Koninklijk huis

Zelfgehaakte pannenlappen
voor de koningin

Door Bea Versteeg
Voor koningen en koninginnen is alleen het beste maar goed genoeg. Deze gedachte hebben de meeste mensen die hen wat willen geven in het achterhoofd. Of het nu om een mooi kunststuk, een zelfgehaakte pannenlap of een kindertekening gaat, de gever wil zich van zijn beste kant laten zien.

De Nederlandse koninklijke familie weet dit te waarderen. De cadeaus die zij krijgt, verdwijnen niet achter de rododendron, maar vinden een plek in het Koninklijk Huisarchief. De meeste geschenken zijn eigendom van de Stichting Historische Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau, waarvan prins Claus de voorzitter is. Koningin Juliana heeft de stichting opgericht, omdat zij wilde voorkomen dat de collecties door erfenissen uit elkaar zouden vallen.

Het Koninklijk Huisarchief is niet voor het publiek toegankelijk. Drie jaar geleden is een deel van de voorwerpen in drie verschillende plaatsen tentoongesteld. Meer bekendheid aan de verzamelingen geeft de stichting door publicaties. Bij uitgever De Bataafsche Leeuw verscheen onlangs ”Feestelijke geschenken voor de jonge koningin 1898-1913” (f 46,-) door Marieke E. Spliethoff.

Bloemen
Spliethoff haalt de mooiste geschenken voor het voetlicht die koningin Wilhelmina de eerste 15 jaar van haar regering ontving. Zij legt daarbij de nadruk op de voorwerpen die zijn vormgegeven in de stijl van de Nieuwe Kunst. Dit was de Nederlandse variant van de Art Nouveau of Jugendstil. Deze kunststroming kwam op aan het eind van de negentiende eeuw. Zij kenmerkt zich door gracieus gestileerde afbeeldingen van onder meer vrouwen, bloemen, planten en dieren.

Of Wilhelmina zelf een liefhebster van de Nieuwe Kunst was, weet Spliethoff niet. Het enige dat vaststaat, is dat ze alle voorwerpen die tot deze stroming behoren, gekregen heeft. Haar moeder, Emma, heeft een koffieservies in de stijl van de Nieuwe Kunst gekocht. Om het vervolgens aan haar dochter cadeau te doen.

De meeste geschenken heeft koningin Wilhelmina in het beschreven tijdvak gekregen bij haar huwelijk in 1901 en de geboorte van prinses Juliana in 1909. Bij haar inhuldiging had ze laten weten geen cadeaus op prijs te stellen. Een uitzondering maakte zij voor het geschenk namens de Amsterdamse bevolking. De Gouden Koets nam zij met beide handen aan.

Huldeblijk
Bij hun huwelijk kreeg het jonge paar zoveel dat ze er al hun paleizen mee konden vullen. De geschenken varieerden van zilveren serviesstukken tot een kist met fijne Havanna's voor de bruidegom. Als nationaal huldeblijk kreeg Wilhelmina een juwelenset in neo-rennaissancestijl. De kunstenaarskringen Pulchri Studio in Den Haag en Arti en Amicitiae in Amsterdam bedachten het paar met kunstkasten in de Nieuwe-Kunst-stijl.

Bij de geboorte van prinses Juliana ging niet alles meer naar de jonge moeder en haar kind. Een deel van de ingezamelde gelden kwam ten goede aan „behoeftige kraamvrouwen die op dezelfde dag als Hare Majesteit moeder worden”. Sindsdien hebben de Oranjes nooit meer huldeblijken zoals de juwelenset in ontvangst genomen. Als er een nationaal geschenk komt, gaat dat geheel of voor het overgrote deel naar een goed doel.

Voor prinses Juliana kreeg Wilhelmina twee wiegen. Eén in de stijl van de Nieuwe Kunst van de Amsterdamse vrouwen en meisjes en één met veel kant beklede van vrouwen en meisjes uit Zuid-Holland. Beide wiegen zijn zowel door achtereenvolgende generaties Oranjes gebruikt. De wiegen hebben in 1909 in kunstenaarskringen heel wat pennen in beweging gebracht. De Amsterdamse werd huizenhoog geprezen, terwijl de Haagse als een toonbeeld van wansmaak gold.

Voor de Amsterdamse wieg zamelde een comité geld in. De leden van zo'n comité behoorden tot de gegoede burgerij. Dat kwam in dit geval goed van pas. De Amsterdamse vrouwen en meisjes waren ongetwijfeld blij dat er een koningskind op komst was, maar tastten niet diep genoeg in de buidel. De leden van het comité, onder voorzitterschap van burgemeestersvrouw Van Leeuwen, moesten zelf meer dan 2000 gulden bijpassen.