Koninklijk huis 11 april 2001

Jonge garde in Nederland
heeft loopbaan buiten het hof

Door Bea Versteeg
Waar de Britten nog mee tobben, heeft het Nederlandse koninklijk huis geen enkel probleem. Afgezien van prins Willem-Alexander hebben de zonen van koningin Beatrix en prins Margriet gewoon een baan. Hetzelfde geldt overigens voor prinses Marilène en prinses Annette. Ook Laurentien Brinkhorst blijft werken na haar huwelijk op 17 mei met prins Constantijn.

De enige uitzondering zal in de toekomst Máxima zijn. Al ligt het voor de hand dat zij zich met een bepaald onderwerp gaat bezighouden naast het knippen van linten en openen van tentoonstellingen. Wat dat zal zijn, is nog onbekend. Het zal om iets gaan dat haar interesse heeft en waarbij ze inhoudelijk bezig kan zijn zonder daarbij in politiek vaarwater terecht te komen.

Het is bewust beleid van het Nederlands koninklijk huis om de jonge garde een loopbaan buiten het hof te laten hebben. Zij krijgen ook geen inkomen van de staat. De meeste prinsen en prinsessen werken tot nu toe in het bedrijfsleven. Veel problemen heeft dat niet opgeleverd. Prins Bernhard jr. raakte eenmaal in opspraak. Het bedrijf waarvan hij mededirecteur was zou geen sociale premies hebben afgedragen. De onderneming heeft toen met Justitie een schikking getroffen.

Veel ophef is daarover niet geweest. Wat dat betreft zijn de Nederlanders heel wat nuchterder dan de Britten. Bovendien is een louter prinselijk bestaan geen garantie dat er geen problemen ontstaan. De Lockheed-affaire heeft in de jaren zeventig het tegendeel bewezen. Wie de monarchie voorstaat, moet het de leden van het koninklijk huis toestaan een eigen carrière na te streven. Een bedrijfsongevalletje moet daarbij op de koop worden toegenomen.