Kerkelijk Leven 21 juni 1999

Eerste discussiedag vrijgemaakten voor synodebespreking

„Kerkelijk werkers moeten
heldere taakstelling krijgen”

Van onze kerkredactie
ZWOLLE – „Of het niveau van de ambtsdrager moet omhoog, wat een utopie is, of we moeten professionele kerkelijk werkers inzetten.” „Kerkelijk werker, dat is zo'n ruime zak dat je er alles in kunt stoppen.” „Het duizelt me. Laten we eens ophouden te spreken over de vraag of zo'n functie ambtelijk is of niet. En verwar psychosociale hulpverlening, die heel nuttig en nodig kan zijn, niet met pastoraat waarbij alleen het Woord aan het woord komt.”

Enkele momenten uit de discussie in Zwolle tijdens een bijeenkomst waar vier gereformeerd vrijgemaakte organisaties bezagen wat de taken, de positie en de mogelijke opleiding van kerkelijk werkers binnen deze kerken zijn.

Drs. A. Slob constateerde dat het onderwerp sterk leeft in de kerken, mede omdat zich ruim honderd deelnemers meldden. Hoewel er nauwelijks kerkelijk werkers actief zijn, en dan nog vooral parttime, wordt er in gemeenten al over nagedacht. De synode van Leusden, die deze weken bijeen is, zal het onderwerp behandelen. Dat mag best wat sneller beslag krijgen dan normaal, was de teneur van enkele opmerkingen.

Vorige week werden de resultaten van een haalbaarheidsonderzoek van de kerkelijk werker binnen de kerken publiek. Zaterdag werden ze gedetailleerd toegelicht. De eerste publieke bijeenkomst rond dit onderwerp in de kerken leverde vooral veel vragen op. Wat is zo'n werker eigenlijk? Welke positie heeft hij? Moet hij ambtsdrager zijn, kan het mede daarom geen ”zij” zijn? Wordt het iemand die bijna lijkt op een predikant, maar alleen niet mag preken?

Behoefte
In Groningen-Zuid ontstond jaren geleden al behoefte aan een kerkelijk werker. Drs. J. Serier legde uit hoe dat in zijn werk ging. Structureel bleken er te weinig ouderlingen te zijn, de individuele en de gezinsproblematiek en kerkelijke en maatschappelijke ontwikkelingen drukten zwaar. Gezien het takenpakket van de predikant en het beperkt aantal ouderlingen konden zij onvoldoende tegemoetkomen aan de noodzaak van pastorale zorg.

Zo ontstond een nieuw totaalbeeld. Er kwam een taakomschrijving aanvullend op de pastorale zorg vanuit ambt en gemeente en specifiek gericht op gemeenteleden die intensieve pastorale ondersteuning of hulp nodig hebben.

Drs. P. W. van de Kamp, universitair docent en lid van de taakgroep haalbaarheidsonderzoek opleiding kerkelijk werker, riep ertoe op via kerkelijke besluitvorming te komen tot een duidelijk profiel van de functie van kerkelijk werker. Hij bepleitte een zorgvuldige inbedding in kerkelijke kaders. Verder is er een landelijke regeling nodig, stelde hij. Aandachtspunten zijn opleidingseisen, een register van werkers en een standaardarbeidsovereenkomst.

Aanbevelingen
Tijdens de discussie werd gesteld dat je de problematiek in veel gemeenten niet kunt oplossen „door een blik ambtsdragers –iets meer van hetzelfde– open te trekken.” Verder bleef het gevoel hangen dat een kerkelijk werker vooral diaconaal werk doet. De vraag naar de visie op de vrouw in het ambt werd bewust niet gesteld. „We gaan ervan uit dat een vrouwelijke kerkelijk werker in de huidige situatie geen lid kan worden van de kerkenraad.”

Prof. Te Velde bepleitte een door kerkenraden op te stellen kerkelijk formatieplan om daarna invulling te geven aan de plaats van de kerkelijk werker.