Voorpagina 22 juni 1999

Alleen hulp als Milosevic vertrekt

Westen verhoogt
druk op Belgrado

Van onze buitenlandredactie
BONN – De Verenigde Staten betalen „geen cent” aan de wederopbouw van bruggen en andere openbare werken in Joegoslavië zolang Slobodan Milosevic daar de dienst uitmaakt. Dat zei president Bill Clinton gisteren op een persconferentie aan het slot van een top met leiders van de Europese Unie in Bonn.

Humanitaire hulp, zoals herstel van ziekenhuizen en elektriciteitscentrales die tijdens de elf weken durende luchtoorlog door de NAVO zijn vernield, willen de VS wel verstrekken. Maar herstel van infrastructuur zoals bruggen en wegen is een vorm van economische hulp die Clinton niet wil geven zolang Milosevic nog op zijn post zit.

„Ik vind niet dat wij moeten helpen, geen cent”, zei Clinton. „Daar ligt voor mij de grens.” Ook de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder, voorzitter van de EU, maakte onderscheid tussen humanitaire hulp voor het Servische volk en financiële steun aan de regering. „Je kunt mensen niet laten verhongeren omdat ze de verkeerde president hebben”, zei Schröder. „Humanitaire bijstand ja, maar een tastbare bijdrage leveren aan wederopbouw, dat kan alleen maar gebeuren met een democratisch Joegoslavië.”

De bijeenkomst van de EU volgde kort op de topconferentie in Keulen van de G-8, de zeven rijkste industrielanden plus Rusland, die in een concessie aan de Russische president Boris Jeltsin geen voorwaarden heeft verbonden aan hulp aan Joegoslavië. Ook de Franse president Jacques Chirac heeft echter gezegd niets te voelen voor herstel van kapotgeschoten infrastructuur in Joegoslavië.

Kritiek
De Servische oppositieleider Zoran Djindjic heeft gisteren gezegd het onjuist te vinden dat financiële hulp aan Joegoslavië wordt gekoppeld aan het vertrek van Milosevic. Alleen de Serviërs zelf kunnen de Joegoslavische president uit de macht zetten en democratisering bewerkstelligen, zei de voorzitter van de Democratische Partij van Servië in een gesprek met de Beierse minister-president Edmund Stoiber. Een politiek die Milosevic isoleert, brengt bestaande democratische structuren in gevaar, zei Djindjic.

„Veel hangt nu van ons Serviërs af”, zei Djindjic. Behalve zich te bekennen tot Europa is het voor Joegoslavië van belang de democratische krachten in het land te bundelen en de bevolking over de oorlog in Kosovo te informeren. Dat kan alleen met onafhankelijke media. Van Stoiber kreeg Djindjic steun toegezegd voor een mediaproject in Montenegro.

Djindjic, voormalig burgemeester van Belgrado, riep de Europese landen ertoe op een middenweg te zoeken bij de wederopbouw van Joegoslavië. Weigeren hulp te verlenen zolang Milosevic nog in het zadel zit, kan volgens hem leiden tot verdere verzwakking van het democratische vermogen van zijn land. Hij noemde het vooral van belang dat de vrije media het werken mogelijk wordt gemaakt.

Demonstraties
De Servische oppositie kondigde gisteren in Belgrado aan in het hele land demonstraties te gaan organiseren voor vervroegde verkiezingen, democratie en vrije media. Volgens coördinator Vladan Batic zullen de steden Cacak en Kraljevo zaterdag het spits afbijten.

De gezamenlijke oppositie beslist morgen of de betogingen doorgaan voor het geval de politie ze wil verbieden of voor het geval de staat van oorlog nog niet is opgeheven. Betogingen zijn verboden zolang het land in staat van oorlog is. De Joegoslavische regering heeft het parlement intussen voorgesteld de oorlogstoestand formeel op te heffen.

Ook gisteren greep de Servische politie in tijdens een betoging van zo'n 200 boze Serviërs uit Kosovo. De betogers zeiden gefrustreerd te zijn omdat de autoriteiten hen aan hun lot hebben overgelaten toen de NAVO-vredesmacht Kosovo binnentrok en dat diezelfde autoriteiten nu weer proberen hen te dwingen terug te keren. De angst voor wraakacties van het Kosova Bevrijdingsleger is onverminderd groot, ondanks een akkoord over ontwapening dat het UCK en de NAVO hebben gesloten.

Ongeveer 2000 Serviërs die uit angst voor represailles Kosovo waren ontvlucht, zijn in de Servische provincie teruggekeerd, aldus de commandant van de internationale vredesmacht KFOR, Sir Michael Jackson. Hij riep ook de overige gevluchte Serviërs ertoe op naar de provincie terug te gaan. In de afgelopen tien dagen zijn naar schatting in totaal 50.000 Serviërs Kosovo ontvlucht. De etnische Albanezen die willen terugkeren krijgen vanaf 1 juli bescherming van NAVO-manschappen.

Vojvodina
De Hongaarse premier Viktor Orban riep het Westen er gisteren toe op attent te zijn op mogelijke conflicten tussen Serviërs en de Hongaarse minderheid in de noordelijke Servische provincie Vojvodina. De kans op conflicten tussen beide bevolkingsgroepen neemt volgens Orban toe nu vele uit Kosovo gevluchte Serviërs naar het noorden van hun land trekken. Volgens de premier moet de internationale gemeenschap Vojvodina nadrukkelijk betrekken bij haar plannen voor een grootschalig hulpprogramma voor de Balkan. Nu Servië voorlopig is uitgesloten van dergelijke hulp zolang president Milosevic aan de macht is, dreigt in Vojvodina een nieuwe bron van etnisch geweld, denkt Orban.

In Vojvodina leven circa 350.000 etnische Hongaren. De provincie genoot net als Kosovo eerder een autonome status, maar Milosevic maakte daar een einde aan. De Serviërs en Hongaren leven er overigens tot dusver in redelijke harmonie.

Zie ook:
UCK wordt soort National Guard

„Van mij mogen ze allemaal weggaan”

„Mijnenruimen Kosovo vergt jaren”