Buitenland 24 juli 1999

Zie ook: Studenten strooien met pamfletten in Belgrado

Schröder arriveert in provincie

„Belgrado mag
soldaten naar
Kosovo sturen”

Van onze buitenlandredactie
BELGRADO – Joegoslavië heeft het recht troepen naar Kosovo te sturen als het gelooft dat de VN hun beloftes op het gebied van de veiligheid niet nakomen. Dit heeft generaal Nebojsa Pavkovic, commandant van het derde Joegoslavische legerkorps, gisteren gezegd, aldus het Joegoslavische persbureau Tanjug. Momenteel brengt de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder een bezoek aan de provincie.

VN-resolutie 1244 van de Veiligheidsraad garandeert de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Joegoslavië. Volgens Pavkovik impliceert dit recht van eigendom. „We hebben dus het recht om op elk moment troepen te sturen als wij geloven dat de VN hun beloftes over de bescherming van de bevolking en de grenzen in Kosovo niet waarmaken”, zei de generaal.

Pavkovic voegde toe dat het Joegoslavische leger zonder reserves achter president Milosevic en alle andere wettelijk gekozen volksvertegenwoordigers staat. „De taak van het Joegoslavische leger is het land te beschermen tegen de buitenlandse en de binnenlandse vijand.” Met „binnenlandse vijand” doelde hij klaarblijkelijk op de Servische oppositiepartijen, die al wekenlang het aftreden van Milosevic eisen. Pavkovic zei wel dat de militairen geen enkele politieke partij in het bijzonder steunen.

Sinds het einde van de NAVO-luchtaanvallen in Kosovo zijn 720.000 vluchtelingen teruggekeerd naar het land. De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR maakte deze cijfers gisteren bekend. Uit Albanië zijn 424.000 mensen teruggekeerd, 215.800 uit Macedonië, 51.500 uit Montenegro en 7800 uit Bosnië-Hercegovina. Uit andere landen kwamen nog eens 21.600 Kosovaren.

In Pristina, de hoofdstad van Kosovo, demonstreerden gisteren circa 3000 etnische Albanezen voor de vrijlating van hun landgenoten uit Servische gevangenissen. Volgens het Internationale Rode Kruis arresteerden de Serviërs tijdens de bombardementen van de NAVO 2095 Kosovaarse Albanezen. Een klein deel van hen, 166, is inmiddels vrijgelaten.

De Duitse bondskanselier Gerhard Schröder kwam gisteren in Kosovo aan om Duitse KFOR-militairen te ontmoeten en te praten over een verenigd Albanees bestuur en een betere bescherming van de Servische minderheid in de provincie.

Duitsland speelt een belangrijke rol bij het maken van plannen voor de wederopbouw en stabilisering van de Balkan. Schröder wil met de politieke leider van het Bevrijdingsleger van Kosova (UCK), Hashim Thaci, en diens rivaal, de pacifistische politicus Ibrahim Rugova, spreken. Volgens onbevestigde berichten zou hij een poging doen om de twee te verzoenen.

Thaci speelt tot dusver de belangrijkste rol in Kosovo sinds het einde van de oorlog. VN-medewerkers voeren regelmatig overleg met hem omdat hij veel invloed heeft op de Kosovaren. Rugova, de voor de oorlog gekozen 'president' van Kosovo, keerde daarentegen onlangs slechts voor een bliksembezoek uit zijn zelfgekozen ballingschap in het buitenland terug. Vertegenwoordigers van Rugova's Democratische Liga van Kosova weigerden vorige week een zitting van een door de VN in het leven geroepen provinciale raad bij te wonen, omdat ze vonden dat Thaci's factie daarin te veel zetels had gekregen.

Schröder zou ook vertegenwoordigers van de Servische gemeenschap ontmoeten.

De Servisch-Kosovaarse leider Momcilo Trajkovic zei voor de Servische televisie dat hij bij Schröder zijn beklag zou doen over het gebrek aan bescherming voor de achtergebleven Serviërs. Ook zouden de Serviërs Schröder lijsten geven met Serviërs die na de komst van KFOR zijn vermoord of vermist zijn geraakt en met Servische bezittingen die sinds de oorlog door de Albanezen zijn verwoest.

„Jullie kunnen er niet voor zorgen dat historische misdaden worden vergeten”, zei Schröder bij zijn bezoek aan het Duitse contingent in Prizren. „Maar het Duitse leger creeert hier een nieuw beeld van een plichtsgetrouw Duitsland, een beeld van een vreedzaam Duitsland.”

Duitse bronnen zeiden gisteren dat Joegoslavië bij de Duitse regering had geprotesteerd omdat het niet op de hoogte was gebracht van Schröders bezoek aan Kosovo. Duitsland zei echter dat het bezoek was aangemeld bij de VN en de NAVO, die nu verantwoordelijk zijn voor het bestuur van de provincie.

Schröder
Spaanse KFOR-militairen werden donderdagnacht bij een wegblokkade in het dorp Zac in het westen van Kosovo beschoten door etnische Albanezen die in een auto voorbijkwamen. De Spanjaarden, van wie er een gewond raakte, beantwoordden het vuur en verwondden daarmee kennelijk een van de Albanezen, zei woordvoerder Jan Joosten. In verband met de aanval werden vijf Albanezen in hechtenis genomen.

De Europese Commissie maakte gisteren bekend dat de Europese Unie ruwweg 150 miljoen euro (330 miljoen gulden) heeft bestemd voor het herstel in Kosovo. In 2000 wordt dat bedrag verhoogd naar 500 miljoen euro (1,1 miljard gulden).

Joegoslavië zal uitkomsten van onderzoeken die in Kosovo zijn ingesteld door deskundigen van het Joegoslavië-tribunaal erkennen, mits daarbij ook Joegoslavische experts aanwezig zijn geweest. Dit heeft het ministerie van Justitie in Belgrado donderdag bekendgemaakt, meldde het persbureau Tanjug gisteren.

In een verklaring die in de Kosovaarse hoofdstad Pristina is vrijgegegeven zegt Belgrado dat bij de onderzoeken in Kosovo ook Joegoslavische gerechtelijke artsen en andere deskundigen moeten zijn betrokken. Ook Joegoslavische en Servische juridische instanties moeten worden ingeschakeld. „Zonder samenwerking bij de onderzoeken is geen enkele andere vorm van gezamenlijk werk mogelijk over deze kwesties.”

Twee hoge functionarissen van het Joegoslavische ministerie van Justitie voerden woensdag overleg met Frank Dutton, hoofd van het bureau van het tribunaal in Kosovo.

Een woordvoerder van het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag zegt dat Joegoslavië hoe dan ook het onderzoek van het tribunaal moet erkennen. Ook moet het land zijn medewerking verlenen aan het VN-hof. „We verwachten dat deze medewerking ook hulp van de Joegoslavische regering voor het heropenen van ons kantoor in Belgrado omvat”, zegt woordvoerder Paul Risley.

Hij zegt dat de toevoeging van Joegoslavische artsen en deskundigen aan de onderzoekers in Kosovo onwaarschijnlijk is. „Het lijkt mij, gezien de omstandigheden in het gebied, niet gepast”, aldus Risley.