Commentaar 1 februari 2000

Oostenrijk onder druk

De Oostenrijkse kabinetsformatie trekt in heel Europa de aandacht. Komt er werkelijk een coalitie tot stand tussen de vanouds christen-democratische ÖVP en de extreem rechtse partij van Haider? Van alle kanten wordt druk uitgeoefend op de christen-democraten om op hun schreden terug te keren.

Deze week vergaderen partijbestuur en fractie van de Europese Volkspartij, de bundeling van christen-democratische en conservatieve partijen in Europa. Daar komen plannen aan de orde om de Oostenrijkse partijgenoten volstrekt te isoleren als ze op de ingeslagen weg voortgaan.

Portugal, dat thans het voorzitterschap van de EU bekleedt, heeft zelfs voorgesteld dat bij regeringsdeelname van Haiders FPÖ de officiële contacten met Oostenrijk worden bevroren. Maar het is de vraag in hoeverre dat binnen het kader van de Europese verdragen ook echt mogelijk is. En nog belangrijker is wat het effect van dat alles zal zijn op de politieke verhoudingen in dit alpenland.

Bij de verkiezingen van oktober vorig jaar werd Haiders partij net iets groter dan de ÖVP. Maar een coalitie van ÖVP en socialisten kan altijd nog op een royale meerderheid in het parlement rekenen. Vandaar dat aanvankelijk ook in die richting gezocht werd. Helaas konden beide partijen het niet eens worden.

Volgens de opiniepeilingen zou de FPÖ thans de grootste partij zijn. Nieuwe verkiezingen om uit de impasse te komen liggen daarom niet voor de hand. Dat de Oostenrijkse verkiezingen niet vrij en eerlijk zijn, daarover kan ook niet geklaagd worden. Het probleem is alleen dat veel Oostenrijkers bij die volstrekt democratische verkiezingen op de verkeerde partij stemmen. Wat doe je daaraan?

Het zou beslist onjuist zijn om Haider op één lijn te stellen met Hitler. De maatschappelijke en politieke situatie in Oostenrijk is ook volstrekt anders dan die in het Duitsland van 1930. Maar Oostenrijk heeft wel een bruin verleden. Een grondige denazificatie heeft na 1945 niet plaatsgevonden. Ten onrechte werd Oostenrijk door de geallieerden vooral als slachtoffer van Hitlers expansiepolitiek beschouwd, in plaats van als medeplichtige. Veel minder dan in de Duitse Bondsrepubliek leefde in het naoorlogse Oostenrijk het besef dat ze wat goed te maken hadden in de wereld.

Daarbij komt dat de Oostenrijkse socialisten en christen-democraten, in een poging de vooroorlogse instabiliteit te overwinnen, een soort karteldemocratie hebben opgezet. Veel belangrijke posten in de Oostenrijkse maatschappij worden toegewezen op basis van partijlidmaatschap. De verstarring die dat teweegbrengt, roept steeds meer weerstand op.

De vraag kan gesteld worden of een inkapseling van Haider in het politieke bestel niet de beste manier is om hem te neutraliseren. Maar wellicht is zijn partij daarvoor al te groot geworden. In een coalitie met de ÖVP is zij immers een gelijkwaardige partner.

Evenzo rijst de vraag in hoeverre het op de weg van de EU ligt om zich intensief te bemoeien met de kabinetsformatie in de lidstaten. Pas wanneer blijkt dat een land zich niet houdt aan de overeengekomen afspraken en rechtsregels, is er reden om maatregelen te nemen. Voorbarige kritiek en intensieve inmenging in het Oostenrijkse politieke proces werken gemakkelijk averechts.

Zie ook het commentaar
van 4 oktober 1999:
Een apart geval?