Buitenland

HET UCK

Het Bevrijdingsleger van Kosova (UCK) strijdt voor de onafhankelijkheid van Kosovo. Dat is een stap op weg naar de verwezenlijking van Groot-Albanië, dat ook delen van Macedonië, Griekenland en Montenegro omvat.

De guerrillabeweging dook in 1996 op. Toen was het duidelijk geworden dat het vredesakkoord van Dayton van 1995 niets voor de etnisch Albanese Kosovaren betekende. Bosnië-Herzegovina, Kroatië, Macedonië en Slovenië scheidden zich af van Servisch gedomineerd Joegoslavië, maar de Kosovaren bleven in vergetelheid achter. De lange geweldloze strijd van de politieke leider Ibrahim Rugova had gefaald volgens de Kosovaren en Albaniërs, die naar de wapens grepen.

De UCK was al in 1993 opgericht door een verbitterde ex-officier die uit de Servische gelederen van de Joegoslavische strijdkrachten was gezuiverd. De splinterbeweging groeide na de teleurstelling over Dayton. Het UCK eiste voor het eerst in april 1996 de verantwoordelijkheid op voor aanslagen op Servische burgers en politiemannen. In november 1997 vertoonden zich voor het eerst geüniformeerde UCK-mannen bij de begrafenis van een door Servische veiligheidstroepen gedode leraar.

De sterkte en de financiering van de UCK is duister. De beweging heeft naar schatting ruim 10.000 man onder de lichte wapenen. De UCK spreekt over 30.000 soldaten. Veel wapens zijn in Albanië gestolen. De organisatie van de UCK is streng geheim. De beweging wordt vanuit het buitenland gefinancierd, onder meer door Albanese groepen in West-Europa.

Bij gevechten met de Joegoslavische strijdkrachten delven de strijders meestal het onderspit. Militair stelt het UCK nog niet veel voor, maar de middelen van de beweging groeien. Afgelopen jaar zijn modernere wapens en communicatiemiddelen aangeschaft en heeft het UCK een eigen radiozender en persbureau geopend.