Magneet 10 jaar

Magneet, 20 maart 1995

Talentvolle violiste Elisabeth (16) „raakt nooit uitgespeeld”

's Maandags is het steevast strijkdag

Hartje Apeldoorn vind je het gezellige huis van de familie Van Hemert. Het draagt de naam De Kievit en de bewoners ervan zijn enorm creatief. Moeder Van Hemert hanteert zo nu en dan het penseel, vader Van Hemert speelt piano, orgel en clavecimbel, Christiaan (18) weet zich aardig met een cello te redden en Elisabeth (16) neemt dagelijks de viool ter hand. Wat wil je nog meer?

De zestienjarige gymnasiaste sleepte vorige maand de tweede prijs van het Davina van Wely Vioolconcours in de wacht: in één klap werd ze 2500 gulden rijker, bestemd voor haar vioolstudie. „Ik heb er gelijk een vioolkist van gekocht”, zegt Elisabeth vrolijk. „Het kostte 780 gulden. Verder heb ik natuurlijk een berg bladmuziek aangeschaft: Brahms, Tsjaikovsky, Franck, Schubert, Beethoven... En de Matthäus Passion. Dat vind ik het mooiste stuk dat er bestaat”.

Elisabeth is er nog steeds beduusd van dat ze bij het vioolconcours tweede werd. „Ik had het nooit verwacht”, bekent ze. „De anderen die meededen, hadden al een hele waslijst aan prijzen van andere concoursen. Ik had er geenéén. Iedereen die aan zo'n concours deelneemt, kan fantastisch goed spelen”.

Strijken
Direct wanneer je de Kievit binnenstapt, zie je dat je met een creatief gezin te maken hebt. In de hal hangt een kunstig genaaide quilt. Ernaast vind je een poster over een vioolconcert. In de huiskamer rust een glimmende cello tegen de deftige, zwarte piano. Een orgel en een clavecimbel zijn eveneens van de partij. Ook de zelfgeschilderde onderzettertjes verraden dat huize Van Hemert nijvere handen heeft.

's Maandags is het steevast strijkdag. Wat daarmee bedoeld wordt? Elisabeth:„Een paar weken geleden hadden we het op school over synoniemen. Toen kwam ik al gauw op het woord „strijken”. Tot mijn grote verbazing kwam niemand op het idee van viool spelen, maar alleen op „de was strijken”. Bij ons thuis is dat echter 's maandags na schooltijd een begrip: mijn broer speelt cello in de huiskamer, ik speel viool op mijn kamer en mijn moeder strijkt de was in de keuken. Zij heeft hierbij het grote voordeel dat het nooit vals klinkt”.

Sinds haar zevende neemt Elisabeth de strijkstok ter hand. „M'n broer ging voor pianoles naar de muziekschool. Ik zat in de gang te wachten. In een kamertje ernaast werd vioolles gegeven. Daar ben ik toen naar toe gegaan. Zo is het begonnen”. Ze heeft het van horen zeggen, maar zélf kan ze zich hier niets meer van herinneren. Wel ligt het vioolconcours haar nog haarscherp in het geheugen: de spanning, het spelen met een orkest, de prijs en de handdruk van prins Claus.

Doorstoken
Haar huidige muziekdocent, Lex Korff de Gidts, verbonden aan het Koninklijk Conservatorium in Utrecht, gaf haar voor het concours op. Zelf had de Apeldoornse er nooit aan gedacht. Het concours staat weliswaar open voor alle violisten van veertien tot zeventien jaar, maar je moet van goeden huize komen om eraan mee te doen.

Elisabeth deed tóch mee. Ze oefende dat de stukken er van afvlogen. „Mijnkamer is zo laag dat ik al diverse malen in het vuur van mijn spel mijn lamp zo'n papierbol- met mijn vioolstok doorstoken heb. Mijn vader heeft me daarom voor mijn verjaardag een glazen plafonnière gegeven, zodat ik geen schade meerkan aanrichten”, lacht Elisabeth.

Voor het concours stonden verschillende verplichte nummers en enkele keuzenummers op het programma. Vrije stof was er niet bij; het betroffen allemaal stukken van niveau. Elisabeth speelde onder andere “Vioolconcert in Ekl. op. 64 deel 3” van Mendelssohn, “Preludio, Loure en Gavotte en Rondeaux uit Partita no. 3 BWV 1006” van J. S. Bach en “Adiago in E gr. KV 261” van W.A. Mozart.

Bach, Mozart, Mendelssohn; stoffige musici? Elisabeth vindt van niet.„Popmuziek, dat is afschuwelijk”, zegt ze stellig. „Dat is toch geen muziek? Alleen maar wat geschreeuw en gestamp! Ik houd liever van rustige, normale melodieën: romantische en virtuoze muziek”.

Prins Claus
Alle stukken oefende ze net zo lang, totdat ze het met haar ogen dicht kon spelen. „Dat vind ik beter. Je kunt je dan helemaal concentreren op de klank die je hoort; je hoeft je niet meer bezig te houden met de nootjes op papier.

Oefening baart kunst. Elisabeth haalde na twee ronden in januari de finale. Vorige maand moest ze opnieuw optreden: een spannende gebeurtenis. „Prins Claus was uitgenodigd, maar toen ik moest beginnen, was hij er nog niet. Twintig minuten heb ik moeten wachten. Toen pas kon ik gaan spelen. Gelukkig ging het goed. Aan het einde van het optreden gaf hij mij een hand”.

Behalve de tweede prijs, een bedrag van 2500 gulden, te besteden aan de vioolstudie, kreeg Elisabeth de eerste prijs voor haar optreden met het Atheneum Kamer Orkest. „Dat vond ik heel leuk”, geeft ze aan, „het zegt iets over je menselijkheid en dat is heel belangrijk”.

Of ze straks violiste wordt, weet ze nog niet. „Ik denk ook aan klassieke talen of biochemie. Ik weet echt niet wat ik moet kiezen. Of ik ga tweestudies doen...”, peinst de gymnasiaste, die in haar studie minstens zo succesvol is als in haar viool spelen.

In ieder geval blijft ze oefenen met de strijkstok en het viersnarig instrument. Elke dag anderhalf uur. Het is nodig, weet ze, om op peil te blijven. „Als je een poosje niet gespeeld hebt, zijn je vingers niet meer soepel genoeg. Dat is het enige nadeel van mijn hobby. Je raakt nooit uitgespeeld”.