Kerkelijk Leven 16 augustus 1999

Liberale moslims omhelzen de staat

De grote scheur in de Turkse islam

Door S. Poorta
ISTANBUL – Van de 65 miljoen inwoners in Turkije is 99,8 islamitisch. Maar lang niet elke Turkse moslim rekent zich tot dezelfde geloofsrichting. Tweederde van de Turken beschouwt zich als soenniet, eenderde claimt aleviet te zijn. De laatste tijd durven deze mystieke moslims, die hevig vervolgd zijn, meer voor hun overtuiging uit te komen. Vanaf vandaag tot woensdag komen een half miljoen mensen bijeen voor het jaarlijkse festival ter herdenking van de vereerde religieuze leider Bektas.

De Amerikaan John Shindeldecker (43) is een expert op het gebied van de Turkse alevieten en beschouwt zich als hun goede vriend. Hij woont sinds 1985 in Istanbul, heeft een boek over het alevisme op zijn naam staan en vertelt enthousiast over hun specifieke kenmerken. „Alevieten vormen in Turkije een grote minderheid. Het is een sjiitische stroming die bekendstaat als tolerant, mystiek, democratisch, niet-wettisch en progressief. Ze geloven in de gelijkheid van alle mensen en verdedigen de mensenrechten. Ze zijn blij met het secularistische staatsbestel in Turkije, dat hun enige garantie voor geloofsvrijheid biedt.”

Scheuring
Sjiieten doen denken aan het streng islamitische Iran, waar de islamitische wetgeving is ingevoerd. „Toch is er weinig echte overeenkomst. De alevieten in Turkije zijn veel mystieker en vinden dat de sjiiieten in Iran meer lijken op soennieten.”

Daarmee bevinden we ons midden in de grote theologische scheur die de islam in tweeën splitst. Toen Mohammed, de stichter van de islam, in 632 stierf, was hij zowel politiek als geestelijk leider van de helft van het Arabisch schiereiland. Een hevige strijd om de opvolging barstte los. De eerste decennia werden opvolgers (kaliefen) uit Mohammeds naaste omgeving aangewezen. Door de sjiieten wordt Ali beschouwd als de rechtmatige opvolger van Mohammed. Ali was getrouwd met Fatima, Mohammeds enige dochter. Via hem liep dus de bloedlijn. Maar velen betwisten het kalifaat van Ali, wat een diepe tweespalt veroorzaakt. Zo'n 90 procent van alle moslims is tegenwoordig soennitisch, terwijl de overigen de partij van Ali (sji'at Ali, waarvan de naam sjiieten is afgeleid) vormen. Een bekende aleviet was koning Hassan van Marokko. Ook de Syrische president Hafezal-Assad rekent zich tot deze stroming.

Verschillen
Alevieten hebben een aantal overeenkomsten met soennieten. Beide islamitische stromingen geloven dat Mohammed de laatste profeet was en de koran het laatste heilige boek. Toch verschillen orthodoxe moslims en alevieten in veel opzichten. Shindeldecker somt moeiteloos op: „Alevieten bidden niet in de moskee, vasten niet tijdens de ramadan en gaan niet op pelgrimage naar Mekka. Alcohol is niet verboden en vrouwen zijn welkom in de gebedsdiensten.”

De uiteenlopende opvattingen hebben in het verleden regelmatig tot vervolging geleid. In 1979 richtten rechts-radicalen in de Turkse stad Kahramanmaras een grote moordpartij aan onder alevieten. Tot in Nederland leidde het bloedbad tot protest. In 1993 organiseerde de alevitische vereniging ”Pir Sultan Abdal” een conferentie in de hoofdstad van de provincie Sivas. Fanatieke moslims staken het hotel in brand, waardoor 37 mensen omkwamen. In de alevitische woonwijk Gaziosmanpasha in Istanbul kwam een alevitische leider (een ”dede”, een grootvader) om nadat iemand een machinegeweer afvuurde in een theehuis.

Toch zijn er de laatste tijd ontwikkelingen in hun voordeel te bespeuren. Vooral in de steden ontstaat interesse voor wat alevieten nu precies geloven. Dat komt mede door de publiciteit rond allerlei incidenten.

De Turkse regering stelde twee jaar geleden ruim 30 miljoen gulden beschikbaar aan de alevitische gemeenschap, zo meldt het laatstverschenen mensenrechtenrapport van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. De bijdrage is als een pleister op de wond. Het is alevieten een doorn in het oog dat van hun belastinggeld het directoraat van godsdienstzaken in Ankara de bouw van soennitische moskeeën en salarissen van soennitische imams betaalt. Ook beschouwen ze het als discriminatie dat scholen alleen in de soenni-islam onderwijzen.

Eenheid
De directeur van het directoraat van godsdienstzaken, Mehmet Nuri Yilmaz, is het absoluut oneens met de kritiek. „Het directoraat verschaft diensten aan 65 miljoen mensen. Ali wordt ook als profeet erkend door (soenni)moslims. Het is niet juist om onderscheid te maken tussen alevieten en soennieten. Er bestaan geen alevieten en soennieten, maar alleen mensen die geloven in goddelijke inspiratie. Niemand heeft het recht om ons land te schaden en onze broederschap stuk te maken.”

Hoewel veel alevieten het directoraat liever zien verdwijnen, omhelzen ze desondanks het secularistische bewind (scheiding van moskee en staat) en een sterk leger. Ze zijn blij met Atatürk, die in 1923 de moderne staat Turkije oprichtte en radicale hervormingen doorvoerde. Het was Atatürk die het westerse wetssysteem invoerde, vrouwen kiesrecht gaf, de zondag als rustdag aanwees, het Osmaans verving door een westers alfabet en islamitische hoofddeksels verbood. De meeste alevieten moeten niets hebben van islamitisch fundamentalisme.

Veel politieke partijen beschouwen de alevieten als een belangrijke bron van stemmen. Shindeldecker: „De meeste alevieten stemmen op centrum-linkse partijen, die op dit moment echter verdeeld zijn. Partijleiders proberen hun stem te winnen door te appelleren aan tolerantie en mensenrechten. Alevieten zijn echter het gepaai van politieke partijen moe. In verband met partijpropaganda bezoeken vrijwel alle politieke leiders het Hadjji Bektas-museum in Kirsehir (Centraal-Anatolië).

Toekomst
Hadjji Bektas leefde in de dertiende eeuw en stichtte een mystieke orde. Veel alevieten herkennen zich in zijn leer. Alle Betasji-aanhangers kunnen als alevieten worden beschouwd, maar niet alle alevieten zijn automatisch Bektasji-aanhangers. Historisch gezien vind je de Bektasji's veelal in de grote steden en de alevieten op het platteland.

Ziet de toekomst van de alevieten er rooskleurig uit? Shindeldecker: „Dat zou ik niet willen concluderen. Traditioneel gezien hebben de ”dedes” een sleutelpositie in de overlevering van hun geloof. Een vader koos een van zijn zonen en trainde hem als nieuwe ”dede”. Alevieten maken zich zorgen omdat veel ”dedes” hun zonen niet meer voorbereiden. Ook verhuizen veel alevieten naar de grote stad. Meestal blijven de ”dedes” achter en valt de gemeenschap in de anonimiteit van de grote stad uit elkaar.”

Vorig jaar oktober vond in Istanbul een unieke gebeurtenis plaats. Voor het eerst in de geschiedenis kwamen meer dan 800 alevitische leiders uit heel Turkije en Europa bij elkaar. Het doel was om tot een soort overeenstemming van principes te komen en te bewijzen dat het alevisme, ondanks vervolging en discriminatie, springlevend is. De organisatoren beschouwden de conferentie als een succes. „Alle aanwezige leiders vochten de valse claim aan dat het alevitisch geloof iets zou zijn dat niets met de islam of met de Turkse cultuur te maken zou hebben. Maar een aleviet is zowel Turk als islamiet.”