Kerkelijk Leven 27 oktober 1999

Voor het eerst eigen auto voor Israëlisch Bijbelgenootschap

Plagerijen in Jeruzalems Jaffastraat

Door G. Roos
JERUZALEM – Voor het eerst in zijn geschiedenis beschikt het Israëlisch Bijbelgenootschap over een eigen auto. Althans vanaf december. Dat is het resultaat van een actie die het Reformatorisch Dagblad in het najaar van 1998 startte ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de staat Israël.

Financieel directeur J. D. Heijkamp overhandigde onlangs in Jeruzalem een contactsleutel aan directeur Doron Even Ari. Hij is de eerste Messiasbelijdende Jood die de lange tijd onder buitenlands beheer staande organisatie leidt.

De directeur van het bijbelgenootschap onderkent dat het klimaat voor Messiasbelijdende Joden onder de regering-Barak positiever is dan voorheen. Dit ondanks de groei van de Shaspartij in de Knesset. Toch is Even Ari nog niet overtuigd van de welwillendheid van de orthodoxie. Mogelijk zal ze in de toekomst opnieuw een poging doen om een wet aangenomen te krijgen die evangelisatie verbiedt.

Het bijbelgenootschap ondervindt af en toe vervelende plagerijen. Voorbijgangers krasten kortgeleden een groot hakenkruis op de ijzeren deur zonder ramen die de winkel aan de Jaffastraat 's avonds afsluit en beveiligt. Een medewerker van de organisatie smeerde de swastika weg met verf. Kort daarop brachten booswichten het symbool opnieuw groot aan op het metaal.

Soms vallen landgenoten de directeur lastig met telefoontjes waarbij ze hun stem verdraaien en telefoonnummers van Messiasbelijders proberen los te krijgen. De directeur: „Ik zeg: Kom maar hier, als je vragen hebt. Want ik speel mensen met duidelijk kwade bedoelingen geen telefoonnummers van gelovigen in handen.”

Positief
Ondanks dit alles is Even Ari positief over de mogelijkheden voor het bijbelgenootschap. Zeker als er zometeen een bestelbus beschikbaar is. Israël verwacht miljoenen millenniumtoeristen rond de jaarwisseling. Die reislustigheid heeft te maken met de geboorte van Christus, 2000 jaar geleden. Dat moet echter aan Joodse jongens en meisjes worden uitgelegd. De auto kan een mobiele tentoonstelling over het Nieuwe Testament naar de staatsscholen brengen. Er leeft zeker ook onder de personeelsleden van die onderwijsinstituten belangstelling om daarvan gebruik te maken.

„Wij zetten de tentoonstelling op en geven een briefing aan de onderwijzer die religie geeft. Hij kan dan vervolgens met de klassen het gebodene doornemen. Ook is er voor iedere leerling die daar belangstelling voor toont een brochure beschikbaar.”

Tentoonstelling
Er is binnenkort overigens ook sprake van een permanente tentoonstelling aan de Jaffastraat. Die kan gestalte krijgen door een uitbreiding en verbouwing van het gebouw waarin het Israëlisch Bijbelgenootschap gehuisvest is. Bezoekers kunnen een nooit eerder hier ter plekke uitgestalde facsimile van een deel van de Qumran-rollen bewonderen. Maar bijvoorbeeld ook een fotografische heruitgave van de eerste Zweedse Bijbel uit 1526.

Voor het eerst is de concordantie op het Nieuwe Testament in modern Hebreeuws beschikbaar. En nu al ligt voor de winkelruit een facsimile van de codex Leningradiensis bij Jesaja 53 opengeslagen. Dat blijkt een attractie voor ultraorthodoxe Joden. Zij houden stil voor de shop en doen een poging het schrift te ontcijferen.

Brochure
Het bijbelgenootschap is bewust missionair bezig. „Als onze benadering niet evangelisatorisch is, kunnen wij de deur beter sluiten,” aldus Even Ari. „Wij konden een gemakkelijk leven hebben door alleen Bijbels te drukken en uit te geven. Maar dat wil ik niet. Ik wil duidelijk een boodschap doorgeven.” Daarom werken hij en de zijnen aan een brochure over vrede. Die folder ziet er fraai uit. Het werkje begint met de zondeval in het paradijs aan te wijzen als oorzaak van alle onvrede en kwaad op de wereld.

Even Ari ziet de beleving van schuld en vergeving als existentiële zaken. „Natuurlijk kan iemand zonde, berouw en vergeving niet van elkaar losmaken. Een simpel: „Aanvaard Jezus maar”, is niet effectief. Daarvoor zijn de problemen van vele mensen hier te groot.”

De auto zal straks de brochure onder meer naar het distributiecentrum in Nazareth brengen. En naar een aantal lokale Messiasbelijdende of christelijke gemeenten. Want het uitreiken daarvan gebeurt niet in het wilde weg of via massameetings, maar in samenwerking met plaatselijke kerken. Zelfs Grieks-orthodoxe gemeenten. „Vroeger was zoiets taboe,” zegt de directeur. „Nu niet meer.”

In goed gezelschap
Toen Doron vorig jaar in Nederland in samenwerking met het Nederlands Bijbelgenootschap een Israël-avond verzorgde in een plaatselijke kerk kreeg hij het aan de stok met de predikant. Deze betoogde dat evangelisatie onder Joden helemaal niet moet. „Ze zijn al gered, die Joden.” De directeur, zelf Jood, ging daar publiekelijk tegen in. „De Heere Jezus preekte ook tot Zijn eigen broeders, terwijl de discipelen de heidenen benaderden. Als ik verkeerd ben met mijn boodschap aan het Joodse volk verkeer ik dus in goed gezelschap. Wij moeten gered worden.”