Buitenland 24 november 1999

Belgrado woedend over bezoek

Clinton roept
Kosovaren op
te vergeven

Van onze buitenlandredactie
PRISTINA/BELGRADO – De Amerikaanse president Clinton heeft er gisteren tijdens zijn bezoek aan Kosovo bij schoolkinderen op aangedrongen de Servische onderdrukkers te vergeven. „Wij hebben de oorlog gewonnen, maar alleen jullie kunnen de vrede winnen”, zo hield Clinton de dolenthousiaste kinderen in het Kosovaarse Urosevac voor.

Clinton deed daarnaast een beroep op de ouders om een einde te maken aan het etnische geweld dat de Servische provincie in zijn greep houdt sinds de Joegoslavische troepenmacht er vijf maanden geleden plaats moest maken voor de internationale vredesmacht KFOR. „Niemand kan jullie dwingen om te vergeven wat jullie is aangedaan”, stelde Clinton die voor het eerst in Kosovo was. „Maar jullie moeten het wel proberen.”

De Amerikaanse president was op het vliegveld van Pristina welkom geheten door de VN-bestuurder in Kosovo, Bernard Kouchner, en door het hoofd van de KFOR, generaal Klaus Reinhardt. Clinton voerde overleg met afgevaardigden van de etnische groepen in Kosovo, waarbij hij de nadruk legde op verzoening. Hij sprak onder meer met de voormalige leider van het ontmantelde Bevrijdingsleger van Kosovo (UCK), Hashim Thaci. Ook bezocht Clinton op de laatste dag van zijn tiendaagse rondreis door Zuidoost-Europa een aantal Amerikaanse militairen die in Kosovo zijn gestationeerd.

„Führer”
Joegoslavische staatsmedia spuiden gisteren hun woede over het bezoek van de „Washingtonse Führer.” „De misdadiger keert altijd terug naar de plaats van de misdaad”, zei een commentator op de televisie naar aanleiding van het eendaagse bezoek van Clinton aan Kosovo. In een verwijzing naar Clintons verklaring dat de NAVO „het goede deed” met haar 78 dagen durende bombardementen op Kosovo en Servië vroeg de commentator zich af: „Is de slachting van onschuldige vluchtelingen in Kosovo die naar hun woningen terugkeerden het goede ding? Of de maniakale slachting onder onschuldige burgers in Servië? Dat zijn de verdiensten van de Washingtonse Führer”. Ook werd Clinton „lafheid” verweten omdat hij zijn bezoek vrijwel beperkte tot een Amerikaanse militaire basis.

De commentator merkte verder op dat Clinton tijdens zijn bezoek aan Griekenland met Grieken was geconfronteerd die woedend waren over de bombardementen. „Clintons Balkantoernee is de grootste vernedering die een Amerikaanse president ooit heeft moeten ondergaan”, aldus het commentaar. „De veroordelingen, beledigingen en scheldpartijen van mensen in Bulgarije, Griekenland en een aantal Italianen in Florence zijn ongekend.”

De Joegoslavische minister van Informatie, Goran Matic, noemde Clintons bezoek „schandalig.” Volgens hem is de Amerikaanse president „de belichaming van het dictaat van macht en onwetendheid” en is het bezoek „een poging tot rechtvaardiging van de bombardementen op en de agressie jegens Joegoslavië.”

Ondertussen schreef een van de leiders van de Servische minderheid in Kosovo, de orthodoxe bisschop Artemije, een open brief aan Clinton die werd gepubliceerd door het in Belgrado gevestigde persbureau Fonet. Artemije vraagt Clinton om meer bescherming voor Serviërs en andere minderheden in Kosovo. Sinds het vertrek van de Joegoslavische troepen zijn die vaak het doelwit van etnisch Albanese wraakacties. „We willen geloven dat de huidige tragedie in Kosovo niet datgene is wat het Amerikaanse volk in gedachte had toen het zijn steun uitsprak voor de interventie om de etnische Albanezen te beschermen”, laat de bisschop weten.

Artemije roept de Amerikaanse president op zich met dezelfde vastberadenheid in te zetten voor de Servische Kosovaren als hij deed voor de Albanese Kosovaren. Volgens de orthodoxe leider is het onderdrukkende regime van de Joegoslavische president Slobodan Milosevic nu vervangen door etnisch Albanese onderdrukking, die mogelijk nog grotere gevolgen heeft. „De multi-etniciteit in Kosovo, die tien jaar onderdrukking door het regime-Milosevic heeft overleefd, is nu aan het verdwijnen. Niet alleen de Serviërs worden weggestuurd, maar ook de Roma, moslims, Kroaten en Turken”, schrijft de bisschop.