Buitenland 31 maart 1999

„Conclusies niet verenigbaar met inhoud”

Kritiek EU-ambtenaar
op rapport vijf wijzen

Van onze buitenlandredactie
DEN HAAG – „De toonzetting en de aard van de conclusies zijn niet verenigbaar met de inhoud van de voorafgaande hoofdstukken. Daardoor lijkt het erop dat Barbertje hoe dan ook moest hangen.” Dit tekende een hoge ambtenaar van de Europese Commissie gisteren aan bij het rapport dat leidde tot het ontslag van dat college.

Nico Wegter, die optreedt als woordvoerder van commissaris Van den Broek, gaf in Den Haag tijdens een bijeenkomst van de Europese Beweging Nederland op persoonlijke titel zijn visie op de crisis die 2 weken geleden ontstond in Brussel. De voltallige Europese Commissie besloot toen voortijdig op te stappen in reactie op de uitslag van een onderzoek van een zogeheten comité van vijf wijzen naar fraude en andere onregelmatigheden.

De Europese Commissie was vooraf optimistisch, maar misschien ook wel een beetje naïef, vertelde Wegter. Op zondagavond 14 maart, een etmaal vóór de publicatie van de bevindingen van de onafhankelijke deskundigen, kreeg elk van de twintig commissarissen inzage in de hoofdstukken die handelden over specifiek zijn of haar beleidsterrein. De EU-bestuurders stelden vast dat de rapportage geen nieuws bevatte. In een vergadering de volgende ochtend meenden zij dat „de zaak redelijk binnen de perken kon worden gehouden.”

Op maandag 15 maart om half 6 's avonds, toen zij het volledige verslag ontvingen, veranderde de stemming volgens Wegter. „We waren verrast door de toon in het slothoofdstuk. Het leek alsof voor het schrijven van dat deel een andere auteur was ingehuurd. We kregen het gevoel dat we met twee verschillende rapporten te maken hadden.”

Draagvlak
Alle aandacht kwam te liggen op twee vernietigende constateringen. De Commissie zou de controle over haar ambtelijk apparaat hebben verloren en er was bij niemand bereidheid aanwezig om verantwoordelijkheid op zich te nemen, luidde het oordeel van de vijf wijzen.

Om tien uur 's avonds ging de Commissie in conclaaf. Wegter: „Enkele leden wilden de strijd aangaan, de rest voelde er niet voor door te vechten en meende dat het politieke draagvlak om in functie te blijven, was verdwenen.” Kort na middernacht kondigde voorzitter Santer het aftreden aan van de volledige ploeg.