Koninklijk huis

Dames op de kansel

Door Bea Versteeg
De vrouwelijke priesters in de Anglicaanse kerk voelen zich beledigd door koningin Elizabeth. Het Britse staatshoofd en hoofd van de kerk verhindert, zo vinden de dames, dat zij benoemd worden in een van de koninklijke kapellen. Koningin Elizabeth doet dat omdat zij niets van vrouwen op de kansel wil weten.

Jean Mayland, de eerste vrouwelijke priester in de Anglicaanse kerk, heeft geen goed woord over voor het gedrag van het hoofd op aarde van haar kerk. „Het bewijst opnieuw dat vrouwen als tweederangs burgers worden behandeld. Zij hoeven blijkbaar niet serieus genomen te worden”.

De kritiek van Mayland in The Sunday Times mist het gevoel voor nuance. Feit is dat koningin Elizabeth in de kapellen, waar zij het voor het zeggen heeft, geen vrouwelijke voorgangers duldt. In totaal vallen 20 Britse Anglicaanse kerken onder de jurisdictie van de koningin, waaronder de Londense Westminster Abbey.

Vijf jaar geleden zette ze wel zonder morren haar handtekening onder het besluit van de Anglicaanse synode om vrouwen tot priesterambt toe te laten. Aan het besluit waren hevige discussies voorafgegaan. Voor een aantal vertegenwoordigers van de 'katholieke' vleugel binnen de kerk was de vrouwelijke priester het sein om de kerk te verlaten.

Behoudend
Ook Elizabeth zelf is niet gecharmeerd van vrouwelijke voorgangers, hoewel zij zich het meest thuisvoelt in de meer 'protestantse' vleugel van de Anglicaanse kerk. Het ondertekenen van het besluit was voor haar meer een formele dan een principiële daad.

Behoudende Anglicanen hebben het intussen opgenomen voor hun kerkhoofd. Zij mag ervoor kiezen om in haar kapellen alleen mannen te benoemen. De Anglicaanse kerk heeft de vrijheid erkend van de afzonderlijke gemeenten om dames van hun kansels te weren als zij dat willen.

Een kennis van de Britse koninklijke familie zegt dat er met de Koningin ook niet over dit onderwerp te praten valt. Pogingen van diverse mensen tijdens ontvangsten of audiënties heeft hij zien falen. „Ze brengt meteen een ander onderwerp op de proppen”.

Koningin Elizabeth staat bekend als een behoudend gelovige. Van allerlei nieuwlichterij in haar kerk moet zij niets hebben. In de koninklijke kapellen op de diverse landgoederen is het oude gebedenboek uit 1662 in gebruik. De nieuwe bijbelvertaling kan haar evenmin bekoren. In haar aanwezigheid lezen de voorgangers voor uit de King James, de Engelse Statenvertaling.

De voorkeur voor het oude gebedenboek deelt de Koningin met prins Charles. Hij mag over diverse zaken een andere opvatting hebben, als het gaat om kerkelijke zaken gaat is hij het zeer eens met zijn moeder. Ook Charles zou liever geen dames tot priesters gewijd zien.

In de gaten
De meeste zondagen woont Elizabeth de dienst bij in de kapel van All Saints op het landgoed Windsor. Windsor kent ook de kapel van St. George. Een van de kanunniken van deze kapel gaat meestal voor in de diensten in All Saints. De koningin houdt nauwlettend in de gaten wie er voor de kapel van St. George benoemd worden tot kanunnik, kapelaan of deken.

Officieel draagt de Britse premier de kandidaten voor. Een voordracht die de koningin dan opvolgt. Maar in het geval van St. George heeft zij eerst een informeel gesprek met de beoogde voorganger. Zij nodigt de kandidaat en zijn vrouw uit voor een lunch op zondag na de kerk. Bevalt hij haar en andere leden van de familie goed, dan volgt een benoeming.

In andere gevallen heeft zij overleg met de bisschop in wiens bisdom de kapel of de kerk ligt. In Londen praat zij daarover met bisschop Chartres. Hij staat bekend als een tegenstander van vrouwelijke priesters en zal daarom ook nimmer een vrouw voordragen voor een post binnen zijn bisdom.

Eigen weg
Het komt voor dat Elizabeth binnen haar grenzen haar eigen weg gaat bij de benoemingen voor de kapel in Windsor en bij die van bisschoppen en aartsbisschoppen. In de jaren zeventig passeerde zij de conservatieve premier Heath. Hij had voor de post van deken te Windsor iemand voorgedragen die niet bij Elizabeth in de smaak viel. Zij raadpleegde de deken die op het punt stond om met pensioen te gaan en kwam zelf met een suggestie. Heath, die over deze kwestie geen ruzie met het staatshoofd wilde, droeg toen alsnog de koninklijke goedgekeurde dr. Mann voor.

Mann heeft veel betekend voor de Britse koningin. Hij stond haar en haar familieleden in de jaren zeventig en tachtig geestelijk bij tijdens moeilijke episodes. Kort voor zijn emeritaat in 1989 zond ze hem een voor haar doen zeer persoonlijke brief. „Als ik niets anders had om u voor te danken, dan zou ik u willen bedanken voor het feit dat u Philip hebt gewonnen voor het christelijke geloof”.

Mann correspondeerde jarenlang met de prins-gemaal. De van oorsprong grieks-orthodoxe Philip kon maar moeilijk de leer van de Anglicaanse kerk tot de zijne maken. Daarnaast zette hij vraagtekens bij zaken als de schepping en de opstanding. De briefwisseling met Mann leidde ertoe dat hij de meeste zo niet al zijn twijfels overwon.