Buitenland 28 augustus 1999

Verscheidene UCK-leden opgepakt

Polen ontdekken
grote opslagplaats
wapens in Kosovo

Van onze buitenlandredactie
PRISTINA – Poolse soldaten van de internationale vredesmacht in Kosovo (KFOR) hebben een belangrijke wapenopslagplaats van het Kosova Bevrijdingsleger UCK ontdekt. De vondst werd gedaan in het dorp Gorcice aan de grens tussen Kosovo en Macedonië, aldus een woordvoerder van het Poolse leger gisteren.

In het depot werden onder meer zeventig mijnen, granaten en automatische pistolen gevonden. Daarnaast troffen ze uniformen, nummerplaten en oningevulde autopapieren aan. De Poolse militairen hebben de spullen in beslag genomen en arresteerden verscheidene UCK-leden. Polen is met ongeveer 800 manschappen in Kosovo vertegenwoordigd.

De politie van Montenegro arresteerde twee leiders van een mensensmokkelbende. Zes andere leden van de groep zijn nog voortvluchtig. De bende wordt ervan verdacht achter het transport te zitten van tientallen zigeuners die enkele dagen geleden verdronken toen hun bootje tijdens de mislukte overtocht naar Italië verging. Tot nu toe heeft de Montenegrijnse politie veertig lichamen uit het water gevist. Waarschijnlijk waren zo'n honderd Roma samengeperst op een vissersbootje dat op negen mensen was berekend. Zij hadden ieder tussen de 1000 en 25.000 Duitse mark voor de overtocht betaald.

Veel Roma zijn de Servische provincie Kosovo ontvlucht uit angst voor wraaknemingen door etnische Albanezen. Die beschuldigen de Roma ervan te hebben samengewerkt met de Serviërs.

In de Kosovaarse hoofdstad Pristina demonstreerden gisteren duizenden mensen voor de vrijlating van duizenden Albanezen uit Servische gevangenissen. Veel deelnemers aan de stille tocht droegen foto's van verdwenen familieleden of vrienden mee, en waren gekleed in T-shirts waarop tralies stonden getekend. De organisatoren van de betoging denken dat er momenteel tussen de 5000 en 7000 etnische Albanezen uit Kosovo in Servië worden vastgehouden.

De meesten van hen werden onder de ogen van hun familieleden door Servische (para)militairen weggevoerd. Het Rode Kruis heeft van de Joegoslavische autoriteiten tot nu toe een lijst met slechts 2000 namen gekregen van Kosovaren die in Servische gevangenissen verblijven.

Aan de betoging deed ook Bernard Kouchner mee, het hoofd van de VN-missie in Kosovo. Kouchner riep de Servische regering op een volledige lijst van Kosovaren in Servisch gevangenschap openbaar te maken. De VN-man zei dat het onthouden van informatie over verdwenen mensen indruist tegen de mensenrechten en de Conventie van Genève, waarin onder meer de rechten van krijgsgevangenen zijn vastgelegd.

Gisteren maakte Zoran Djindjic, de leider van een groot aantal Servische oppositiegroeperingen, bekend dat de oppositie op 21 september een begin wil maken met grootschalige demonstraties tegen president Milosevic. De dagenlange betogingen in twintig grote Servische steden moeten volgens hem gepaard gaan met onder meer stakingen in het onderwijs, de landbouw en wegblokkades. Djindjic verklaarde vanuit de Bulgaarse hoofdstad Sofia dat hij eind oktober zijn doel, het aftreden van Milosevic, denkt te bereiken.

De Europese Commissie besloot gisteren 1 miljoen euro te doneren aan het ziekenhuis van Kosovska Mitrovica. Het geld is bedoeld voor reparaties aan het gebouw en voor een evenwichtige loonsverdeling tussen de etnisch Albanese en de Servische medewerkers van het Kosovaarse ziekenhuis.

Spijt
Joegoslavië dagvaardde gisteren een groot aantal westerse leiders op beschuldiging van oorlogsmisdaden tegen burgers, begaan tijdens de NAVO-luchtaanvallen. Gedagvaard zijn de presidenten Bill Clinton en Jacques Chirac van de VS en Frankrijk, de Britse premier Tony Blair, de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder, ex-NAVO-secretaris-generaal Javier Solana, NAVO-bevelhebber voor Europa Wesley Clark en acht ministers.

Het Joegoslavische ministerie van Justitie maakte niet bekend wanneer de verdachten voor de rechter zouden moeten verschijnen. Gezegd werd dat alle gedagvaarden worden verdacht van „oorlogsmisdaden tegen burgers volgens de Joegoslavische wetgeving” en dat de verdachten zijn gedagvaard „in overeenstemming met de internationale regels.”

Westerse leiders zijn sinds de beëindiging van de NAVO-actie door verschillende Joegoslavische rechtbanken gedagvaard, kennelijk in reactie op de inbeschuldigingstelling van de Joegoslavische president Slobodan Milosevic en vier van zijn naaste medewerkers door het Joegoslavië-tribunaal.

Commandant Sadik Halitjaha van het UCK eiste gisteren in het Kosovaarse Orahovac dat Moskou publiekelijk spijt betuigt voor de Russische steun aan Servië in het conflict om Kosovo. Toch zullen ook die excuses de duizenden etnische Albanezen die de toegangswegen naar de stad al vijf dagen bezet houden er niet toe kunnen bewegen hun blokkades op te heffen om zo de Russische KFOR-militairen toegang te verlenen tot Orahovac, aldus Halitjaha.

Gisteren gingen Nederlandse, Duitse en Russische legervertegenwoordigers opnieuw in conclaaf met de leiders van de bezetting. Het overleg werd echter afgebroken zonder dat er vooruitgang was geboekt. De Duitse generaal Wolfgang Sauer zei dat pas maandag verder zal worden gepraat, zodat de huidige impasse waarschijnlijk de gehele weekwisseling zal voortduren.

Carrington
De NAVO-aanvallen waren de oorzaak van de etnische zuiveringen in Kosovo en hebben de problemen in de Servische provincie verergerd, in plaats van opgelost, zegt voormalig NAVO-secretaris-generaal Lord Carrington in Saga, het tijdschrift van de Britse reisorganisatie voor ouderen.

„Ik denk dat de NAVO door Servië te bombarderen de exodus van Albanese Kosovaren in feite heeft bespoedigd. Ik denk dat de bombardementen de etnische zuivering hebben veroorzaakt”, aldus de tachtigjarige Carrington, die van 1984 tot 1988 secretaris-generaal van de NAVO was.

Carrington plaatst ook vraagtekens bij het brandmerken van de Joegoslavische president Slobodan Milosevic als oorlogsmisdadiger en signaleert bij het Westen selectieve verontwaardiging waar het gaat om etnische zuiveringen.