Belastingherziening 2001 15 september 1999

Overgangsregelingen ingewikkeld

Van onze redactie economie
AMSTERDAM – De overgangsregelingen van het oude naar het nieuwe belastingplan zijn bijzonder ingewikkeld. Deze conclusie trekt belastingadvieskantoor Ernst & Young.

De Wet inkomstenbelasting 2001 bevat een groot aantal ingrijpende wijzigingen, aldus fiscaal specialist Strik. Hij ziet tevens een aantal nadelen ten opzichte van de bestaande wetgeving.

Strik: „Het meest spectaculaire onderdeel van de Wet inkomstenbelasting 2001 is de geheel vernieuwde vormgeving van de belastingheffing van inkomsten uit vermogen. Deze worden voortaan belast volgens een forfaitair rendement van 4 procent, te berekenen over het (netto)vermogen. Daarop is een tarief van 30 procent van toepassing. Het belastbare vermogen wordt vastgesteld op het gemiddelde van de vermogens op 1 januari en 31 december van elk jaar. De huidige vermogensbelasting wordt volledig afgeschaft. Ongeacht het rendement wordt eenieder voor 4 procent belast. Er wordt niet gekeken naar het werkelijke rendement dat iemand heeft behaald.”

Ook vindt Strik het opvallend dat er meer fiscale beperkingen komen om de oude dag te financieren. Dit heeft geleid tot zeer ingewikkelde wetgeving met betrekking tot lijfrentes. De praktische uitvoerbaarheid van de overgangsregelingen zal tot problemen leiden. „De voorgestelde Wet inkomstenbelasting 2001 wordt weliswaar een stuk eenvoudiger dan de bestaande Wet op de inkomstenbelasting 1964, maar hoe ga je de komende jaren om met bestaande situaties?” vraagt Strik zich af.