Kerkelijk Leven 10 september 1999

Rhenense bonders krijgen een eigen plek

Ingebed in kerkelijk driestromenland

Door J. R. A. Dekker
RHENEN – Geen buitengewone wijkgemeente, geen deelgemeente, maar een volwaardige plaats in het plaatselijke gemeenteleven. Dat wilden de hervormd-gereformeerden in de hervormde gemeente Rhenen. Als oplossing is gekozen voor een zogenaamde pastoraatsgemeente. Terwijl de bonders op hun eigen wijze hun kerkelijk leven mogen inrichten, dragen ze sinds kort ook medeverantwoordelijkheid binnen de centrale kerkenraad. „Zie het als een stukje emancipatie van de Gereformeerde Bond hier ter plaatse.”

Hervormd Rhenen is het best te vergelijken met een kerkelijk driestromenland dat bestaat uit midden-orthodoxen, confessionelen en gereformeerde bonders. De gemeente, die ruim 4000 zielen telt, heeft twee predikanten: ds. M. Snaterse en ds. J. Kaai. De ongeveer 275 bonders hebben een eigen bijstand in het pastoraat in de persoon van ds. A. de Lange. Deze predikant, die in Bruchem-Kerkwijk staat, besteedt een kwart van zijn tijd aan de gemeente Rhenen.

Het gewone gemeentelid zal er voorlopig niet zoveel van merken dat er nu in Rhenen een pastoraatsgemeente is. Al dertig jaar immers houden de bonders onder verantwoordelijkheid van de centrale kerkenraad (ck) in de monumentale Cunerakerk eigen kerkdiensten. Sinds tien jaar hebben er zelfs twee diensten plaats. Ook hebben de hervormd-gereformeerden al twintig jaar eigen ambtsdragers die vergaderingen van de ck mogen bijwonen.

Stap vooruit
Toch vindt A. H. Verdonk, die tot voor kort voorzitter van de ck was, dat het ontstaan van pastoraatsgemeente Bethel een hele stap vooruit is. „De bonders horen er nu echt helemaal bij. Hun ambtsdragers hebben stemrecht in de ck gekregen en hun ouderling-kerkvoogd heeft ook volledige inzage in de financiën van de kerkvoogdij. Dat was vroeger allemaal niet het geval. Ik zie de pastoraatsgemeente als een stukje emancipatie van de Gereformeerde Bond hier. Ook de onderlinge communicatie in de gemeente verloopt een stuk prettiger. Komt er nu bijvoorbeeld een hervormd gezin in Rhenen wonen, dan wijzen we deze mensen erop dat we ook een pastoraatsgemeente met een bondssignatuur hebben. Vroeger moest de plaatselijke afdeling van de Gereformeerde Bond er zelf achter zien te komen of een nieuwingekomene van hun ligging was.”

Stemrecht krijgen in de centrale kerkenraad betekent ook medeverantwoordelijk zijn voor het totale beleid. Ds. De Lange beaamt dat dit spanningen kan geven. „Maar hervormd zijn, betekent ook dat je een stukje pijn hebt aan de kerk. We voelen dat het onze roeping is medeverantwoordelijkheid te dragen. En natuurlijk vinden wij het belangrijk dat nu prediking en pastoraat binnen een echt kerkelijke bedding kunnen plaatshebben.”

Kantine
De geschiedenis van de hervormd-gereformeerde groepering binnen hervormd Rhenen is ouder dan 65 jaar, vertelt D. B. C. Boekhoudt, bestuurslid van de GB-afdeling in Rhenen en ouderling van de pastoraatsgemeente. „Maar de behoefte aan eigen kerkdiensten dateert pas van de beginjaren '50. Tot het einde van de jaren '60 werden die belegd door een hervormd-gereformeerde evangelisatie. De bekende ds. P. Zandt ging daar bijvoorbeeld wel eens voor. Men kerkte eerst in de kantine van timmerfabriek De Stoomhamer. De directeur daarvan was bestuurslid van de evangelisatie. Later week men uit naar de oefenruimte van muziekvereniging ”Ons genoegen”. Uiteindelijk mocht er worden gekerkt in de Cunerakerk en woonden ook leden van de ck deze diensten bij. Eigen ambtsdragers kregen we in 1979. Binnen de ck hadden die echter alleen een adviserende stem.”

Het was ds. C. Vos die het idee opperde om een pastoraatsgemeente te stichten. De Amersfoortse predikant, die van 1991 tot 1998 in Rhenen bijstand in het pastoraat was, had iets daarvan gezien in de gemeente Amstelveen.

Verdonk: „Hij wilde graag dat de GB-groepering hier alle rechten zou krijgen. Daarvan was inderdaad tot dan toe geen sprake. De hervormd-gereformeerde mannen- en vrouwenvereniging moesten bijvoorbeeld huur betalen voor het kerkelijk centrum. Gelukkig zijn dergelijke praktische zaken met de komst van de pastoraatsgemeente netjes geregeld. Nu worden alle kerkelijke activiteiten van hervormd Rhenen uit één centrale kas betaald. De ck en de GB-afdeling Rhenen hebben samen heldere afspraken gemaakt en die neergelegd in een zogenaamd plaatselijk reglement.”

Karikatuur
Boekhoudt vindt dat de afgelopen jaren de verhoudingen tussen de drie modaliteiten in de hervormde gemeente stukken zijn verbeterd. „Vroeger hadden we alleen een karikatuur van elkaar. We kenden de andere stromingen amper.”

Verdonk: „En als je zag hoe goed de sfeer was toen we de pastoraatsgemeente gingen voorbereiden!”

Ds. De Lange: „Als je hoort hoe in de jaren '50 de relaties binnen de gemeente waren, dan is er inderdaad veel veranderd. Gelukkig gaan we momenteel op een betere manier met elkaar om, hoewel er soms nog wel een stukje spanning is. Natuurlijk probeer je elkaar in de kerk te waarderen, maar als het gaat om de inhoud van de prediking dan zijn er toch soms aanzienlijke verschillen.”

Verdonk: „Maar je probeert samen kerk te zijn, toch?”

Ds. De Lange: „Dat is waar. Maar als hervormd-gereformeerden hebben we wel moeite met die verschillen. Het is voor ons moeilijk te accepteren dat het recht van Schrift en belijdenis niet in de gehele gemeente zou gelden. De Gereformeerde Bond heeft altijd geprobeerd de waarheid in de Hervormde Kerk te verdedigen en te verbreiden.”

Open indruk
Nu de pastoraatsgemeente een feit is, beschikken de bonders over drie ouderlingen, twee diakenen, één ouderling-kerkvoogd en twee pastorale medewerkers. Anders dan wat normaal onder pastorale medewerkers wordt verstaan, zijn de laatsten hier de niet-ambtelijke leden van de pastoraatscommissie.

„Het komt er nu op aan dat we het kerkelijke werk uitbouwen”, vertelt Boekhoudt. Een flinke stijging van het aantal kerkgangers, dat nu per dienst varieert van 110 tot 150, zit er volgens hem echter niet in. „Rhenen is een vergrijzende gemeente. Maar gelukkig is het aantal mensen dat naar de kerk gaat de jaren door toch vrij stabiel gebleven.”

Omdat ds. De Lange slechts een kwart van de Rhenense preekbeurten kan vervullen, gaat in de pastoraatsgemeente vaak een gastpredikant voor. Niet zelden gebeurt het dat predikanten zelf vragen of ze een keer een beurt mogen vervullen.

„Ze komen in het algemeen graag hier”, glimlacht ds. De lange.

Boekhoudt: „Er wordt goed geluisterd tijdens de preek.”

Verdonk: „De gemeente maakt een open indruk. Je voelt je daar niet gauw een binnendringer.”