Koninklijk huis 17 januari 2001

Ongevallenraad

Door Bea Versteeg
Eén ongevallenraad. Als het aan minister De Vries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ligt, komt die er snel. Een vaste groep van deskundigen moet van hem onmiddellijk na een ramp een onderzoek instellen. De minister spuide zijn visie afgelopen maandag in het tv-programma Nova.

Of in huize Het Loo in Apeldoorn die avond naar de televisie gekeken is, is niet bekend. Maar mocht de heer des huizes, mr. Pieter van Vollenhoven, het wel gedaan hebben, dan zal zich wellicht een gevoel van voldoening van hem meester gemaakt hebben. Van Vollenhoven pleit al jaren voor het instellen van een onafhankelijke instantie die het onderzoek doet naar alle rampen.

In een gesprek met deze krant in 1999 vertelde hij hoe hij daarvoor lobbyde bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het aanhoudend aandringen op één instantie die alle rampen en ongevallen onderzoekt, lijkt door de uitlatingen van De Vries eindelijk beloond te worden.

Van Vollenhoven weet waar hij het over heeft. Hij is sinds twee jaar voorzitter van de Raad voor de Transportveiligheid. Ook voor de vorming van die raad had hij vijftien jaar lang een pleidooi gevoerd. In de raad is destijds onder meer de Spoorwegongevallenraad opgegaan. Van Vollenhoven gaf in het gesprek aan dat hij de Raad voor de Transportveiligheid graag in ruilde voor een onafhankelijke instantie die alles wat er misgaat op het gebied voor veiligheid onderzoekt. Het onderzoeksterrein strekt zich wat hem betrof ook uit tot zinloos geweld.

Als het grote voordeel van onafhankelijk onderzoek noemde hij dat „de oorzaak los wordt gemaakt van de schuldvraag. Je komt meer achter de waarheid. Bij het achterhalen van de schuldvraag zwijgt de dader.”

In zijn visie hoorde coördinatie voor het veiligheidsbeleid bij de minister van Binnenlandse Zaken. Het ene centrale punt zou een eind moeten maken aan de bestaande versnippering die er heerst op het gebied van onderzoek naar en voorkomen van ongevallen. De verkokering, waarbij ieder alleen maar naar zijn eigen werktterrein kijkt, had volgens hem ongewenste effecten. Hij had het in zijn functie van adviseur van het ministerie van Binnenlandse Zaken meegemaakt dat bij tunnelbouw de brandweer niet of te laat werd ingeschakeld.

Eén uitspraak van Van Vollenhoven is in verband met de rampen in Enschede en Volendam memorabel. „Bij vele rampen blijkt, dat de veiligheid ondergeschikt gemaakt is aan economische belangen.”