Buitenland 11 november 1999

„Patroon van veel kleine graven”

Del Ponte: 2108
doden in Kosovo

Van onze buitenlandredactie
NEW YORK – Onderzoekers van het Joegoslavië-tribunaal hebben tot nu toe 2108 doden opgegraven in Kosovo. Dit heeft hoofdaanklaagster Carla Del Ponte van het VN-hof gisteren verklaard voor de Veiligheidsraad in New York.

Het tribunaal heeft tot nu toe 195 van 529 mogelijke massagraven in de Servische provincie onderzocht. Del Ponte heeft berichten ontvangen dat op die 529 plaatsen in totaal 4266 lijken zouden liggen.

Er bestaat veel verwarring over het aantal slachtoffers dat Serviërs onder de etnische Albanezen in Kosovo hebben gemaakt. Van etnisch Albanese zijde is in de loop van de Kosovo-oorlog melding gemaakt van 11.334 doden die in massagraven zouden zijn gedumpt.

Daarom werd bij het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag met grote spanning uitgekeken naar de cijfers die Del Ponte in New York zou bekendmaken. Del Ponte benadrukt dat het niet aan het tribunaal is volledige statistieken uit te werken over het aantal slachtoffers in Kosovo.

Zij vergaart bewijsmateriaal dat kan dienen om bepaalde individuen aan te klagen en veroordeeld te krijgen, aldus de Zwitserse. In het begin hebben haar onderzoekers zich geconcentreerd op de plaatsen die in de aanklacht tegen de Joegoslavische president Slobodan Milosevic worden genoemd.

Del Ponte verwacht niet dat uit het werk van haar onderzoekers ooit een definitief dodental naar voren komt. Op veel plaatsen kan het precieze aantal doden niet worden geteld. Ook zijn veel pogingen ondernomen om bewijsmateriaal te vernietigen door doden te verbranden.

In een eerste reactie zei de Servische onderminister van Informatie, Popovic, dat hij sceptisch was over het genoemde aantal doden. Hij wees erop dat het Westen eerder was teruggekomen op hogere schattingen van het aantal vermoorde etnische Albanezen. Servië kan de cijfers niet aan de waarheid toetsen, omdat het tribunaal geen Servische deskundigen toelaat bij de vindplaatsen, aldus Popovic.

De afgelopen vijf maanden hebben forensisch deskundigen uit veertien landen gewerkt aan het veiligstellen van bewijsmateriaal in Kosovo, zegt Del Ponte. Er is een patroon ontdekt van een groot aantal plaatsen waar een klein aantal slachtoffers is begraven. In slechts twee massagraven zijn meer dan honderd lijken aangetroffen.

De onderzoekers hebben het gebied inmiddels verlaten, omdat tijdens de winter niet aan de massagraven kan worden gewerkt. Het werk wordt volgend jaar hervat en hopelijk afgesloten, aldus Del Ponte. Zij vraagt de VN-lidstaten in 2000 opnieuw gratis personeel ter beschikking te stellen.

Oude sterkte
Sinds de komst van de KFOR-troepen zijn in de Servische provincie bijna 400 mensen vermoord, van wie een onevenredig groot aantal etnische Serviërs, blijkt uit cijfers die de NAVO gisteren bekendmaakte. Onder de 379 slachtoffers waren 135 Serviërs en 145 etnisch Albanezen en de rest was van andere of onbekende etnische afkomst, zei NAVO-majoor Ole Irgens.

Precieze cijfers over de huidige bevolkingssamenstelling van Kosovo zijn er niet, maar aangenomen mag worden dat de etnisch Albanezen na terugkeer van hun massale vlucht voor de Servische veiligheidstroepen weer bijna op hun oude sterkte van een kleine twee miljoen zijn.

Van de 200.000 Serviërs die voor het conflict in Kosovo woonden zijn de meesten echter gevlucht en het aantal Serviërs wordt thans op slechts enkele tienduizenden geschat. Onder de categorie ”andere etniciteit” valt waarschijnlijk een groot aantal zigeuners, door etnisch Albanezen beschouwd als handlangers van de Serviërs en evenals dezen doelwit van hun wraakacties. Irgens zei dat dinsdag nog een veertigjarige zigeuner dood was gevonden in Istok bij Pec. De man was vermoedelijk in zijn slaap met een mes of bajonet doodgestoken.

De wraakacties op Serviërs en zigeuners gaan onverminderd door, ondanks alle oproepen aan de etnisch Albanezen hun energie op verzoening en de opbouw van een multi-etnische maatschappij te richten. De afgelopen twee weken was er zelfs sprake van een lichte toename van de gewelddaden, zei Irgens. Dinsdag maakte de NAVO bekend dat in Gornja Zakup, 10 kilometer ten noorden van Podujevo, een Servische kerk in brand was gestoken.

Irgens zei dat NAVO-militairen dinsdag in Urasovac drie etnisch Albanese mannen hadden aangehouden die twee andere etnisch Albanezen uit hun huizen probeerden te zetten op grond van een document dat hen identificeerde als leden van de huisvestingsafdeling van de „voorlopige regering” van Kosovo. Hoewel UCK-leider Hashim Thaci door de meeste etnisch Albanezen als hun leider wordt erkend, bestaat er geen Kosovaarse regering waarvan hij zich het hoofd zou kunnen noemen.