DEFENSIE Ridder in de Orde van Oranje–Nassau, met de zwaarden: Kol. P.K.J. Lambrechtse, Kon. marechaussee, Arnhem. Ridder in de Orde van Oranje–Nassau: J. Dijkema, vrz. Ver. Oud Mil. Indië–gangers, Voorschoten; mevr. E.A.M. de Klerk–Moors, secr. St. Nat. Indië Monument 1945–1962, Melick. Lid Orde van Oranje–Nassau, met de zwaarden: Luit. ter zee 1e klasse Kon. marine reserve A.S. Bakker, Vlissingen; adj.–onderoff. D. Enklaar, Infanterie, Harderwijk; adj.–onderoff. A.M. Mol, Artillerie, Steenwijk; kap. J.W. van Raamsdonk, Kon. luchtmacht, Houten; luit.–kol. F.H.C. Meijer, Kon. marechaussee, Harderwijk; adj.–onderoff. A.J.J.M. Satijn, Kon. marechaussee, Maastricht. Lid in de Orde van Oranje–Nassau: J.P. Bes, oorlogsgravenstichting, 's–Gravenhage; H.J. Dale, zorg mil. oorlogs– en dienstslachtoffers, Winschoten; H.C. Griffioen, Vreeland; ir.J.J. van der Helm, Prinsenbeek; D. Hogenbirk, Krimpen a/d IJssel; P.W. Kuyvenhoven, Naaldwijk; W.G.M. van Leeuwen, Bond van Oud–Stoottroepers en Stoottroepers, Breda.