Buitenland 20 juli 1999

Clinton woont op 30 juli Balkan-top bij

EU wil sancties tegen
Joegoslavië versoepelen

Van onze buitenlandredactie
BRUSSEL – De Europese Unie werkt aan versoepeling van de sanctiemaatregelen tegen Joegoslavië. De ministers van Buitenlandse Zaken gaven de Europese Commissie gisteren opdracht snel met voorstellen te komen. Dat geldt ook voor het Nederlands-Griekse initiatief om de democratische oppositie in Servië daarvan te laten meeprofiteren.

Volgens minister Van Aartsen gingen „hier en daar” al geluiden op om de sancties, waaronder een olieboycot, nu al op te heffen. Dat zou hij „een verkeerd signaal” vinden. „Tegenstanders van president Milosevic zullen zeggen dat de EU weer zaken aan het doen is met hem.”

Op 30 juli zal in Sarajevo een grote internationale top worden gehouden om de grootscheepse steunoperatie aan de Balkan, het Stabiliteitspact, te omarmen. De EU doet eraan mee, Van Aartsen echter niet van harte. Hij pleitte voor een snelle, praktische uitwerking van het pact in plaats van „het opstellen van teksten en het maken van groepsfoto's.”

President Clinton zal de conferentie bijwonen, heeft het Witte Huis gisteren bekendgemaakt. Sinds de beëindiging van de NAVO-bombardementen op doelen in Joegoslavië heeft Clinton zich beijverd voor een internationale topontmoeting.

Stuurgroep
De EU moet de mogelijkheid krijgen haar buitenlandse beleid met militair optreden kracht bij te zetten, zeiden de ministers van Buitenlandse Zaken van Groot-Brittannië en Italië, Robin Cook en Lamberto Dini, gisteren op de bijeenkomst in Brussel. Cook zei dat de EU het over het algemeen goed deed tijdens de Kosovo-crisis, maar hij merkte op dat het de vijftien EU-landen de grootste moeite kostte om 5 procent van de in totaal twee miljoen mensen die ze onder de wapenen hebben naar Kosovo te sturen. Dini zei dat de EU wat dat betreft „meer moet doen dan het afgeven van verklaringen.”

Verwacht wordt dat de Britse premier Tony Blair en diens Italiaanse ambtgenoot Massimo D'Alema het bij hun overleg in Londen eens worden over een voorstel de Europese militaire capaciteit te verbeteren en tot een gezamenlijke defensiestrategie te komen.

De versterking van de rol van de EU in internationale aangelegenheden is de taak van de Spanjaard Javier Solana, die komend najaar opstapt als secretaris-generaal van de NAVO om hoge vertegenwoordiger voor het buitenlandse en veiligheidsbeleid van de unie te worden.

Nederland denkt er hard over de hulp aan Kosovo terug te brengen als het niet wordt toegelaten tot een speciale stuurgroep voor de wederopbouw van het gebied. „We horen erin, anders kunnen we geen grote donor meer zijn. Dat is een logische consequentie”, zei Van Aartsen gisteren.

Nederland is de op twee of drie na grootste geldgever van Kosovo en betaalt bijvoorbeeld meer dan Italië. Volgens Van Aartsen zijn niet alleen tal van EU-collega's het met de Nederlandse eis eens, maar heeft die ook de steun van de Amerikaanse minister Albright. Het probleem is dat ook andere landen, waaronder Scandinavische, lid willen worden van de groep.

De Nederlander E. Kronenburg is benoemd tot assistent van de Balkan-coördinator van de Europese Unie, de Duitser Hombach. Hij werkt sinds 1993 voor de Nederlandse eurocommissaris Van den Broek (Buitenlandse Betrekkingen) en is al intensief bezig met ontwikkelingen op de Balkan.

Kronenburg is niet de eerste kabinetsmedewerker van Van den Broek die vooruitlopend op diens vertrek een nieuwe functie heeft gevonden. In september treedt de nieuwe Europese Commissie aan, met voor Nederland oud-VVD-leider Bolkestein. Die neemt Van den Broeks kabinetschef over, H. Post, zo bevestigde Bolkestein zaterdag nog. Een van de naaste medewerkers die niet terugkomen, is prins Constantijn, die al enkele jaren in Brussel werkt en voor de Nederlandse eurocommissaris onder meer de contacten met het Europees Parlement onderhoudt.

De Joegoslavische autofabrikant Zastava schat de schade van de NAVO-bombardementen op zijn fabrieken in Centraal-Servië op 1 miljard dollar, berichtte het persbureau Beta gisteren. De Servische regering heeft al aangegeven de wederopbouw van de Zastava-fabrieken te zullen financieren. Volgens topman Milan Beko is het de bedoeling dat Zastava, de enige autofabriek in Servië, op den duur jaarlijks 30.000 auto's produceert en werk biedt aan 17.500 mensen.

Zastava was een belangrijk doelwit van de NAVO tijdens de luchtacties tegen Joegoslavie omdat er behalve auto's ook kleine wapens en artillerie werden geproduceerd. De slechte economische situatie in Servië, als gevolg van de tien jaar geleden ingestelde sancties tegen het land, had echter al voor de NAVO-aanvallen haar tol geeist in de fabriek. De productie van wapentuig lag al enige tijd stil en ook het aantal auto's dat dagelijks de fabriek in Kragujevac uitrolde was sterk teruggelopen.

Servische soldaten en paramilitairen hebben tijdens de oorlog in Kosovo 31 moskeeën in de stad Pec in het westen van de provincie tot de grond toe afgebrand. Tien andere gebedshuizen werden zwaar beschadigd en nog eens dertien andere gedeeltelijk, meldde de Albanese televisie gisteren. Daarnaast hebben de Serviërs ook het gehele archief van de Raad van de islamitische gemeenschap verbrand. Vijf leden van de raad zijn vermoord. Pec, dat nu onder controle staat van Italiaanse NAVO-troepen, wordt beschouwd als de zwaarst getroffen stad in Kosovo. Naar schatting driekwart van de huizen en bedrijven is in brand gestoken.

Op verscheidene plaatsen in Joegoslavië zijn gisteravond betogingen gehouden voor het aftreden van de Joegoslavische president Milosevic. In Leskovac, in het zuiden van het land, gingen betogers voor de vijftiende achtereenvolgende dag de straat op. Er waren zo'n duizend demonstranten. In Valjevo, 80 kilometer ten zuidwesten van Belgrado, demonstreerden honderden mensen, berichtte het onafhankelijke persbureau Beta. In deze stad wordt ook bijna dagelijks geprotesteerd tegen het bewind in Belgrado.

De Servische oppositieleider Zoran Djindjic heeft gisteren gezegd niet te willen samenwerken met de rivaliserende oppositieleider Vuk Draskovic. De hoop op een gezamenlijk Servisch front tegen Milosevic is daarmee opnieuw kleiner geworden.

Draskovic, leider van de oppositionele Servische Vernieuwingsbeweging en voormalig vice-premier van Joegoslavië, zei zaterdag op een protestbijeenkomst dat het aftreden van Milosevic niet het belangrijkste doel van de oppositie moet zijn. Volgens hem moet er een regering van 'nationale redding' worden opgericht die Joegoslavië weer de internationale gemeenschap binnen moet loodsen.

Djindjic, de leider van de overkoepelende Alliantie voor Verandering, noemde het voorstel van Draskovic „onaanvaardbaar”, omdat de oud-vice-premier „een dak wil plaatsen zonder dat er een fundering is gelegd.” Die fundering bestaat in de ogen van Djindjic uit het aftreden van Milosevic. Samenwerking met Draskovic' Beweging is onmogelijk omdat volgens die partij elke oproep om het aftreden van Milosevic het risico op een burgeroorlog vergroot, aldus Djindjic.