Voorpagina 19 maart 1999

Forse premies voor afgetreden politici

Commissie hoeft niet
op een houtje te bijten

Van onze buitenlandredactie
BRUSSEL – De twintig eurocommissarissen die maandagnacht hun functie neerlegden, hoeven de eerstkomende 3 jaar niet op een houtje te bijten. Zij krijgen 36 maanden lang ten minste de helft van hun –forse– salaris doorbetaald als gouden handdruk.

De Europese Commissie maakte dat gisteren bekend. De aangekondigde vertrekpremie druist in tegen het voorstel van Tony Blair. De Britse premier wilde enkele commissarissen hun extraatje ontzeggen als symbolische sanctie voor de vernietigende conclusies over fraude en corruptie die voor de Commissie aanleiding waren om op te stappen. Het Britse Lagerhuis –inclusief de Conservatieve oppositie– schaarde zich eensgezind achter de suggestie van Blair.

Ook het Europees Parlement voelt er veel voor commissarissen die van financiële onregelmatigheden worden verdacht geen gouden handdruk te geven. „De bedragen zijn veel te hoog. In het kader van de bestuurlijke hervorming van de EU moet dit dringend worden aangepast”, aldus europarlementariër Diemut Theato.

De Commissie denkt er echter anders over. Commissarissen die minder dan 5 jaar in dienst waren krijgen volgens het plan 3 jaar lang 50 procent van hun laatst genoten salaris uitgekeerd. Bij commissarissen die langer in dienst waren, gaat het zelfs om 55 of 60 procent.

Het loon van de afgetreden commissarissen liegt er bepaald niet om. Jacques Santer, demissionair voorzitter van de Commissie, verdiende 19.141 euro (42.181 gulden) per maand. De vice-voorzitters, de Brit Leon Brittan en de Spanjaard Manuel Marin streken maandelijks 17.338 euro (38.208 gulden) op. De andere zeventien leden van de Commissie zagen elke maand hun banksaldo met 15.604 euro (34.387 gulden) toenemen.

Met dit forse salaris houden de inkomsten voor de EU-toppolitici echter nog niet op. Elk van de twintig commissarissen toucheert maandelijks nog eens 15 procent van zijn inkomen als „residentietoelage” om een optrekje in Brussel te financieren. Verder ontvangen zij elke maand nog eens ruim 1200 gulden voor „representatieve doeleinden.”

Extra streepje voor
De commissarissen op leeftijd hebben nog een extra streepje voor. Als zij de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar bereiken kunnen zij kiezen tussen de eerdergenoemde vertrekpremie of een pensioen van 4,5 procent van het vroegere inkomen voor elk dienstjaar. Twee commissieleden –Anita Fradin en Edith Cresson– zijn momenteel al 65. Martin Bangemann (64), Marcelino Oreja (64), Jacques Santer (62) en Hans van den Broek (62) hebben recht op een beperkt pensioen.

Hoewel het voorstel van Blair voor korting op de gouden handdruk op veel sympathie kan rekenen, is het uiterst onwaarschijnlijk dat het wordt overgenomen. Het Comité van Wijzen heeft een aantal commissarissen weliswaar van wanbestuur beschuldigd, maar geen van hen heeft overtredingen in strafrechtelijk opzicht begaan.

Bij ernstige fouten is het op grond van artikel 160 van het EU-verdrag mogelijk een afzettingsprocedure tegen individuele commissarissen bij het Europese Hof te beginnen. „Maar zelfs in dat geval is het waarschijnlijk nog moeilijk de vertrekpremie ongedaan te maken”, meent afgevaardigde Theato.