Voorpagina 15 juni 1999

UCK nestelt zich op strategische punten in Kosovo

Britten stuiten op
eerste massagraven

Van onze buitenlandredactie
KACANIK – Naast een benzinestation in Kacanik in het zuiden van Kosovo hebben Britse NAVO-troepen mogelijk de eerste bewijzen gevonden van massale wreedheden die door de Serviërs zijn begaan na het begin van de NAVO-luchtaanvallen. Er ligt een massagraf met vermoedelijk 81 lijken.

Een zware doodsgeur hing gisteren boven de met planken gestutte kuil in een hoek van de kleine begraafplaats in Kacanik. Ernaast lagen twee keurige langgerekte hopen aarde met houten herinneringstekens, waaraan paarse lupines en rode rozen hingen. Volgens de Britse militairen zijn er lichamen uit een massagraf herbegraven om een moordpartij van de Servische strijdkrachten te verhullen.

Inwoners van Kacanik vertelden Britse officieren dat in de graven vermoedelijk de stoffelijke resten liggen van enkele van de tientallen etnische Albanezen die op 9 april zijn vermoord. Toen hielden Servische soldaten en agenten huis in Kacanik, een dag nadat ze zware verliezen hadden geleden in gevechten met het Bevrijdingsleger voor Kosova (UCK). Tijdens wat Kosovaren en UCK-strijders omschrijven als „een methodische plundering” werden sommige inwoners van Kacanik vermoord in hun eigen huis. Anderen die probeerden te vluchten werden gevangen. Weer anderen werden bijeengedreven en van dichtbij doodgeschoten in groepjes van tien.

„Ik denk dat mijn oom daar ligt”, zegt Agim Koragi (33), knikkend in de richting van de begraafplaats. Op de dag van de moorden vonden familieleden van hem het lichaam van de 70-jarige Riza Koragi in zijn huis, doorzeefd met kogels en verbrand. De familie vluchtte en later is het lijk verdwenen.

In Kacanik is de afgelopen drie maanden zwaar gevochten tussen etnisch Albanese rebellen en Servische troepen. In het centrum van de stad is geen enkel gebouw onbeschadigd gebleven – ramen zijn kapot, daken zijn ingestort en muren zitten vol kogelgaten. De meeste inwoners van de stad waren voor begin april al gevlucht of verdreven. Ze zitten nog in vluchtelingenkampen in Macedonië en Albanië, waardoor de verhalen over de massamoorden nog niet compleet zijn of elkaar tegenspreken. Maar er zijn details die door verschillende mensen worden bevestigd.

Veel mensen die op 9 april nog in Kacanik waren, hadden zich verscholen in de afgelegen heuvels bij Perroci, die bekendstaan om een helder riviertje met houten voetbruggen. Die mooie rivierbedding was het decor van een afschuwelijke slachtpartij, vertelt de UCK-strijder Sobrazh. Hij heeft machteloos staan toekijken toen Servische paramilitairen vluchtende dorpsbewoners neerschoten die de steile heuvels probeerden op te klimmen.

Hulp ingeroepen
De Britse troepen hebben de begraafplaats in Kacanik met ondersteuning van Amerikaanse mariniers afgesloten en de hulp van onderzoekers van oorlogsmisdaden ingeroepen. Zij gaan de graven onderzoeken en de inwoners van Kacanik interviewen. De inwoners hebben al zeker twee andere plaatsen genoemd waar massagraven zouden liggen. De Britse NAVO-troepen bewaken de plaatsen om te voorkomen dat Serviërs ermee gaan knoeien.

Noorwegen stuurt binnen enkele dagen acht forensische experts naar Kosovo die gaan helpen bij het verzamelen van bewijzen voor het Joegoslavië-tribunaal van de Verenigde Naties in Den Haag. Dat heeft de Noorse recherche gisteren bekendgemaakt. Het Joegoslavische staatspersbureau Tanjug berichtte onderwijl dat UCK-rebellen de verhalen over de massagraven hebben verzonnen. Ze zouden de aandacht hebben willen afleiden van hun weigering om wapens in te leveren.

Schermutselingen
Terwijl Servische militairen en paramilitairen uit Kosovo trekken, heeft het Bevrijdingsleger van Kosova (UCK) strategische punten in de Joegoslavische provincie bezet. Veronderstelde UCK-leden hebben gisteren in een voorstad van Pristina verscheidene Serviërs gedood. Het Servische Mediacentrum berichtte dat in Pristina vier Serviërs door „Albanese terroristen” waren vermoord.

Het UCK versterkte zijn controle over de voornaamste grensovergang met Albanië, Morina, door de post met zestig strijders te bemannen. Ook opende de beweging bureaus in Pristina en de Albanese wijk van Prizren. De maatregelen zijn in strijd met oproepen van de NAVO aan het UCK geen stappen te nemen om belangrijke gebieden te bezetten. Krachtens het vredesplan voor Kosovo moet het UCK worden „gedemilitariseerd.”

Het Kosovaarse persbureau publiceerde een interview met UCK-leider Hashim Thaci, die daarin zegt dat het UCK de veiligheid van de Russische troepen in Kosovo niet kan garanderen. Volgens 'premier' Thaci is een opdeling van Kosovo „onaanvaardbaar.” Hij meent dat de Russen zo snel mogelijk uit Kosovo moeten vertrekken.

Zie ook:
Rusland geeft niet toe aan NAVO-druk

„Ik heb haar al zo lang niet gezien”

Gele Rijders verwachten niet veel problemen

Gele Rijders treden met succes op in Orahovac

Serviërs stromen Prizren uit