Koninklijk huis 3 november 1999

Voldongen feit

De Lockheed-affaire is 23 jaar na dato goed voor rimpelingen in de hofvijver. Het boek ”De verbeelding aan de macht” van Willem Breedveld en Pieter Bootsma zorgde daar vorige week voor.

De auteurs doen voorkomen dat de socialistische premier Den Uyl destijds de Nederlandse monarchie redde door de toenmalige staatssecretaris Van Dam van volkshuisvesting van aftreden te weerhouden.

Klinklare onzin vindt NRC-journalist Harry van Wijnen. Hij publiceerde in 1992 een boek over de affaire, waarvoor hij onder andere inzage had in de correspondentie van prins Bernhard. De driftbui van Van Dam deed er, volgens Van Wijnen dinsdag in de NRC, nog minder toe dan het debat dat de ministerraad op 25 augustus 1976 voerde over de kwestie.

Het besluit -geen strafvervolging van prins Berhard- stond al bij voorbaat vast. Al die oud-ministers die in het boek van Breedveld zo hoog van de toren blazen, willen nu niet meer weten, zo stelt Van Wijnen, dat zij er toen voor spek en bonen hebben bijgezeten.

Den Uy heeft namelijk vanaf het begin van de affaire zo weinig mogelijk ministers bij de kwestie betrokken. Alleen de ministers Van Agt en De Gaay Fortman wisten van de hoed en de rand. Zij stemden voor aanvang van de ministerraad met het besluit in. De rest van het kabinet had -alle stoere taal van nu te spijt- het maar te slikken.