Buitenland 16 juli 1999

Kosovaarse leider even in Pristina

Rugova wijkt
niet voor UCK

Van onze buitenlandredactie
PRISTINA – Ibrahim Rugova, leider van de gematigde Albanezen in Kosovo, wenst niet te wijken voor het Kosova Bevrijdingsleger UCK. Hij wil dat alle politieke krachten een ”billijke vertegenwoordiging” krijgen in het overgangsbestuur voor de Servische provincie.

Het UCK, dat de Serviërs met geweld heeft bestreden, heeft zich de afgelopen tijd opgeworpen als de vertegenwoordiging van de Albanese meerderheid in Kosovo. Het wil dat Rugova, die in 1992 bij ondergrondse verkiezingen door de Albanezen tot ”president” van Kosovo werd gekozen, geen zitting neemt in de overgangsregering en zich uit de politiek terugtrekt. Maar UCK-leider Hasim Thaci zei dat er in de provincie voldoende ruimte voor Rugova is. „Ik zal naar hem luisteren, ik zal naar zijn mening over de toekomst van Kosovo luisteren.”

Rugova keerde gisteren in Kosovo terug, maar ging al na acht uur terug naar Rome. Sympathisanten en leden van zijn Democratische Liga voor Kosovo verwelkomden hem. Langs de route van de grens naar de hoofdstad Pristina stonden duizenden Kosovaren op hem te wachten. Hij sprak vervolgens met de commandant van de vredesmacht KFOR, generaal Michael Jackson, en de VN-gezant voor de Servische provincie, Bernard Kouchner. Rugova keert volgens zijn medewerkers volgende week terug in Kosovo.

Rugova voerde een decennium lang een campagne van passief verzet tegen het repressieve Servische bewind in Kosovo. Volgens het UCK hebben die geweldloze acties niets opgeleverd. Rugova maakte zich bovendien onpopulair door met de Joegoslavische president Milosevic te spreken nadat de NAVO was begonnen met haar luchtacties in Joegoslavië. Op uitnodiging van de Italiaanse regering verbleef Rugova de afgelopen maanden in Rome.

Rugova zei vorige week dat hij zich nog steeds als de gekozen president van Kosovo beschouwt. Zijn aanhang onder de Albanezen is nog steeds aanzienlijk en volgens waarnemers heeft hij nog alle kansen om het UCK naar de achtergrond te dringen als hij zich als sterk leider weet te presenteren. Voor de niet-Albanezen zijn de politici rond UCK-leider Hashim Thaci geen geloofwaardige onderhandelingspartners meer. Leden van het bevrijdingsleger wordt verweten dat zij achter de intimidatie van de zigeuners en Serviërs zitten en dat zij huizen van vooral Serviërs in brand steken.

Dat de Albanezen reden voor verontwaardiging over het gedrag van de Serviërs hebben bleek gisteren opnieuw, toen een woordvoerder van de vredesmacht KFOR zei dat de afgelopen weken in de Italiaanse sector van Kosovo 748 lijken in 31 massagraven zijn gevonden.

Wederopbouw
De Europese Unie wil volgend jaar 500 miljoen euro (1,1 miljard gulden) uittrekken voor de wederopbouw van Kosovo. De lidstaten willen het geld voor een groot deel vrijmaken door op andere uitgaven op buitenlands gebied volgens de kaasschaafmethode te bezuinigen. Nederland dringt erop aan de armste landen, zoals Bangladesh, te ontzien, zo is uit diplomatieke bronnen vernomen.

De lidstaten, die unaniem op deze lijn zitten, dreigen in aanvaring te komen met het Europees Parlement. Het Parlement wil juist dat de Unie haar begroting voor de hulp aan de Balkan optrekt. Vooral de christen-democratische fractie dringt erop aan om de meerjarenbegroting 2000-2006, die eind maart na het nodige touwtrekken in Berlijn rondkwam, open te breken en op te hogen. Zij willen dat ook omdat de landbouwuitgaven van bijna 41 miljard euro (ruim ƒ 90 miljard) huns inziens hoger dreigen uit te komen dan voorzien.

Zie ook:
Leden oppositie in Belgrado mishandeld

Grote politieke rivaliteit in vrij Kosovo