Buitenland 9 juli 1999

Nieuwe betogingen tegen Milosevic

Oppositieleider Servië
eist zakenkabinet

BELGRADO/PROKUPLJE – De Servische oppositieleider Zoran Djindjic heeft zich gisteren uitgesproken voor de komst van een interim-regering in Joegoslavië. Een dergelijk zakenkabinet zou vooral moeten zorgen voor voldoende voedsel en bescherming als de winter intreedt. De overgangsregering dient in de ogen van Djindjic te worden samengesteld in nauwe samenspraak met de Servisch-Orthodoxe Kerk.

Belangrijke opgave is ook de voorbereiding en het uitschrijven van vrije democratische verkiezingen. Dragoslav Avramovic, oud-president van de centrale bank, zou een goede kandidaat zijn voor het premierschap, aldus Djindjic. Hij zei ook voorstander te zijn van een referendum waarin de bevolking zich nog dit jaar voor of tegen president Milosevic kan uitspreken.

De oppositie ging ook gisteravond de straat op om te betogen tegen de regering van Milosevic. Dat gebeurde onder meer in Leskovac en in Prokuplje, op zo'n 250 kilometer ten zuiden van de Joegoslavische hoofdstad Belgrado. In de laatste stad was een tegendemonstratie van Milosevic-aanhangers voorzien, maar deze betoging werd op het laatste moment afgelast. Volgens het persbureau Beta had de politie geen vergunning gegeven.

In brand
Prokuplje (35.000 inwoners) is een bolwerk van de Socialistische Partij (SPS) van de Joegoslavische president. Het anti-Milosevic-protest, waarbij enkele duizenden mensen aanwezig waren, begon grimmig toen kort na de komst van Djindjic een vermeende SPS-aanhanger een aantal malen in de lucht schoot.

Een groep Servische burgers in Kosovo ontving Djindjic gisteren eerder op de dag ook al met de nodige vijandigheid. Bij zijn aankomst bij het klooster van Gracanica, dicht bij de hoofdstad Pristina, verweten zij hem dat ze vorige maand tijdens het vertrek van de Joegoslavische troepen uit Kosovo door de oppositie aan hun lot zijn overgelaten.

De Serviërs hadden eten noch drinken, maakten ze de ex-burgemeester van Belgrado en leider van de Democratische Partij duidelijk. Zo'n honderd boze Serviërs drongen een persconferentie binnen van Djindjic en leden van de Alliantie voor Verandering en scholden hen uit voor dieven.

De alliantie, waartoe overigens de Servische Beweging voor Wedergeboorte (SPO) van Vuk Draskovic niet behoort, maakte gisteren een rondreis door Kosovo. Zij had onder meer ontmoetingen met aartsbisschop Artemije.

Een politiechef uit Belgrado is gisteren door onbekenden vermoord in het centrum van de hoofdstad, zo werd verder bekend. Dragan Simic, de chef van het Savski Venac-district, werd neergeschoten voor een restaurant. Volgens Radio Novosti is Simic de vijfde politieman die sinds januari in Belgrado is gedood.

In de oude Servische wijk van Prizren blijken woensdag zestien huizen in brand te zijn gestoken. Zes personen zijn aangehouden op verdenking van brandstichting, aldus de Duitse commandant van de internationale vredesmacht KFOR, generaal Fritz von Korff.

Gele Rijders
Prizren is na Pristina de grootste stad van Kosovo. Het ligt in de Duitse sector, waarin ook de Nederlandse KFOR-militairen zijn gelegerd. Von Korff had zware kritiek op de inwoners van de stad, die hij verweet er „onverschillig” tegenover te staan dat hun stad „haar gezicht verliest.” Sommigen hebben volgens hem zelfs de brandweer tegengewerkt.

De nog in Nederland verblijvende Kosovaarse vluchtelingen zullen voor de maand oktober weer thuis zijn, verwacht minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken. Hij voerde gisteren in Genève overleg met VN-hoge commissaris voor de vluchtelingen Sadako Ogata. Zij vroeg Europa vorige week nog om geduld bij het terugsturen van Kosovaren.

Zo'n 3000 etnische Albanezen in Orahovac hebben gisteren gedemonstreerd tegen de voorgenomen komst van Russische manschappen naar hun regio in Kosovo. De betogers zwaaiden met onder meer Nederlandse vlaggen. In Orahovac verblijven Nederlandse Gele Rijders. Veel Albanezen zien de stationering van Russen niet zitten en beschouwen ze als bondgenoten van Servië.