Voorpagina 20 augustus 1999

Djindjic geeft president vijftien dagen tijd op te stappen

Serviërs eisen massaal
aftreden Milosevic

Van onze buitenlandredactie
BELGRADO – Ongeveer 100.000 tot 150.000 mensen hebben gisteren in Belgrado gedemonstreerd tegen het bewind van de Joegoslavische president Milosevic en geroepen om diens aftreden. Het was het grootste protest tegen Milosevic sinds 1996. De demonstratie verliep geweldloos, al ontstond er tweemaal paniek door het ontploffen van een traangasgranaat.

DRASKOVIC
Tijdens de demonstratie verscheen onverwachts ook Vuk Draskovic, leider van de nationalistische partij SPO, op het podium voor een oproep tot vervroegde verkiezingen. Vlak voor de demonstratie had de SPO Draskovic teruggetrokken, omdat zij geen drie maar slechts twee sprekers mocht leveren. Draskovic liet zich echter door spreekkoren van zijn aanhangers alsnog verleiden tot een optreden.

De weifelende houding van de SPO wekte wrevel bij de andere oppositiepartijen. Mladjan Dinkic, een van de organisatoren, noemde Draskovic om de afzegging gisteren eerder op de dag een „zogenaamde opposant.” Een deel van het publiek floot Draskovic tijdens diens optreden op het podium uit.

Duizenden mensen verlieten de manifestatie ook toen Vuk Draskovic het podium beklom. „De SPO doet net alsof dit haar demonstratie is. Ik word misselijk van hun spelletjes”, zei een aanhanger van Draskovic' concurrent Zoran Djindjic, de leider van de Democratische Partij (DS). Met de geelblauwe vlag van de democraten opgerold op de schouder toog hij halverwege de avond teleurgesteld naar huis.

Weinig hinder
De verdeeldheid onder de oppositiepartijen leek de meeste demonstranten overigens weinig te hinderen in hun gezamenlijke protest. Pro-westerse en nationalistische demonstranten riepen zij aan zij om het vertrek van ”Slobo”. Op het plein voor het federale parlementsgebouw waren vrijwel alle oppositiesymbolen door elkaar te zien. Aanhangers van de SPO waren massaal aanwezig, ondanks Draskovic' weifelende houding.

Zoran Djindjic, Draskovic grote rivaal in oppositie, hield de betogers voor dat de anti-Milosevic-beweging doorgaat tot het einde. „We geven hem vijftien dagen de tijd om uit het zicht te verdwijnen,” zei hij. Zo niet, „dan gaat Servië de straat op,” aldus Djindjic.

DJINDJIC
De betoging was georganiseerd door een groep onafhankelijke economen, de G17, en had de actieve steun van de Alliantie voor Verandering, een koepelorganisatie van een flink aantal progressieve oppositiepartijen. De SPO, een van de grootste oppositiepartijen, en de Servisch-Orthodoxe Kerk steunden de demonstratie zonder sprekers te leveren. De deelnemers liepen uiteen van ultranationalisten, die Milosevic verwijten dat hij Kosovo heeft „verkwanseld”, tot progressievelingen die van Joegoslavië een westerse democratie willen maken.

Tegengehouden
De autoriteiten en aanhangers van de president deden gisteren van alles om te voorkomen dat demonstranten de hoofdstad zouden bereiken. Bussen uit de stad Kraljevo werden tegengehouden. De televisie kondigde plotseling aan dat gisteren, voor het eerst in maanden, pensioenen zouden worden uitbetaald; bejaarden moesten echter wel persoonlijk naar het uitbetalingskantoor komen, waardoor ze niet op tijd naar Belgrado zouden kunnen. Ook werden mensen via de staatstelevisie opgeroepen niet naar Belgrado te gaan omdat het er te gevaarlijk zou worden.

Van dat gevaar was overigens weinig te merken. Politie-eenheden, hoewel in groten getale aanwezig, hielden zich op de achtergrond. Er deden zich geen incidenten voor.