Buitenland 29 juli 1999

KFOR arresteert verdachten moord Gracko

„Opnieuw Serviërs
vermoord in Kosovo”

Van onze buitenlandredactie
PRISTINA – In Kosovo zijn opnieuw Serviërs vermoord, heeft het persbureau Beta in Belgrado gisteren bericht. Vier Serviërs werden dinsdag vermoord en drie anderen werden vermist. De moorden zouden alle zijn gepleegd in het zuidoosten van de provincie. De door de NAVO geleide vredesmacht KFOR kon het bericht nog niet bevestigen.

KFOR-soldaten hebben gisteren tien mannen gearresteerd die ervan worden verdacht vrijdag veertien Servische boeren te hebben vermoord. Britse militairen hielden vier verdachten aan bij een huiszoeking in de regio Lipjan. Zes anderen werden later op de dag opgepakt bij een wegversperring in de buurt van Gracko. De tien mannen zijn volgens een KFOR-woordvoerder aan de Britse militaire politie overgedragen en worden door hen verhoord. Over de identiteit van de gevangenen wilde hij geen mededelingen doen.

Ongeveer 350 mensen woonden gisteren in Gracko de begrafenis bij van de vermoorde Serviërs. De begrafenis had plaats onder zware bewaking door KFOR-soldaten. Alle auto's die het dorp binnenreden werden gecontroleerd en boven het sportveld waar de begrafenisplechtigheid werd gehouden cirkelde een helikopter. Een bewoner van Gracko, Stefan Lalic, riep de Serviërs ertoe op in het dorp te blijven wonen. „We moeten blijven, zodat onze kerk niet islamitisch wordt”, zei hij. De plechtigheid werd geleid door de leider van de Servisch-Orthodoxe Kerk, patriarch Pavle.

Het hoofd van de VN-missie in Kosovo, Kouchner, die ook aanwezig was in Gracko, riep eerder op de dag de gematigde Albanese leider Rugova ertoe op uit Italië terug te keren en met de VN samen te werken. „Wij alleen kunnen niet met het Kosova Bevrijdingsleger werken. Rugova is een belangrijk man voor zijn land, zonder wiens stem daar ook nooit werkelijk verandering kan komen”, aldus de Fransman.

De leider van de Democratische Liga lijkt echter geen aanstalten te maken voor terugkeer naar Kosovo. De liga wil niet samenwerken met het UCK, omdat dat een harde lijn tegen Servië wil volgen. Rugova liet gisteren vanuit Rome wel weten erg ongelukkig te zijn met het feit dat zijn partij niet is uitgenodigd voor de tweedaagse Balkantop die vandaag in Sarajevo begint.

In de Bosnische hoofdstad komen de vijftien lidstaten van de Europese Unie, de Verenigde Staten, Canada, Japan, Rusland en negen Balkanlanden samen om te spreken over een stabiliteitspact voor de regio. Ook de Montenegrijnse president Djukanovic en leden van de Servische oppositiepartijen zullen de bijeenkomst bijwonen. Deze laatste groep van pro-democratische Serviërs krijgt de status van „vrienden” van de conferentie. Grote afwezige is Joegoslavië. Zolang Milosevic aan de macht is wordt het land niet uitgenodigd en krijgt het geen financiële steun.

Belgrado heeft gisteren zeer felle kritiek geuit aan het adres van KFOR en de VN-missie die zich momenteel in Kosovo bevinden. De Joegoslavische regering beschuldigt de twee organisaties ervan VN-resolutie 1244 te „veronachtzamen en niet na te komen.”

In een memorandum over de toestand in Kosovo beschuldigt de regering KFOR van een „ontoelaatbaar tolerante” houding tegenover het Bevrijdingsleger van Kosova (UCK), waardoor „de Albanese terroristen en extremisten worden aangemoedigd onverstoorbaar door te gaan met systematisch geweld, terreurdaden en massaonderdrukking.” De Joegoslavische regering verlangt garanties voor de veilige terugkeer van niet-Albanezen naar Kosovo, volledige controle over de grenzen met Albanië en Macedonië, terugkeer van Joegoslavische grensbewakers en douanepersoneel, ontwapening van het UCK en onmiddellijke uitzetting van alle niet-Kosovaren – een verwijzing naar mensen afkomstig uit Albanië.

De Verenigde Staten verwachten gedurende de komende vijf jaar eenheden in Kosovo te moeten legeren, zei de Amerikaanse minister voor de Landmacht Louis Caldera gisteren in een toespraak tot Amerikaanse soldaten in Bosnië. Hij zei de schatting te maken op basis van de Amerikaanse ervaringen in Bosnië, waar VS-eenheden sinds 1995 dienstdoen in de SFOR-macht.

Donorconferentie
Kosovo kreeg gisteren in Brussel tijdens de eerste donorconferentie te horen dat het de komende jaren zeker kan rekenen op 2,1 miljard dollar voor noodhulp en wederopbouw. In het totale bedrag zijn al wel eerder toegezegde bijdragen van bijvoorbeeld de VS en de Europese Commissie opgenomen.

De Europese Unie en de Wereldbank waren zeer tevreden met het resultaat, dat bijna vier keer zo hoog is als het bedrag waar zij op hadden gerekend. De Verenigde Staten zegden hulp ter waarde van 500 miljoen dollar toe, Japan 200 miljoen dollar, Duitsland en Groot-Brittannië respectievelijk 190 en 145 miljoen dollar en Nederland 14,5 miljoen dollar (30 miljoen gulden).

In totaal namen zo'n honderd landen aan de conferentie in Brussel deel. Nog niet alle deelnemers hebben steun toegezegd. In oktober volgt een tweede Kosovo-donorconferentie, die vooral over het herstel van de economie zal gaan. In de eerste plaats zullen in Kosovo verwoeste huizen weer moeten worden opgebouwd. Volgens EU-ramingen zijn op een totaal van 200.000 woningen er 120.000 beschadigd, waarvan ongeveer 40.000 volkomen zijn verwoest. Het herstel zal ongeveer 1,2 miljard dollar vergen.