Buitenland 16 augustus 1999

Kans op hard optreden tijdens massabetoging

Bewind van Milosevic
waarschuwt oppositie

BELGRADO – De Joegoslavische minister van Justitie, Jojic, heeft de oppositie gewaarschuwd, die donderdag een massale demonstratie houdt tegen het regime van president Milosevic. Als zich tijdens deze manifestatie ook maar het geringste incident voordoet, worden alle noodzakelijke wettelijke maatregelen genomen, zei de minister gisteravond in Pancevo, dat dicht bij Belgrado ligt.

Jojic beschuldigde de oppositie ervan, aldus het regeringsgezinde persbureau Tanjug, dat zij de macht wil grijpen door middel van bloedvergieten en wanordelijkheden op straat. Deze methoden zijn een laatste redmiddel voor de oppositie, die er niet in slaagde de macht te grijpen langs de legale weg van verkiezingen, aldus de minister.

Jojic, lid van de ultranationalistische Radicale Partij (SRS), is pas enkele dagen minister. Milosevic wijzigde donderdag zijn kabinet en stuurde alle gematigde ministers met ontslag. Twaalf nieuwe ministers maakten hun opwachting in het kabinet, onder wie vijf extreem nationalisten. Jojic maakte de oppositie uit voor „relschoppers.” „Wij zullen niet toestaan dat ze opnieuw de straten van Belgrado plunderen.”

Met het oog op donderdag worden de messen alvast geslepen. De Servische premier Marjanovic viel de Alliantie van Verandering, het samenwerkingsverband van een groot deel van de oppositie, hard aan. De alliantie is een „terroristische organisatie” en hun leiders hebben zich verkocht aan de NAVO, zei hij in een interview met de regeringsgezinde krant Politika.

De alliantie wordt gedomineerd door de Democratische Partij van Djindjic. Deze oppositieleider oefende gisteravond ook alvast voor donderdag. „Servië heeft geen keus. Milosevic moet vertrekken”, zei hij voor een gehoor van circa 8000 demonstranten in de stad Krusevac, in Centraal-Servië.

Djindjic kondigde aan dat de protesten tegen het bewind in september intenser worden. Dat is bittere noodzaak, omdat Milosevic „nooit vrijwillig” zal vertrekken. Ook op andere plaatsen werd gisteravond tegen Milosevic gedemonstreerd. In Trstenik, 180 kilometer ten zuidoosten van Belgrado, gingen 3000 betogers de straat op.

De demonstratie van donderdag zal naar verwachting de belangrijkste zijn van de afgelopen jaren. Voor het eerst in twee jaar neemt de gehele gezamenlijke oppositie deel: de Alliantie voor Verandering, de SPÖ van Vuk Draskovic, de kritische economen van Groep 17 en andere oppositionelen.

Opvang vluchtelingen
De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR zet meer geld en middelen in voor de opvang van de circa 170.000 uit Kosovo gevluchte Serviërs. Met het oog op de naderende winter is betere opvang snel noodzakelijk, zei UNHCR-gezant Dennis McNamara gisteren. Volgens hem bekommeren zich momenteel maar weinig internationale hulporganisaties om het lot van de Serviërs.

Veel Servische Kosovaren, hun provincie uitgevlucht uit angst voor wraakacties van Albanezen, leven nu in Servië, onder meer in overvolle woningen van familieleden, in kapotte gebouwen, in scholen of zelfs op straat. In Kragujevac is deze weekwisseling begonnen aan de bouw van een tentenkamp. Servië herbergt overigens al 500.000 vluchtelingen uit Bosnië en Kroatië. Een belangrijk probleem is nog de veelal vernielde energievoorziening in Servië als gevolg van de bombardementen van de NAVO.

De vredesmacht KFOR in Kosovo meldde zaterdag de vondst van een nieuw massagraf. Volgens de Amerikaanse nieuwszender CNN gaat het om een graf in Donja Stubla, niet ver van de hoofdstad Pristina. Volgens dorpsbewoners liggen er zes door Serviërs gedode personen, onder wie twee kinderen. Een anonieme woordvoerder van het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag verklaarde dat in een ander recent ontdekt massagraf mogelijk circa honderd etnische Albanezen zijn begraven. Het zou gaan om gedetineerden uit de Servische Dubrava-gevangenis. De groep zou uit vergelding voor de NAVO-bombardementen zijn gedood.