote moeite
SGP-landbouwwoordvoerder Van der Vlies tilde de discussie nog een niveau hoger door de vraag op te werpen of een dergelijke aanpak eigenlijk wel strijdig is met de Brusselse regels. Van der Vlies gaf aan grote moeite te hebben met Brinkhorsts robuuste wijze van ruimen, waarbij in royale cirkels rond besmette of ernstig verdachte bedrijven alle vee het loodje moet leggen. „Kan dat nu echt niet anders?” vroeg de SGP'er met klem.

Volgens hem wel, mits we de Europese mond- en klauwzeerrichtlijn nauwkeurig lezen. Daarin staat dat een met mkz besmet bedrijf per definitie geruimd moet worden en dat voor omringende bedrijven allerhande voorzorgsmaatregelen genomen moeten worden. De minister mag die omringende bedrijven ook ruimen, maar hoeft dat niet, citeerde Van der Vlies de richtlijn. „Het gaat hier duidelijk om een ”kan”-bepaling”, alsdus de SGP'er. „Zou het nu niet beter zijn als de minister omringende bedrijven isoleert en zorgvuldig afschermt, maar pas tot ruiming overgaat als er bewezen gevallen van mkz zijn?”

Minister Brinkhorst erkende dat hij tot het huidige, rigoureuze, preventieve ruimen niet verplicht is. „Maar ik mag het wel doen en ik zal het ook blijven doen. We weten dat de ziekte uiterst besmettelijk is. Bedrijven rondom een besmet bedrijf zijn dus per definitie bedrijven met een hoog risico. Ik vind dat ik dan mijn verantwoordelijkheid moet nemen en snel, heel snel moet handelen. Snelle actie is essentieel bij mkz.”

Zelfmoord
De bewindsman ontkende dat hij en het kabinet zich vooral door economische motieven laten leiden. „Duidelijk mag zijn dat een Nederlandse ”Alleingang” economische zelfmoord betekent. We kunnen niet op eigen houtje preventief gaan enten of geënte dieren in leven laten. Onze agrarische productie is voor drievierde gericht op de export. Als die stil komt te liggen doordat de rest van de EU zich tegen ons keert, hebben we een onvoorstelbaar probleem.”

Dat is een economisch probleem, maar ook een ethisch probleem, meent Brinkhorst. „Want wij Nederlanders kunnen die dieren nooit in ons eentje opeten. Misschien moeten er dan ook wel dieren vernietigd worden. We moeten daarom niet te snel tegen elkaar zeggen: Ik ben ethischer dan jij. Met een beroep op ethiek en geloof zijn er in het verleden veel mensen over de kling gejaagd.”