Buitenland 10 september 1999

„Vredesmacht beschermt ons niet”

Serviërs betogen
bij Pristina tegen
laksheid KFOR

Van onze buitenlandredactie
BELGRADO – Zo'n 6000 Serviërs uit Kosovo hebben gisteren in Granica, dicht bij de hoofdstad Pristina, geprotesteerd tegen de internationale vredesmacht KFOR.

Volgens het officiële Joegoslavische persbureau Tanjug schreeuwden de demonstranten dat KFOR niets doet om hen te beschermen tegen aanhoudende overvallen van „Albanese extremisten.”

De Servische politie belette gisteren in het zuiden van Servië zo'n 400 Servische vluchtelingen uit Kosovo in een konvooi naar Belgrado te reizen. De vluchtelingen, zonder eten en drinken, hadden de regering om financiële hulp willen vragen.

Volgens het onafhankelijke persbureau Beta zijn de vluchtelingen naar een motel gedirigeerd. De Servische vice-premier Bojic beloofde hen gisteravond onder te brengen in drie opvangcentra in Servië.

Eerder hadden ze onder dwang een school moeten verlaten waar ze sinds half juni hadden gewoond. Ze werden weggestuurd met het argument dat het schooljaar weer was begonnen.

Volgens het Hoge Commissariaat voor de Mensenrechten, UNHCR, zijn sinds de komst van KFOR en de terugkeer van Albanese vluchtelingen, half juni, circa 200.000 Serviërs en zigeuners Kosovo ontvlucht.

Een 65-jarige Kosovaarse zigeunervrouw is gisteren overleden nadat ze was neergeschoten door mannen in het uniform van het Bevrijdingsleger van Kosova (UCK). Dat heeft de internationale vredesmacht KFOR gisteren bekendgemaakt.

Het incident had woensdagavond plaats in Suva Reka, in de buurt van Prizren. De vrouw werd per helikopter overgebracht naar het hospitaal van het Duitse leger, waar ze overleed.

De Kosovaarse zigeuners worden door de etnische Albanezen beschuldigd van medeplichtigheid aan de wreedheden die Serviërs tijdens de Kosovo-oorlog begingen.

UCK-wapens
In de westelijke stad Djakovica arresteerden NAVO-militairen in een flat acht UCK-leden die in het bezit waren van een machinegeweer, munitie, dertig clusterbommen, lanceerbuizen voor antitankgranaten en antipersoonsmijnen. Het UCK moet op 19 september volledig gedemilitariseerd zijn en had zijn zware wapens al ingeleverd moeten hebben. Een factie binnen de beweging zou fel gekant zijn tegen de ontwapening.

Wel bestaat het plan om het UCK in de toekomst te laten fungeren als een soort lichtbewapende burgerbescherming die in noodgevallen optreedt. Rusland, dat vindt dat de Serviërs in Kosovo onvoldoende worden beschermd, is tegen dit plan.

De Servische justitie heeft woensdag en gisteren dertig leden van het Kosova Bevrijdingsleger (UCK) in staat van beschuldiging gesteld. De guerrillastrijders hebben zich schuldig gemaakt aan „terrorisme”, meldde Beta. Justitie in de plaats Leskovac, op 280 kilometer ten zuidoosten van Belgrado, beschuldigde de rebellen van wapenhandel en van aanvallen op de Servische politie.

Mijnen en her en der verspreide munitie blijven hun levensgevaarlijke uitwerking hebben in Kosovo. De VN-organisatie van actie tegen mijnen (Unimacc) meldde gisteren dat sinds 12 juni veertig doden zijn gevallen en 192 mensen gewond raakten.

Intussen heeft het Roemeense ministerie van Transport Joegoslavische schepen verboden nog langer gebruik te maken van de Roemeense waterwegen. Minister Basescu verklaarde gisteren dat geen enkel schip meer wordt toegelaten.

De afgelopen dagen liepen de spanningen tussen de twee landen op omdat Belgrado wil dat Roemeense schepen een speciale vergunning aanvragen voordat ze door Servische wateren mogen varen. Volgens Boekarest is dit in strijd met het internationaal recht.

„Het tegenhouden van Joegoslavische schepen is noodzakelijk. Joegoslavië moet weten dat wanneer het agressief is tegenover een buurland het kan rekenen op een harde reactie”, aldus de bewindsman. Ook de Zwarte-Zeehaven van Constanta valt onder de nieuwe maatregel en is verboden gebied voor Joegoslavische schepen.