Dossier MKZ23 maart 2001

Predikanten rond Oene
richten zich tot overheid

Van onze kerkredactie
OENE – Hervormde en gereformeerde predikanten uit de regio Oene vragen met het oog op de mkz-crisis de Nederlandse overheid om een eigen, duidelijk beleid. Ze hebben grote ethische vragen bij de massale vernietiging van gezonde dieren.

In de brief vragen de zestien ondertekenaars of duizenden dieren opgeofferd mogen worden waar vaccinatie uitkomst kan bieden. „Is het doden van gezonde dieren geoorloofd? Zijn er niet andere middelen om verspreiding van het virus tegen te gaan?”

Ze werpen ook de vraag op of er nog het besef leeft dat dieren levende wezens zijn, waar we met respect mee moeten omgaan. „Hun waarde is toch niet alleen uit te drukken in economische termen? Drijft de markt en het economisch mechanisme ons niet op wegen die tot dit soort rampen leiden?”

De predikanten verzoeken de Nederlandse overheid om een eigen, duidelijk beleid, dat gericht is op het welzijn van mens en dier. „Als het zou moeten onafhankelijk van Brussel.”

Ook de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk schrijft in een verklaring dat uiteindelijk niet de economische belangen bepalend kunnen zijn, „maar het besef geroepen te zijn Gods schepping te bebouwen en te bewaren.”

De verklaring van de dominees uit de regio Oene is ondertekend door de predikanten A. J. Mensink (Emst), A. J. van den Herik (Oene); J. C. Borst (Welsum), J. de Roo (Nijbroek), P. Vermeer (Epe), L. A. van Ketel (Epe), E. S. Klein Kranenburg (Epe), H. van Wingerden (Vaassen), J. H. van Osch (Vaassen), M. Zoeteweij (Heerde), U. W. van Slooten (Heerde), J. G. Zomer (Wijhe), M. H. Valk (Wijhe), J. Wiegers (Olst) en de eerwaarde heren J. Stap (Veessen) en A. Schaper (Vorchten).

Daarin roepen ze ook iedereen in Nederland op om zich voor Gods aangezicht te verootmoedigen en Hem aan te roepen om Zijn genade. Tevens vragen zij te bidden om troost en bemoediging voor alle gezinnen die getroffen zijn door het onheil van het mkz-virus.

Ook het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond zegt in een verklaring van harte te willen meeleven met de getroffen agrariërs, hun gezinnen en gemeenten. „Wie kan de spanning en de angst verstaan waarin velen verkeren? Wie kan de pijn en het verdriet van hen verstaan die daadwerkelijk getroffen zijn? Wij bidden om Gods genade en nabijheid in angst en leed, nu en in de toekomst.”

Terwijl de noodzakelijke bezinning op de relatie tussen welvaart en (dieren)welzijn in de hectiek van deze dagen niet gevoerd kan worden, gaat het doden van honderden/duizenden dieren, ook gezonde dieren door, aldus de brief. „We horen in al het leed het zuchten van de schepping onder de dienstbaarheid. Dienstbaarheid aan de verderfenis. Het schepsel is door ons meegetrokken in de gevolgen van onze zondeval, een realiteit die dezer dagen uiterst tastbaar waarneembaar is.”

Op aangrijpende manier betalen we de tol van de economisering van het leven, evenals van ons ongeremde consumptiegedrag, aldus het hoofdbestuur. „Het schepsel lijdt daarin mee. Op radicale wijze worden we er aan herinnerd dat we mensen zijn. Wij maken en dragen Gods schepping niet. We worden stilgezet bij onze kleinheid en gebrokenheid. Diep leren wij de les van de afhankelijkheid van Gods hand. Overheid en volk worden teruggeroepen tot de dienst aan de levende God in woord en daad, in belijdenis en beleid.”