Buitenland

Chronologie van conflict in Kosovo

WENEN – Kosovo lijkt maar niet tot rust te komen. Sinds het begin van de strijd in de opstandige Servische provincie, in februari 1998, hebben alle internationale bemoeienissen –oproepen, sancties en militaire druk– weinig opgeleverd. Hier volgt een chronologie van het conflict in Kosovo.

28 februari: Servische politie-eenheden beginnen een offensief tegen het Bevrijdingsleger van Kosovo (UCK). Daarbij vallen ook talloze doden onder de etnisch Albanese burgerbevolking. Het UCK strijdt voor autonomie van Kosovo, waar 90 procent van de bevolking etnisch Albanees is. Deze eis wordt zowel door Belgrado als door het Westen van de hand gewezen.

10 maart: De VN-Veiligheidsraad in New York voert overleg over de crisis. China noemt de strijd een binnenlandse aangelegenheid van Joegoslavië. De Verenigde Staten en de Europese Unie eisen van de Joegoslavische president Slobodan Milosevic dat deze zijn troepen terugtrekt. Er wordt opnieuw gedreigd met sancties tegen Joegoslavië.

25 maart: De Contactgroep voor voormalig Joegoslavië besluit op een bijeenkomst in Bonn tot een wapenembargo tegen Joegoslavië. Rusland wijst in de Veiligheidsraad sancties van de hand.

31 maart: De Veiligheidsraad besluit tot een wapenembargo. Verder wordt geëist dat Joegoslavië onderhandelingen over autonomie voor Kosovo begint. Het permanente lid China onthoudt zijn stem.

5 juni: VN-secretaris-generaal Kofi Annan beschuldigt de Servische veiligheidstroepen van wreedheden.

8 juni: De EU besluit tot een investeringsembargo tegen Servië. China en Rusland voorkomen in de Veiligheidsraad een resolutie tegen Joegoslavië.

juni: Na een ontmoeting met de Russische president Boris Jeltsin zegt Milosevic bereid te zijn tot onderhandelingen. Rusland spreekt van een diplomatieke doorbraak.

29 juni: Annan wil internationaal optreden om een „tweede Bosnië” te voorkomen. Een militaire interventie moet echter door de Veiligheidsraad worden goedgekeurd.

13 juli: De EU eist een onmiddellijke wapenstilstand in Kosovo. Nogmaals verklaart ze zich in principe voor militair ingrijpen.

18 juli: Servische eenheden beginnen een groot offensief tegen UCK-bolwerken in Kosovo.

23 juli: De Amerikaanse regering zegt desnoods eigenmachtig militair in te grijpen in Kosovo.

30 juli: Milosevic verklaart het offensief beëindigd. De strijd blijkt echter gewoon door te gaan.

11 augustus: Annan zegt dat er slecht op het wapenembargo wordt toegezien. Vooral het UCK wordt, vanuit het buurland Albanië, van wapens voorzien. Rusland en China verhinderen een besluit van de Veiligheidsraad over Kosovo.

24 augustus: De VN-Veiligheidsraad roept op tot een wapenstilstand in verband met een dreigende vluchtelingencrisis.

8 september: Annan zegt verontrust te zijn door het gebrek aan vooruitgang bij pogingen een politieke oplossing te bereiken.

23 september: De Veiligheidsraad neemt een resolutie aan waarin bij een voortzetting van de strijd met „maatregelen” wordt gedreigd. De resolutie geldt als voorbode voor mogelijk militair ingrijpen. De strijdende partijen worden opgeroepen tot een wapenstilstand.

24 september: De NAVO-raad roept de lidstaten op aan te geven of ze bereid zijn deel te nemen aan mogelijke luchtaanvallen. Daarmee wil de NAVO duidelijk maken dat het haar ernst is bij de dreiging met militair ingrijpen.

28 september: De Joegoslavische autoriteiten verklaren het offensief tegen het UCK voor beëindigd. Enkele eenheden worden teruggetrokken. De strijd gaat echter door.

1 oktober: Net voor een spoedzitting van de Veiligheidsraad maken de Serviërs melding van een troepenterugtrekking. De Kosovo-Albanezen melden een massaslachting van 12 mensen in de regio Suva Reka.

5 oktober: De speciale Amerikaanse afgezant Richard Holbrooke doet een laatste poging de crisis met pendeldiplomatie op te lossen.

8 oktober: Het UCK verklaart eenzijdig af te zien van verder geweld. De VS, Groot-Brittannië en Australië trekken ambassademedewerkers uit Belgrado terug met het oog op mogelijke NAVO-luchtaanvallen op militaire doelen in Joegoslavië.

10 oktober: De NAVO zegt dat haar militaire voorbereidingen op een mogelijke aanval zijn afgesloten.

12 oktober: Holbrooke krijgt vergaande toezeggingen van Milosevic los, toch besluit de NAVO tot mogelijke militaire acties. Joegoslavië zegt bereid te zijn een wapenstilstand te respecteren, alle naar Kosovo gestuurde speciale politie-eenheden terug te trekken, de terugkeer van vluchtelingen mogelijk te maken en waarnemers van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in Kosovo toe te laten.

27 oktober: Het NAVO-ultimatum voor de vervulling van de beloften die op 12 oktober door Milosevic zijn gedaan, loopt af. De VS eisen van Milosevic dat hij gevolg geeft aan nog niet of niet volledig ingewilligde NAVO-eisen.

6 november: Vijf Albanese strijders worden doodgeschoten.

3 december: Bij een vuurgevecht worden acht rebellen gedood.

14 december: Bij gevechten langs de grens met Albanië vinden dertig UCK-strijders de dood.

18 december: Na de moord op zeven Serviërs, onder wie een burgemeester, kondigt Belgrado een nieuw offensief tegen het UCK aan.

21 december: Een Servische politieman wordt doodgeschoten.

24 december: Servische pantser- en artillerie-eenheden beschieten een bolwerk van het UCK ten noorden van de provinciehoofdstad Pristina.

8 januari: Bij een beschieting met granaten worden drie Servische politiemannen gedood; er wordt een lijk van een Albanees gevonden. Serviërs blokkeren hoofdwegen rondom Pristina. Acht Servische militairen worden ontvoerd, waarmee de spanningen in de provincie verder toenemen.

11 januari: Milosevic stelt het UCK een ultimatum voor de vrijlating van de soldaten.

13 januari: Na koortsachtige bemoeienissen van de OVSE laat het UCK de soldaten vrij.

15 januari: Voor het eerst raken twee waarnemers van de OVSE gewond. De veiligheidstroepen doden bij een nieuw offensief zeker vijftien UCK-strijders.

16 januari: In het dorp Racak worden 45 burgers geëxecuteerd, kennelijk door Servische politiemannen.

17 januari: De NAVO besluit hoge afgevaardigden naar Belgrado te sturen.