Kerkelijk Leven | 27 oktober 1999 |
Jubilerende dr. Den Hertog is met vreugde gemeentepredikantTroosten en zo zelf getroost wordenDoor S. C. Bax De Leidse Lorentzkade heeft iets stijlvols, oogt bijzonder degelijk. Dezelfde mooie eiken deuren met een kijkgat, voorzien van smeedijzeren ornament, sieren elk huis. Maarten 't Hart, de bekende schrijver, schreef ooit dat hij nog eens langs nummer veertien gefietst was: Er lijkt nu een keurig gezin te wonen, schreef hij, niet wetend dat het een pastorie was. Het theologisch handwerk ligt dr. Den Hertog goed, maar hij voelt zich ook voluit thuis in de gemeente. Na een pastoraal gesprek heb ik wel eens de gedachte dat dat meer betekenis heeft dan menig artikel dat ik schreef. Dat lang niet alle kinderen van predikanten genoeg hebben van kerk en theologie bewijst het gezin van de Leidse dominee. Aan de reeks namen van familieleden die in de theologie hun brood en genoegen vinden, komt bijna geen einde. Vader en opa waren predikant, twee broers studeerden theologie, mijn schoonvader, prof. dr. W. van 't Spijker, en twee zwagers zijn predikant. Onze oudste wordt binnenkort bevestigd in Boskoop. Twee andere zoons staan aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn ingeschreven en onze dochter studeert weliswaar Nederlands, maar schrijft met graagte haar column in het Kerkblad van het Westen. Roeping De student had ondertussen tuberculose opgelopen en moest in onder andere Sonnevanck worden opgenomen, maar mocht daar wel tentamens afleggen. De hoofdzuster was best een beetje trots dat er hoogleraren kwamen. Liggend studeerde hij en deed er vele contacten op: van een Marokkaan tot een gereformeerd vrijgemaakte student. Van meet af aan boeide hem de dogmatiek. Student Den Hertog betreurde het de hoogleraren Van Ruler en Hasselaar in Utrecht vanwege zijn ziekte te moeten missen. Afstuderen in Apeldoorn was er toen (nog) niet bij. Ik twijfelde over de keus tussen de VU en Kampen (Oudestraat). De keus viel op Kampen, waar prof. dr. J. T. Bakker de dogmaticus was. Deze promoveerde zelf op een prachtige studie over Luther. Iwand De jubilaris reageert hierop nogal laconiek. Waar promoveerden mannen als mijn schoonvader en prof. J. P. Versteeg dan? Toch ook in Amsterdam? Ik begon in Kampen mijn promotiestudie voordat Apeldoorn het promotierecht kreeg. Maar ik heb er niet onder geleden hoor. Ik voel me voluit geaccepteerd, vervul tal van taken in onze kerken, zit in flink wat redacties, waaronder die van Ambtelijk Contact en Vrede over Israël en ben tot juni 2000 ook nog eens president-curator van onze universiteit. Hoewel sommige insiders voor hem een docentenstoel in het verschiet zagen, theologiseert de dogmaticus niet vanachter een katheder. Ik voel me in het gemeentewerk rijk gezegend, preek met veel vreugde en ga met liefde de gemeente in. Bovendien vraag ik me af of ik wel zou aarden in het wetenschappelijk bedrijf met al zijn jaloezie. Bovendien, theologiebeoefening moet de gemeente dienen. Ik zie in mijn leven Gods weg en voel me in de pastorie nog steeds een gezegend mens. De jubilaris begon 25 jaar geleden in christelijk gereformeerd Kornhorn en werkte mee aan de instituering van de gemeente in Surhuisterveen. Daar heb ik gezien dat als je elkaar als mensen van verschillende 'ligging' in gehoorzaamheid ten opzichte van Christus zoekt, dat ook gezegend wordt. Het leek op een bepaald moment beter te stoppen omdat er zich tegenstellingen openbaarden tussen leden van de beide moedergemeenten, Drogeham en Kornhorn. Tegen de stroom in zijn we twee diensten gaan beleggen en kort daarna kon de instituering van een nu bloeiende gemeente plaatshebben. Opleiding Overeind blijft dat er uitbreiding van de gebouwen moet komen als het aantal eerstejaars niet afneemt en als een Calvijn-instituut zou worden opgericht. Of we moeten omzien naar een andere locatie. Maar daarover zou een generale synode zich moeten uitspreken. Ik verwacht dat niet op korte termijn. Ik ben geen voorstander van paniekoplossingen. Vreugde |
![]() |