Kerkelijk Leven 21 augustus 1999

Gomarus-directielid benadrukt eenheid gezin en school

„Leraren moeten strijdend
en belijdend in wereld staan”

Van onze correspondent
HARDINXVELD-GIESSENDAM – Reformatorische scholen staan in de stadspoort, op de grens van het beschermde gezin en de wereld. Op die plaats zijn de meeste aanvallen van de vijand te verwachten.

Met dit beeld opende plaatsvervangend rector J. Visser gisteravond het nieuwe cursusjaar van de Gorcumse Gomarus-scholengemeenschap tijdens een bijeenkomst in Hardinxveld-Giessendam. De ruim 1100 leerlingen werden met hun ouders op twee locaties verwacht. Ook in Werkendam had een openingsbijeenkomst plaats, waar rector G. M. den Haan en ds. E. Hakvoort het woord voerden.

Visser gebruikte het beeld van de stadspoort, naar aanleiding van de geschiedenis van de jongeling te Naïn. De leefwereld binnen de muur vergeleek hij met het gezin. Dat is een beschermde plaats, een plaats van afzondering waar de opvoeding plaatsvindt.

De stad of burcht was vroeger een veilige woonplaats, omringd en beschermd door muren en wachters. Visser vroeg de ouders hoe het met de veiligheid van het gezin gesteld is. „Is het gezin nog een veilige woonplaats of zijn we reeds buiten de stadspoort getrokken en leven we te midden van de wereld?”

Hij vergeleek de omgeving buiten de stad met de wereld om ons heen. „Daarin moeten we wel onze plaats innemen, maar we kunnen er ons nooit in thuisvoelen. We hebben wapens nodig tegen de gevaren die er zijn. Het beste wapen is het Woord des Heeren, dat in de Bijbel het zwaard des Geestes wordt genoemd.”

De reformatorische school bevindt zich volgens Visser in de stadspoort. „Zij kan gezien worden als de doorgangsfase van de geborgenheid van het gezin naar de wijde horizon van de cultuur.”

Hij noemde de stadspoort ook de plaats waar de vijand zijn aanvallen op richt, want de stadspoort neemt in het geheel van de stadsmuur een kwetsbare plaats in.

Aanvallen van binnenuit zijn de gevaarlijkste. Visser: „De reformatorische school veronderstelt een reformatorisch gezin. Waar dit ontbreekt, betekent dit een gevaar van binnenuit.” Hij constateerde dat steeds meer gezinnen ontwricht en gebroken zijn, waardoor er voor de school soms een taak bijkomt.

In het beeld van de poortwachters richtte Visser zich tot de leraren. Wanneer poortwachters hun taak niet nauwgezet uitvoerden, was de stad in groot gevaar. Hij noemde hun taak een zaak van roeping, die meer dan alleen een persoonlijk geloof vereist. Visser: „Het veronderstelt een strijdend en belijdend in de wereld staan. Het leraarschap is het best te omschrijven als een ambt.”

Vacatures
Een stad was ook in groot gevaar als er onvoldoende poortwachters waren. Dit gevaar dreigt nu ook, aldus Visser, als vacatures niet vervuld kunnen worden. „Dit is onze grote zorg, want hoe kunnen we samenscholen in de stadspoort als er te weinig poortwachters zijn?”

Het slotwoord, uitgesproken door ds. A. Schultink uit Barneveld, ging over de wijze en de dwaze maagden. De predikant legde er de nadruk op dat er uiterlijk geen verschil is te zien. „Alle tien hadden ze een brandende lamp: een rechtzinnige belijdenis en een gedoopt voorhoofd, maar vijf werden nooit ontdekt aan hun staat en kregen nooit de liefde van God in hun hart.”

Ds. Schultink drong er bij de jongeren op aan de Ark der behoudenis te zoeken, voor het te laat is. „Wie van jullie is er zeker van dat hij maandag zijn rooster zal ophalen?”