Buitenland 3 juli 1999

„Dynamische, uitgesproken persoonlijkheid”

Bernard Kouchner
gezant voor Kosovo

Van onze buitenlandredactie
NEW YORK – Secretaris-generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan heeft gisteren de Franse minister van Gezondheidszorg, Bernard Kouchner, benoemd tot hoogste VN-gezant in Kosovo. Als diens assistent wees Annan de Amerikaan James Covey aan.

Kouchner, die een van de oprichters was van Médecins Sans Frontiers –de Franse Artsen zonder Grenzen–, zal in Kosovo de plaats innemen van de Portugese interim-gezant Sergio Vieira de Mello.

Annans keuze voor Kouchner houdt in dat de post voorbij is gegaan aan Jan Pronk (PvdA). De minister van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu was de Nederlandse kandidaat. De andere kandidaten waren de Italiaanse eurocommissaris Emma Bonino en de vertrekkende leider van de Britse Liberaal-Democraten, Paddy Ashdown.

Volgens Annans woordvoerder, Fred Eckhard, bezit Kouchner de kwaliteiten die voor de VN-chef het zwaarst wogen: „Visie, leidinggevend vermogen en kennis van de regio.”

Kouchner zal als speciaal gezant van Annan aan het hoofd komen te staan van een VN-team dat verantwoordelijk is voor de terugkeer van de etnische Albanezen naar Kosovo. Ook zal hij zorgdragen voor de opbouw van de civiele infrastructuur.

Kouchner staat bekend als een zeer dynamische en uitgesproken persoonlijkheid. Hij zette zich in voor de gevangenen in Bosnische gevangenenkampen en voor de humanitaire situatie in Somalië. Soms wordt hem verweten dat hij wel erg graag in de belangstelling staat. Zo verscheen hij ooit op de televisie terwijl hij een zware baal rijst torste over het Somalische strand. Voor hij aan het sjouwen ging, had hij er zich wel van vergewist dat de camera's op hem waren gericht.

Zijn directe manier van praten bracht hem nog wel eens in moeilijkheden, zoals toen hij met de toenmalige Franse minister van Buitenlandse Zaken Roland Dumas zei dat Frankrijk zo nodig best alleen de Bosnische gevangenkampen kon bevrijden. Dat idee moest hij snel intrekken. Als humanitair gezant lukte het hem echter wel in Bosnië een gevangenenruil tot stand te brengen.

Aanhoudingen
Nederlandse KFOR-eenheden hebben in Urosevac, 30 kilometer ten zuiden van Pristina, zes mensen aangehouden die ervan worden verdacht deel uit te maken van de speciale Servische politietroepen, is gisteren bekendgemaakt. Elders in Kosovo hielden KFOR-soldaten vijf Joegoslavische militairen aan. De NAVO heeft Belgrado om opheldering gevraagd, omdat de aanwezigheid van Servische eenheden in Kosovo in strijd is met het akkoord dat de NAVO en Belgrado hebben gesloten over de terugtrekking.

Het Nederlandse contingent kreeg de tip dat er vanuit een gebouw radiosignalen werden verstuurd, zei KFOR-woordvoerder Jan Joosten. Daarop gingen de vredessoldaten op onderzoek uit en stuitten ze op de zes mannen. Voorts werden in het pand wapens, computers en zendapparatuur aangetroffen. De verdachten droegen geen uniform, aldus Joosten.

In het noorden van Kosovo, bij de grens met het overige deel van Servië, arresteerden Amerikaanse KFOR-eenheden vijf gewapende en geüniformeerde Joegoslavische militairen. De militairen beweerden tot de Joegoslavische grenswacht te behoren. Volgens het terugtrekkingsakkoord moeten Joegoslavische eenheden echter buiten een 5 kilometer brede bufferzone rond Kosovo blijven.

Donderdag had de Amerikaanse brigadegeneraal John Craddock al gezegd dat Amerikaanse militairen inlichtingen natrekken over Servische paramilitaire troepen die nog steeds in Kosovo actief zouden zijn. Amerikaanse militairen waren vorige week tot tweemaal toe het doelwit van sluipschutters, maar daarbij vielen geen slachtoffers. Craddock benadrukte dat het karwei nog lang niet geklaard is. Hij zei dat er te veel geweld heerst, en dat nog veel te veel woningen 's nachts in brand worden gestoken.

Gisteren spraken Servische en Albanese Kosovaren voor het eerst over de veiligheidstoestand van hun provincie. De Serviërs toonden daarbij spijt over wat de Albanezen is aangedaan. Tegelijk eisten zij veiligheidsgaranties voor de Serviërs die nog in Kosovo wonen. De leider van het Kosova Bevrijdingsleger UCK, Thaci, betreurde op zijn beurt de uittocht van de Servische Kosovaren en drong aan op meer samenwerking. Beide partijen riepen op tot kalmte.

Het Servische ministerie van Gezondheidszorg heeft gisteren alle medici die Kosovo hebben verlaten, opgedragen onmiddellijk terug te keren. Artsen, verpleegkundigen en ander medisch personeel hebben tot maandagmiddag de tijd om naar een kliniek in Zvecan, nabij Kosovska Mitrovica, te komen. Wie dan niet is komen opdagen, wordt per direct uit staatsdienst ontslagen.

De Servische oppositieleider Zoran Djindjic, die Servië bij het begin van de luchtoorlog van de NAVO heeft verlaten, is van plan volgende week terug te keren, ook al lopen er zowel militaire als civiele gerechtelijke onderzoeken naar hem. Dat heeft een naaste medewerker van Djindjic en medeleider van de Democratische Partij, Zoran Zivkovic, gisteren gemeld.

„De strafrechtelijke actie zal Djindjic er niet van weerhouden naar huis terug te keren. We verwachten hem volgende week hier”, zei Zivkovic. Kort nadat Djindjic Belgrado had verlaten, deed het militaire gezag een poging hem op te roepen voor militaire dienst. Zijn partijgenoten in het partijbureau weigerden echter de oproep in ontvangst te nemen. Naar aanleiding daarvan probeert de regering van president Slobodan Milosevic nu Djindjic te beschuldigen van het ontduiken van de dienstplicht. Volgens de Servische wet moet eerst een gerechtelijk onderzoek worden uitgevoerd.

Zie ook:
Wereldraad is bezorgd over situatie in Kosovo

Servische patriarch beschuldigt NAVO van etnische zuiveringen