Kerkelijk Leven 12 november 1999

Directeur Johannus Orgelbouw schrijft verklaring over Zacharia

Een koffer vol met commentaren

Door J. M. D. de Heer
EDE – Een directeur die een verklaring schrijft over Zacharia, een van de moeilijkste bijbelboeken. Kan dat? „Dat hangt ervan af hoe gedreven je bent”, zegt Gert A. van de Weerd van Johannus Orgelbouw. „Ik heb voor mijn werk veel gereisd. In het vliegtuig, op de lange vluchten naar Azië, sleepte ik dan een onmogelijk zware koffer mee, vol met commentaren. Alle vrije minuten steek ik in bijbelstudie.”

G. A. van de Weerd
Een bedrijfsongeval, zegt Van de Weerd haast verontschuldigend over zijn dikke boek. „Ik ben eigenlijk helemaal geen schrijver.” Het personeel van Johannus Orgelbouw weet inmiddels beter. Hun directeur schreef 469 bladzijden over Zacharia en bereidt een commentaar op Micha voor. Op zijn werkkamer ligt een grote Statenbijbel. De laden van zijn bureau puilen uit van de exegetische werken. „Ik heb die boeken altijd bij de hand. Als het werk het even toelaat, zit ik te studeren.” Het werk het toelaat? In zo'n dynamisch bedrijf? „Ik heb vier adjunct-directeuren, die de zaken goed op orde hebben.”

Van de Weerd leidt al jaren bijbelstudiegroepen in zijn eigen gemeente, de christelijke gereformeerde Bethelkerk in Veenendaal, en voor de Evangelische Alliantie. Eens kreeg hij de vraag een avond aan de profeet Zacharia te besteden. „Ik keek wat ik op de plank had staan. Dat waren boeken van A. H. Edelkoort en J. Ridderbos. Maar die bleken elkaar nogal tegen te spreken! Ik dacht: Als twee gerenommeerde exegeten het zo oneens zijn, ga ik geen avond vullen. En dus heb ik het verzoek teruggegeven.”

Snel uitgekeken
Inmiddels ging Van de Weerd wel studeren in het moeilijke bijbelboek. In het Nederlandse taalgebied was hij al snel uitgekeken. Het aantal commentaren op Zacharia is klein. „Eerlijk is eerlijk, van toonaangevend land zijn we op bijbelgebied het Galilea der heidenen gelijk geworden.” Een blik over de landsgrenzen ontsloot echter een zee van nieuw materiaal.

Gert studeerde, kwam voor exegetische beslissingen te staan, hij studeerde verder, stuitte op dogmatische problemen, bleef studeren en kwam tot de conclusie dat bijbelvertalingen niet altijd gebruikmaken van de juiste grondtekst. „Ik maak nu gebruik van een van de laatste grondteksten, de zogeheten Niviheot. Daarin zijn ook de Dode-Zeerollen verwerkt. Dit heeft geleid tot correcties op de grondtekst die Zacharia veel beter leesbaar maken.”

De eenvoudige bijbellezer komt tekort als hij deze geleerde conclusies niet kan volgen?

„Er zijn meer dan genoeg boeken beschikbaar die rechtstreeks vanuit de grondtekst alle mogelijke betekenissen van de Hebreeuwse woorden geven. Gedurende mijn studies heb ik ook de Statenbijbel leren waarderen. Je kunt proeven: die mannen hebben echt geknokt met de grondtekst. Dat is heel wat anders dan gemakkelijke moderne vertalingen waardoor de inhoud van de Bijbel vervaagt.

Ik kan me voorstellen dat gewone kerkgangers wat verward zullen raken door mijn boek. Maar ik wil beslist niet zeggen dat onze vaderen de Bijbel helemaal fout hebben uitgelegd. Alleen is ons blikveld veranderd. Daarom zit ik zelf wel eens met kromme tenen in de kerk. Omgekeerd vinden de mensen mij radicaal bijbelvast.”

Wortels
Door zijn studie zag Van de Weerd op sommige punten de afstand groeien tot wat hij in zijn jonge jaren in de kerk hoorde. „Mijn wortels liggen in de Gereformeerde Gemeenten, ik ben grootgebracht onder de prediking van ds. R. Kok. Met die achtergrond ben ik toch wel blij, ja. Je kreeg er kennis en geborgenheid mee. Later kwam daar de confrontatie bij met de allegorische exegese van profetieën.”

De Johannus-directeur benadrukt dat hij niets tegen allegorie heeft. „In alles wat de profeten zeiden ligt meer dan de letterlijke, concrete toepassing zou doen vermoeden. Mijn probleem is dat de letterlijke uitleg vaak weggegooid wordt. Ik geloof dat je het dorpsgewijze bewonen van Jeruzalem (Zacharia 2:4) mag toepassen op de uitbreiding van de kerk. Maar de eerste, concrete uitleg blijft staan. Ik geloof daarom ook dat de Olijfberg zal splijten en dat Jezus Christus daar zal terugkomen (14:4). Wie wist honderd jaar geleden van een breuk in de aardkost onder deze berg? Maar nu zeggen geleerden dat deze breuk tamelijk instabiel is.

Je komt voor keuzes te staan: je leest wat er staat of je gaat allegoriseren. Een tussenweg is er bijna niet. Het zal ook wel te maken hebben met mijn karakter. Ik zit exact in elkaar en bovendien houd ik, als ik op een moeilijkheid stuit, niet van opgeven.”

Met een concrete uitleg van de profetieën zijn de meest uiteenlopende toekomstplaatjes geschilderd. Een eenduidige uitleg lijkt er via deze weg nooit te komen.

„Daniël moest de woorden van de profetie verzegelen. Alles wat te maken heeft met de eindtijd zou zo lange tijd bedekt blijven. Maar de Heere zei ook tot Daniël dat het schriftonderzoek zal toenemen en de wetenschap zal vermenigvuldigen. Ik ga ervan uit dat we nu in dit proces zitten. Het aantal bijbelonderzoekers is de laatste tijd explosief gestegen, de toegang tot de bronnen is nu heel gemakkelijk dankzij internet.

Voor mij staat het als een paal boven water dat we het einde der tijden naderen. Ik denk dat God het nodig vindt dat de schriftkennis snel toeneemt. Christenonderzoekers zouden bij elkaar moeten gaan zitten om samen tot een gezaghebbende uitleg van de profetieën te komen.”

Grote verdrukking
Voor zichzelf houdt Van de Weerd er „ernstig rekening mee” dat hij zal meemaken dat Christus wederkomt om Zijn gemeente op te halen, „om hen te bewaren voor de grote verdrukking die nog komt. Jezus zal ons bewaren voor de grote toorn, die verdrukking hoef ik niet mee te maken. Dat maakt het gemakkelijker om bij de toekomst te leven, naar Jezus' wederkomst te verlangen.”