Commentaar Neue Zürcher Zeitung9 februari 2000

Buitenlandse interventies werken contraproductief

Oostenrijk verdient
eerlijke kans

De landen van de Europese Unie zetten Oostenrijk, dat zich na de laatste verkiezingen midden in de geboorteweeën van een blauw-zwarte regering bevindt, waaraan voor het eerst Haiders FPÖ zal deelnemen, op overhaaste en aanmatigende wijze onder druk. Ze dreigen met politieke isolatie, als de FPÖ aan een door de huidige vice-kanselier Schüssel geleide regering gaat deelnemen.

Eerder had in het bijzonder de Franse president Chirac in een demarche zijn grote verontrusting over de binnenlandse politieke ontwikkelingen in Oostenrijk uitgesproken. En men herinnert zich dat de Israëlische president Weizman gelijk na de verkiezingszege van Haiders partij, begin oktober vorig jaar, in Oostenrijk wonende Joden tot emigratie naar Israël opriep. Hij beweerde dat „een op de vier Oostenrijkers” een „neonazi” had gekozen.

Interventies van deze soort wekken begrijpelijk alom verbazing, en in het bijzonder in Oostenrijk aanzienlijke onwil. Men kan vermoeden dat zij op zijn minst zeker in Wenen in politiek opzicht contraproductief werken. Zij dwingen het op voorhand volledig aan de schandpaal genagelde land in de verdediging. En ze laten de vraag rijzen, of het vormen van een regering na democratische verkiezingen geen vrije aangelegenheid meer is van een land zelf en zijn door de kiezers gekozen partijen.

Klein land
Bij nadere beschouwing dringt zich bij velen ras het vermoeden op dat men in EU-kringen tegenover een klein land politiek misnoegen afreageert op bevoogdende en bestraffende toon die men tegenover grote EU-staten die in soortgelijke binnenlandspolitieke toestand verkeren, nooit zou gebruiken. Dreigde Brussel Parijs met sancties toen begin jaren tachtig communistische, ja zelfs stalinistische ministers door de socialisten in de regering werden gehesen, en onteigeningen werden doorgevoerd die eigenlijk tegen ieder Europees rechtsbegrip indruisten? En bediende Brussel zich in 1994 van hard protest, toen in EU-lidstaat Italië de rechtsburgerlijke Berlusconi vijf neofascistische ministers van de Movimento Sociale in de regering opnam en een neofascist als vice-minister-president aanstelde? Schaars protest viel destijds overwegend uit Frankrijk te vernemen, waar uit binnenlandspolitieke overwegingen persoonlijke contacten van Franse politici met de oprichter van de Italiaanse Alleanze Nazionale, Fini, als verwijt werden opgevoerd. Maar Brussel zweeg.

De netelige kwestie verlangt nog een derde, diepgaander beschouwing. Al in 1994 lagen de beginselen van vrijheid, democratie, eerbied voor de mensenrechten en grondrechten alsook de rechtsstatelijkheid van alle EU-lidstaten „gemeenschappelijk” vast in het Verdrag van Maastricht. Nog níét bestond in 1994 het huidige artikel 7 van het unieverdrag, dat Brussel onder bepaalde omstandigheden het recht op interventie toekent. Pas sinds 'Amsterdam' bestaat artikel 7, wat de ministerraad van de EU-staten het handvat aanreikt tot het „uitoefenen van zekere rechten” tegenover een medelidstaat. Dit kan uitdrukkelijk pas dan, wanneer de staatshoofden en regeringsleiders van de EU „met eenparigheid van stemmen” vaststellen dat sprake is van zwaarwegende en voortdurende schending van de in artikel 6 genoemde grondrechten door een medelidstaat, én de bekritiseerde staat stelling heeft kunnen nemen.

Schendingen
Is hier sprake van dergelijke schendingen van beginselen door EU-lidstaat Oostenrijk? Wij menen uitdrukkelijk van niet. In ieder geval heeft Brussel dat niet aangetoond. Schond Oostenrijk zulke beginselen reeds doordat Haiders partij aan een nieuwe regering deelneemt? Wij menen uitdrukkelijk van niet. Natuurlijk kan niemand uitsluiten dat de FPÖ of haar aanvoerder Haider –die er zelf op voorhand niet aan denkt in een nieuwe regering te gaan zitten– schendingen van EU-grondslagen kan veroorzaken. Maar het gaat toch niet aan Oostenrijk voor zaken te straffen die men wellicht mag vrezen, maar die pas in de toekomst plaatsvinden – als het al ooit zover zou komen.

Slimmer en raadzamer zou het zijn precies te analyseren hoe Haider en zijn partij straks regeren, als ze aan de macht zijn. Heeft gouverneur Haider in Kärnten grondrechten geschonden, buitenlanders en vluchtelingen onrechtmatig behandeld, illegalen op een wijze behandeld die niet met Europese normen overeenstemt? Afgaande op de voorliggende informatie: nee. Aan sancties moeten toch, hopelijk ook in de Europese rechtsgemeenschap, bewijzen voorafgaan.

Geen twijfel, Haider heeft in zijn lange carrière als FPÖ-leider allerlei uitspraken voor zijn rekening genomen die men niet lichtzinnig kan laten voor wat ze zijn. Jarenlang heeft hij volledig te laken uitspraken over Churchill en Hitlers werkgelegenheidspolitiek gedaan. En Haider sloeg vaak voor zijn aanhangers een toon aan die beledigend en kwetsend overkomt. Maar valt hij daarom definitief als neonazi af te schilderen? En bovendien, wensen de meeste kiezers van zijn partij een neonazi? Dat is een veronderstelling die beledigend is voor de meeste kiezers en hun bedoelingen verkeerd interpreteert. Want Haider heeft veel terechte kritiek geuit op de 'eenheidsworst' die het Oostenrijkse politieke landschap vormt, en zich voor dringende hervormingen sterk gemaakt.

De Europese Unie kan er niet omheen Haiders partij –en het land Oostenrijk– een eerlijke kans te geven zich op regeringsniveau 'Europees' te gedragen. Wil men Oostenrijk en de FPÖ uitsluiten, dan treedt men de uitkomst van een democratisch verkiezingsproces en aspecten betreffende de vorming van een regering met de voeten. Ook die behoren zonder meer tot de beginselen van de EU.

Vertrouwen
Toen Berlusconi in 1994 zijn regeringsverklaring presenteerde, werd een gelijktijdig door Fini's Alleanze Nazionale in het parlement gepresenteerd voorstel bekend, dat het in de Italiaanse Grondwet neergelegde verbod op fascisme wilde schrappen. Sindsdien heeft Fini voor de omvorming van de oude neofascistische Movimento Sociale in een democratische partij gezorgd. En amper een jaar later verloor rechts nieuwe verkiezingen en de regeringsmacht.

President Prodi van de Europese Commissie, die toen premier werd, kan de huidige EU-raad wel een lesje in vertrouwen in de democratie en democratische wisseling van macht meedelen. De kiezers van 1999 zijn niet dezelfde als die van 1933. En wij gaan ervan uit dat de Oostenrijkers van nu Haider, ook als zijn partij in de regering komt, niet van de verplichtingen van een rechtsstaat en van democratisch beoordelingsvermogen ontslaan.