Koninklijk huis26 april 1999

Voor premier Kok kan
IOC–zaak een staartje krijgen

Voor prins Willem-Alexander is de IOC-kwestie verleden tijd. Hij gaat zich de komende tijd met hart en ziel storten op het werk voor het Internationaal Olympisch Comité. Voor premier Kok kan de zaak nog een staartje krijgen, waar hij niet op zit te wachten.

De Volkskrant aast op een brief van de prins aan de minister-president over de zaak. Het ochtendblad wil dat de premier de brief publiceert. Zij beroept zich daarbij op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB). Kok heeft dit geweigerd omdat openbaarmaking de eenheid van de kroon in gevaar zou brengen. In de WOB wordt dit als een grond voor weigering genoemd.

Geen vuiltje aan de lucht lijkt het dus. De werkelijkheid is anders. De Volkskrant legt zich niet neer bij de weigering van de premier. Zij is naar de bestuursrechter in Amsterdam gestapt. Die heeft de krant in zoverre gelijk gegeven dat hij vindt dat de premier zijn besluit onvoldoende heeft gemotiveerd. Dit is overigens geen toewijzing van het verzoek.

Mistig
De kwestie is wat mistig. De krant weet namelijk niet of de premier de prins heeft geschreven of andersom. In het laatste geval staat, zo redeneert de Volkskrant, valt de brief niet onder het kroongeheim en kan hij gepubliceerd worden. De prins maakt volgens haar geen deel uit van de kroon. Dit regeringsorgaan wordt volgens de Grondwet gevormd door de koningin en de ministers gezamenlijk. Daar hoort Willem-Alexander inderdaad niet toe. Daarom kan in de ogen van de Volkskrant de eenheid van de kroon door openbaarmaking van de briefwisseling niet geschaad worden.

Het is niet aannemelijk dat de bestuursrechter het ochtendblad in zijn argumentatie volgt. Prins Willem-Alexander staat namelijk zo dichtbij de kroon, dat hij geacht wordt daar deel van uit te maken. Voor hem geldt de ministeriële verantwoordelijkheid ook veel zwaarder dan voor zijn neef Floris, de jongste zoon van prinses Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven.

Hoe dichterbij de kroon hoe meer de politiek verantwoordelijk is voor het doen en laten van een Oranjekind. De interpretatie van het Grondwetartikel dat de koning onschendbaar is en de minister verantwoordelijk is sinds 1964 algemeen aanvaard. In dat jaar gaven de ministers van staat, dr. W. Drees en prof. mr. P. J. Oud, naar aanleiding van de ophef rond het huwelijk van prinses Irene, de regering advies over de werking van de ministeriële verantwoordelijkheid.

Zij kwamen tot de volgende conclusie: „Hoe dichter bij de troon, hoe eerder het aanzien van het koningschap kan worden gediend of geschaad.” Deze regel heeft er in de afgelopen decennia toegeleid dat de jonge Oranjes naarmate zij lager op de lijst van mogelijke troonopvolgers staan meer vrijheid krijgen. Geen politicus heeft prins Constantijn een strobreed in de weg gelegd toen hij een baan in het kabinet van Europees Commissaris Van den Broek accepteerde.

Inbreuk
Prins Willem-Alexander is waarschijnlijk de volgende Nederlandse monarch. Zijn vrijheid van doen en laten is dus flink ingeperkt. Vandaar dat openbaarmaking van de brief, als hij hem al geschreven heeft, een inbreuk op het kroongeheim zou betekenen. Premier Kok stelt zich op dat standpunt. Hij vindt dat de troonopvolger onder de gebruikelijke geheimhouding met de regering moet kunnen corresponderen. Voor hem moeten dezelfde regels gelden als voor zijn moeder. Hij is kortom ook onschendbaar.

Zou de rechter de redenering van de premier en vele staatsrechtsgeleerden niet volgen, dan zouden zowel de premier als het koningshuis in een netelige positie verzeild raken. Bij publicatie zou ook de rol van koningin Beatrix in de IOC-kwestie, naar verluidt heeft zij zich behoorlijk met de zaak bemoeit, aan het licht brengen. Met publicatie van de brief zou het Geheim van Noordeinde ophouden te bestaan.

Misschien moet de premier, ook bij een gunstige uitspraak voor hem, eerst maar eens uitzoeken wie het bestaan van de brief in de openbaarheid heeft gebracht. Kok heeft als premier als het om het koningshuis gaat geen gelukkige hand. De IOC-brief is de laatste in een reeks van schendingen van het Geheim van Noordeinde variërend van de zaak-Roëll tot het homohuwelijk. Met zoveel loslippigheid is de constitutionele monarchie niet gediend.