Commentaar 16 maart 1999

Een crisis

Verkeert Europa werkelijk in een crisis nu de voltallige Europese Commissie is afgetreden? Of is dit een zaak waarover, behalve een beperkte kring van direct betrokkenen, niemand echt wakker ligt? In ieder geval is het aftreden van de Europese Commissie een gebeurtenis zonder precedenten. Daarbij komt dat niet een politiek meningsverschil met het Europees Parlement of met de lidstaten hieraan ten grondslag ligt. Het gaat eenvoudigweg om de kwaliteit van het leidinggeven.

De leden van de Europese Commissie hebben onvoldoende greep op het ambtelijk apparaat. Zij zijn vaak niet op de hoogte van wat daar gebeurt. Binnen de Europese diensten voelt vrijwel niemand zich ergens verantwoordelijk voor. Als men tegen misstanden aanloopt, kijkt men het liefst de andere kant uit.

Die conclusies uit het rapport van het comité van wijzen liegen er niet om. Zij sluiten aan bij klachten die eerder in het Europees Parlement gehoord werden en ook door de Europese Rekenkamer op tafel zijn gelegd.

Enkele maanden geleden wist de Commissie in het Europees Parlement nog het hoofd boven water te houden, al was het vertrouwen in ten minste twee commissarissen (de Française Cresson en de Spanjaard Marin) welhaast tot het nulpunt gedaald. Het Parlement kan echter geen individuele commissarissen naar huis sturen en om nu de hele Commissie af te danken, dat ging de meerderheid van het parlement toch te ver.

Inmiddels hebben Santer en de zijnen de eer aan zichzelf gehouden. Zeker de positie van Edith Cresson was onhoudbaar geworden. Het inhuren van een bevriende oude tandarts om tegen een royale vergoeding aids-onderzoek te verrichten dat niets voorstelde, zal nog lang bekend blijven als een van de voorbeelden van corruptie op Europees niveau.

Voor Van Buitenen, de Nederlandse EU-ambtenaar die geschorst werd omdat hij een vertrouwelijk rapport over fraude bij de Europese Commissie naar buiten bracht, is het rapport van het comité van wijzen en het daarop gevolgde aftreden van de Commissie, een pleister op de wond. Het is voor een belangrijk deel aan hem te danken dat de zaak naar buiten is gekomen. Eerherstel voor de lekkende ambtenaar ligt dan ook voor de hand. Tevens geeft de zaak-Van Buitenen aanleiding om de positie van deze 'klokkenluiders' nader te bezien. Hoe moet een ambtenaar handelen die merkt dat zijn chefs niets doen met de ernstige aanwijzingen van corruptie en wanbestuur die hij heeft aangedragen?

De vraag kan ook gesteld worden of de Europese crisis enige invloed zal hebben op de verkiezingen voor het Europees Parlement die over een kleine 3 maanden zullen worden gehouden. Heeft de kiezer nu de indruk gekregen dat Europa echt belangrijk is en dat het Europees Parlement er wel degelijk wat toe doet? Of dragen de jongste gebeurtenissen alleen maar bij aan de versterking van het beeld dat er veel mis is in Europa, zeker op financieel gebied?

Is te verwachten dat de nieuwe Commissie er nu echt de bezem door gaat halen? Of wordt met nieuwe mensen de bestaande gang van zaken gewoon voortgezet?

Een flinke schoonmaak zou zeker niet overbodig zijn. De Latijnse moraal van de zuidelijke lidstaten, waarbij corruptie veelal met de mantel der liefde wordt bedekt en het gewoon gevonden wordt het met allerlei interne en externe regels niet zo nauw te nemen, moet in Europa niet toonaangevend worden.